Dat ‘Big Pharma rules’ is een open deur intrappen. En dat deze ‘nieuwe kerk’ reeds meerdere decennia haar volgelingen indoctrineert, evenzeer. Het is wat ik ‘de stelselmatige psychiatrisering van de maatschappij’ noem:

“een gevangenschap creëren op basis van een ziekte, de stigmatisering van de mens achter de patiënt, sociaal isolement, chemische afhankelijkheid induceren, levensperspectief wegnemen, chroniciteit installeren, onderdrukking van de natuurlijke agressie en vrijheid.”

Droefenis alom. Wat er nu (2020-2021) gebeurt op grote schaal gebeurt al ettelijke decades achter de muren van de psychiatrie waar ‘verloren’ (lees: verworpen) gelopen zielen gebrandmerkt en geïnstitutionaliseerd worden. 

Ik heb er mij 17 jaar intern (in 3de en in 2de lijnszorg) tegen verzet. Vurig, risico- en gewetensvol, soms met medestanders, doch meestal alleen. Met minder resultaat dan ik voor ogen had, de uitzonderingen bevestigen de regel. 

Het is vaak onbegonnen werk, zeker als het collectief ook gedijt in slachtofferdenken en -attitude. Er is namelijk zoiets als aangeleerde hulpeloosheid (‘zelfsabotage’), secundaire ziektewinst (‘ziekte brengt voordelen en bedekt de onderliggende problematiek’) en de latente identiteitscrisis (‘de diagnose als troost bij zelfverloochening’). De quasi gehele Westerse (vooral biologisch georiënteerde) geneeskunde teert daarop en zweert daarbij, met Big Pharma als Alziende God. 

Finaal heb ik zelf dat circus verlaten. En zo zijn er nog. Ik schreef er een reeks artikelen over destijds (het Groot Psychiatrierapport van De Morgen) en het is nu ook brandend actueel, check bijv. dit artikel en volg de links onderaan.

Zoals ik hier vaak over blog en conform mijn visie is er wel een hele andere uitweg. Maar dit vraagt bewustwording, diep (zelf)onderzoek, assertiveit en herinnering niet van wie men denkt of misvoed is te zijn maar van wie men wel werkelijk is. De sleutel ligt bij ‘holistische kennis’, bij ‘het voelen’ en bij ‘gedragsverandering’. Hoe iets of iemand jou bijv. doet voelen. Maakt het, hij of zij jou kleiner of maakt het, hij of zij jou groter? Dat is de vraag. Hulp en begeleiding hierbij is vaak aangewezen, ook al is het daarbij nog steeds zoeken naar een frisse speld in een oude hooiberg. Ik ben alvast sedert 23 jaar een gedreven mentor en coach. 

Het gehele mensbeeld moet mijns inziens aan diggelen geslagen worden. Mensen zijn echt geen toevallige hoopjes cellen die losstaan van de rest, zonder eigen zelfregulerende intelligentie, afweer en veerkracht, die vooral chemisch moeten bijgewerkt worden als er symptomen van ‘disharmonie’ of ‘dis-ease’ optreden. 

Neen. Mensen zijn – op grond van inzichten uit moderne fysica, epigenetica, integratieve geneeskunde – als interafhankelijke energiesystemen te beschouwen, die aan voortdurende zelfherstelling werken (autofagie), evolutionaire homeostase als groei beogen en aan kracht winnen door rust, positieve verhalen en gezonde lifestyle. Het is juist door mentale, chemische maar ook letterlijke misvoeding en dus ‘chronische vervuiling’ dat we verglijden naar de hoek op de achtergrond waar de klappen vallen, waar we – ondanks onze dikker wordende lichamen – steeds kleiner en kleiner worden, en zodoende vergeten dat we:

“bijzondere, unieke, vormelijk geworden verhalen, gesaboteerde en miskende helden, oerkrachtige en wijze goden in vermomming zijn.”

Er is nog gigantisch veel werk, laat het de held(in)-in-jezelf inspireren en vooral activeren om nu nog meer en dieper voor jezelf te gaan denken, en, nog meer te doen – waar mogelijk – als (n)ooit voorheen. 

– Steve Van Herreweghe –

Start van de podcast in historische crisistijden. Een mini-reeks over visie en coping bij crisis. Vandaag deel 3: over de impact en verandermogelijkheid van je eigen denken

De Griekse tragedies, jullie hoorden er wellicht ooit eens van. Ze werden destijds opgevoerd om het publiek een zekere catharsis (zuivering, ontlading) te laten beleven. Ze deden dat door via het schouwspel elos (‘medelijden’) en fobos (‘angst’) op te wekken en er de aanwezige toeschouwer(s) mee te overspoelen. Voor een Griek is het ‘zien lijden’ (mentaal en fysiek) het ergste wat er is.

Dat geldt natuurlijk ook voor elke niet-Griek. Op het theater van ons levens zijn oneindig veel kleine en grote tragedies te aanschouwen die ons raken, ons verstillen of in beweging brengen. Ook kan de ‘Griek-in-onszelf’ wel af en toe eens ontaarden in voyeurisme, in leedvermaak en jawel zelfs tot het pijnlijke ‘we staan erbij en kijken ernaar’– ook wel het Bystander-effect genoemd.

Het zien lijden of ‘afzien’ van een ander beroert onze zintuigen, hersenen en harten, bij de één al meer dan bij de ander. Onze spiegelneuronen zouden er voor iets tussen zitten, dat zijn specifieke hersencellen die ons via waarneming van (en afstemming met) de buitenwereld een soort van gespiegelde ervaring bezorgen. Het houdt ook verband met ons leer- en empathisch vermogen. Maar wat doen we er dan mee, of wat moeten we er eigenlijk mee doen?

(zelf)Medelijden, een bijzonder humane reflex.

Het brengt me bij een andere (klassieke) vraag die ik al meer dan 20 jaar voorgeschoteld krijg: “Steve, zo alle dagen de miserie van een ander aanhoren, hoe hou jij dat vol?” Natuurlijk zijn er meerdere antwoorden mogelijk. Over één kernachtig antwoord wil ik het in deze blogpost ietwat genuanceerder hebben, wellicht herken- en invoelbaar voor iedere gevoelige ziel die zich ook wel eens kan verliezen in de pijn, de zorgen van een ander. Het gaat over medelijden, en vooral de valkuil ervan

Medelijden, het maakt ons schijnbaar zachter en milder, het brengt ons bij kwetsbaarheid, de kleine en grotere hel van de ander, en het maakt ons tevens bewuster van ons eigen (on)geluk, de voorgespiegelde (on)rechtvaardigheden des levens, én het opent debatten naar diepere zingeving en machten.

Dé vraag is echter of (zelf)medelijden echt een toegevoegde waarde biedt, of het werkelijk ‘helpt’ en sterkt, of het daarentegen onszelf en de ander niet eerder gaat kleineren, devalueren en zelfs stagneren?

De geboorte van de vlinder 

Een man zat op een zonnige middag rustig te genieten in zijn tuin. Zijn oog viel op een cocon waar net beweging in kwam. Er verscheen een kleine opening in de cocon en een vlinder probeerde met veel moeite zijn weg naar buiten te vinden door dat kleine gaatje heen. Tot verwondering van de man was de geboorte van de vlinder een niet zo gemakkelijk proces. De vlinder was anderhalf uur bezig om te proberen uit de nauwe opening te komen. Hij raakte daardoor vrijwel uitgeput, want hij deed plotseling niets meer. De man had medelijden met de arme vlinder en liep zijn keuken in, op zoek naar een schaar. Toen hij terugkwam met de schaar, zat de vlinder nog altijd in de cocon, wachtend op wat nieuwe energie. De man knipte de rest van de cocon weg; nu kon de vlinder zich moeiteloos bevrijden. Met een schok stelde de man echter vast dat de vlinder een gezwollen lijf en verschrompelde vleugels had! Hij zag hoe de kreupele vlinder over de grond schrompelde en hij wachtte tevergeefs op het spreiden van de vleugels. Wat bleek? In zijn medelijden had de man niet beseft dat het nauwe gaatje de wijsheid van de natuur voorstelde. De vlinder wordt namelijk gedwongen zich door een klein gaatje te wurmen, omdat daardoor de levenssappen vanuit het lijf in de vleugels worden geperst. Het moeilijke geboorteproces was precies wat nodig was voor de vlinder.

Teveel schrik voor nauwe gaatjes en zure appels

Het transformatieproces van rups tot vlinder wordt sinds oudsher in menige culturele, religieuze en spirituele tradities gebruikt als metafoor voor onze ontpopping van ‘onbewuste-kruipende-aardse-ego-staat’ naar een ‘lichtere-bovenbewuste-spirituele-staat’. Het popstadium wordt daarbij figuurlijk gezien als de overgangs- en natuurlijk dwingende loslaatfase: een lastige doortocht doorheen het donker waarbij in een fase van klaarblijkelijke verstilling en verdwijning in feite de integratie van al het oude (‘vergetene’) geschiedt, en dit als voorbode van een nieuwe verschijningsvorm.

Het verhaaltje hierboven houdt ons een spiegel voor en zit dus boordevol analogie. De man in het verhaal bijvoorbeeld. Hij lijkt alert en wakker, behulpzaam en vol (zelf)medelijden! Hij vertegenwoordigt onze klassieke manier van kijken, denken en probleemhantering. Enerzijds verwijzend naar ons aangeleerd verzet tegen verandering en groei, en de hiermee verbonden angst- en betuttelcultuur (waar we met zijn allen deel van uitmaken). Anderzijds naar onze ‘slaperige en geautomatiseerde staat’ van zijn en leven, waarbij we vooral niet willen en kunnen losmaken van wat vertrouwd is en daardoor angstvallig smachten naar ‘het oude normaal’. In mijn ‘Wakker & Bereid’ podcast zoom ik hier via een eerste mini-reeks dieper op in.

“Wat is er mis met helpen dan?” hoor ik jullie luidop denken. Goeie vraag! Op zich niks mis, alleen, wat is de definitie van helpen en hoe nodig is het precies? En vooral hoe gevraagd en welkom is het werkelijk?

Er ‘doorheen’ groeien kan ook

Zoals ik beschreef in de 9 takeaways naar een kwaliteitsvoller leven is ‘ongemak vaak een voorbode van groei’, en kunnen we naast vlindergeworden rupsen ook heel wat van zich terugtrekkende kreeften leren! Alleen wordt ‘ongemak’ (en bij uitbreiding ‘crisis’) vanuit ons westers denk- en geneesmodel zelden echt zo bekeken. Onmiddellijk comfort daarentegen staat voorop. Weg dus met die (groei)pijn, te nauwe gaatjes en te zure appelen! Onze hedendaagse quick fix mentaliteit en -cultuur met haar favoriete instantoplossingen (zoals overmedicalisering, junk food, Tinder, onlineverheerlijking) worden als meer ‘passend, #yolo en normaal’ beschouwd.

We zijn ergens onderweg vervreemd geraakt van de oerkennis over het diepere ‘waarom’, inclusief het belang, de initiatie en waardering van (overgangs)rituelen. We hebben het afgeleerd om te pauzeren, vertrouwen minder op ons eigen ontwikkelproces en hebben daardoor immens veel moeite om door te bijten en te zetten. We verkrampen bij (grote) crisissen en schieten in vermijdingsgedrag omdat we vergeten zijn dat verandering de enige constante is in het leven. We moeten het willen én durven onder ogen zien: we zijn gebrainwasht en misvoed – én – we geven dit vaak blindelings gewoon verder door aan onze kinderen, onze vrienden en om te beginnen aan onszelf. Graag nieuwe en andere boodschappen dus, boodschappen die ’t liefst sterke wortels en vleugels geven. Ik belichtte er ter info 12 ‘eenvoudige’ hier.

Medelijden naar zichzelf en anderen is dus i.m.o. zelden een goede raadgever want het wortelt in een waarheid van ‘gepercipieerd slachtofferschap’, bij onszelf en vervolgens ook geprojecteerd op onze omgeving. Het biedt schijnbare voordelen en schept een gemeenschappelijke deler van onschuld, gekwetst en bang zijn. Dat menselijk lijden zelden in een groter perspectief wordt geplaatst leerde dit verhaaltje ons. Ook uit de crisispsychologie wordt dit bevestigd: het menselijk lijden kan slechts waarlijk transformeren als ‘de situatie’ niet als (goddelijke) ‘straf’ maar als ‘opportuniteit’ wordt gezien, als doortocht naar meer licht(heid).

We zijn dus geen slachtoffers van de omstandigheden (ook al geloven we dit graag en kunnen de omstandigheden ook behoorlijk uitdagend zijn), maar bezitten het vermogen om te kiezen ons denkpatroon hierover te veranderen en jawel zelfs ‘post-traumatisch veerkrachtig‘ te groeien ipv in het stresssyndroom te blijven hangen.

De imaginaal cellen (eren)

Terug naar de worsteling van de rups. In het popstadium gebeurt de histolyse: alle organen van de rups worden opgelost tot vormloze materie. Hieruit ontwikkelt zich de toekomstige vlinder. Met dank vooral aan de imaginale schijven! Deze ‘schijven’ zijn als kleine groepjes cellen de belangrijkste werkpaarden die de ombouw van de hongerige rups naar kilometervretende vlinder mogelijk maken. Deze cellen ‘lezen’ als het ware die informatie van hun genetische blauwdruk en fungeren als een levendig en dwingend ‘design’ dat de rups tot een andere vorm laat evolueren. Fantastisch toch!

Deze analogie kunnen we zeker ook doortrekken naar elke zich-ontwikkelende-mens. Jezelf of een ander (onwetend of angstvallig) identificeren met ’teveel rups’ is ook vergeten dat er een dieper ‘design’ is dat wil ontwikkeld geraken. Pijn, tegenslag, crisis, het heeft allemaal een functie, tenminste als we dit ook zo willen zien en begrijpen. Zoals ik verhelderde aan de hand van deze 3 metaforen heeft elke crisis naast een vergrootglas- ook ‘brug-functie’: het dicht een kloof, lost altijd iets op en maant ons aan om meer te leren loslaten en meer op het zich ‘ontvouwende en onzekere nieuwe’ te vertrouwen. Wil je nog meer survivaltools in lastige tijden, lees hier dan verder.

Van medelijden naar medeleven, -reizen en -rijzen

Brengt mij tot slot terug bij de gestelde vraag van hierboven (“waarom enthousiast blijven?”). Mijn allerdiepste drijfveer en bron van enthousiasme in het begeleiden van cliënten-in-pijn ligt dus niet in (zelf)medelijden vervat bij maar leeft in de verwondering die elke crisisdoorgang en -doorbraak (en de daarbij potentiële nieuwe evolutievorm die tevoorschijn rijst) met zich kan meebrengen. Wat een ander ‘miserie’ noemt geldt voor mij slechts als een vernauwing van iemands (gevoelsmatige) werkelijkheid.

De pijn, het verdriet, de angst, frustraties, twijfels en uitzichtloosheid waarmee cliënten geconfronteerd worden zie ik dus niet als slotsom of eindpunt aan een menselijk verhaal, en evenmin als een verhaal dat bovenop mijn zgn. denkbeeldige ‘op te lossen berg’ komt te liggen, maar als een mogelijke hergeboorte of ‘ingang naar een dieper en nieuwer leven’. Het actief getuige en medereiziger mogen zijn van diverse wedergeboortes zorgt voor een onvoorstelbare positieve energiestorm die niet enkel elke gedachte aan ‘hoe erg het wel was’ resoluut teniet doet maar tevens de mens-in-mijzelf doet rijzen.

Als hulpverlener en wakker(der) mens leer je ook dat er een verschil bestaat tussen helpen en begeleiden. Je bent geen rasecht technieker die de problemen van een ander eventjes fixt zodat ze vervolgens weer verdwijnen. Begeleiden is ruimer dan en omvat (oa) het helpen. Maar het kan ook perfect iemand met rust laten zijn.

In die zin is medeleven belangrijker en ruimer dan medelijden, want medeleven veronderstelt een gemeende aandachtigheid en betrokkenheid met behoud van respect voor de vrijheid van de ander (tenzij die zichzelf en anderen in gevaar brengt). Medelijden daarentegen verlengt en accentueert het lijden, en onderbreekt het natuurlijke vermogen tot een autonomer, bewuster en innovatiever leven.

– Steve Van Herreweghe –

Start van de podcast in historische crisistijden. Een mini-reeks over visie en coping bij crisis. Vandaag deel 2: over hoe lastig én zinnig de lastigheden des crisissen en veranderingen wel kunnen zijn.

Start van de podcast in historische crisistijden. Een mini-reeks over visie en coping bij crisis. Vandaag deel 1: over onze angstige en reflexmatige natuur, en onze invloed erop.

Als er één ding is wat – in tijden van donkerte, gebrek aan moed en steun – niet genoeg kan herhaald worden is het belang van de reis- en dankbaarheidsattitude.

Dankbaarheid en waardering, het zijn de stiefkinderen van deze tijd en toch verdienen ze alle liefde van de wereld. Hoe veel aangenamer zou het thuis en er buiten niet kunnen worden mochten we ze wat vaker omarmen en jawel zelfs dagelijks koesteren? Er leren een gewoonte van te maken de focus te verschuiven van wat er niet is naar wat er wel is, en ipv de frustraties te voeden meer aan oprechte schoonheidscultivering te doen, zeg maar.

Daarom een kleine ode en blijk van dank aan het eeuwige hier-en-nu van aanwezigheid en mogelijkheid.

Aan het vandaag in elke dag

Dank je dat ik wakker ben, en word, en me niet zomaar terug in gisteren stort.

Dat ik uit mijn dromen mag ontwaken, en me er stap per stap ook in kan vermaken.

Dat ik hou van wie en met wie ik ben, het mooie zie, lachend omarm en verder verken.

Dat waar ik ga, sta of kom, ik echt aanwezig blijf, in rust, kracht en verbondenheid alom.

Dat ik me door het goede en het kwade, het kleine en het grote, niet laat bloeden maar veeleer voeden.

En dat deze woorden me blijven sterken én bedaren, in me groeien vooral, alsof ze er altijd waren.

~ svh ~

-Steve Van Herreweghe-

Verhalen (blijven) inspireren.

Zeker in tijden van toenemende gejaagdheid (empathie)moeheid en ook wel ons verzwakt zingevingsvermogen.

Hieronder een mooi uit het leven gegrepen verhaal over de kracht van kinderlijke spontaneïteit en moed.

Het meisje in de regen

Een klein lief meisje stond onder een luifel.

Ze had net boodschappen gedaan in de supermarkt, met haar moeder. Ze zal ongeveer 6 jaar oud zijn geweest, dit prachtige roodharige sproetige beeld van onschuld. Het stortregende buiten. Je weet wel, dat soort regen dat goten en afvoerputjes doet overstromen, zo gehaast om de aarde te raken, dat het geen tijd had om de straal wat zachter te zetten.

We stonden allemaal onder deze luifel aan de ingang van de supermarkt. We wachtten, sommigen geduldig, anderen ‘geïrriteerd’, omdat de natuur hun haastige dag in de war had gegooid. Ik ben altijd wat dromerig als het regent. Ik verdwijn in het geluid en in het gezicht dat de hemel het vuil en het stof van de wereld afspoelt.

Herinneringen van ‘rennen en spetteren’ als een ‘kind’, zo zorgeloos spelen in je gedachten, als een welkome onderbreking van een voorbije dag met zorgen en stress… Haar stem was zo mooi toen het de hypnotische trance onderbrak waar we allemaal in gevangen zaten. ‘Mama, laten we door de regen gaan rennen’, zei ze. ‘Wat?’, vroeg mama.’Laten we door de regen gaan rennen!’, herhaalde ze. ‘Nee, lieverd. We wachten totdat het wat minder wordt’ antwoordde mama. Het kind wachtte nog een minuutje en herhaalde: ‘Mama, laten we door de regen gaan rennen.’ ‘We worden doornat als we dat doen,’ zei mama. ‘Nee, dat zullen we niet, mama. Dat is niet wat je zei vanmorgen’, zei het meisje terwijl ze aan haar mama’s arm trok. ‘Vanmorgen? Wanneer zei ik dat we door de regen konden rennen en niet nat zouden worden?’ Het meisje zei kalmpjes: ‘Weet je dat niet meer? Toen je met papa praatte over zijn kanker, toen zei je: ‘Als we hier samen doorheen komen, komen we door alles heen!’ Iedereen was opeens muisstil. Ik zweer dat je niets anders hoorde dan de regen. We stonden allemaal doodstil.

De volgende minuten kwam er niemand en ging er niemand weg. Mama dacht even na over wat ze zou antwoorden. Sommigen zouden het weglachen of haar voor gek uitmaken. Sommigen zouden zelfs negeren wat ze zei. Maar dit was een moment van affirmatie in een kinderleven. Een moment van onschuldig vertrouwen, dat wanneer het gevoed en verzorgd wordt, zal bloeien in geloof in de goede dingen en de hoop van het leven.’Lieverd, je hebt gelijk. Laten we door de regen rennen. Als het zo moet zijn dat men ons vanuit hierboven nat laat worden, nou, dan hadden we misschien juist een wasbeurt nodig,’ zei mama. Daar gingen ze. We stonden daar allemaal te kijken en te lachen, toen ze daar vooruit sprongen tussen de auto’s door, en jawel, door de plassen. Ze hielden hun boodschappentassen boven hun hoofd voor het geval dat. Ze werden doornat. Maar ze werden gevolgd door enkele anderen die schreeuwden en lachten als kinderen onderweg naar hun auto’s. En ja, ik ook. Ik rende en werd nat. Ik had ook een wasbeurt nodig.

Omstandigheden of mensen kunnen je geld, je materiële bezittingen en je gezondheid wegnemen. Maar niemand kan ooit je dierbare herinneringen wegnemen … Vergeet daarom niet om ’tijd’ te maken en de gelegenheden te pakken om elke dag herinneringen te maken. Voor alles en voor elk doel onder de hemel is er een seizoen en een tijd.

– Steve Van Herreweghe –

Eerst innerlijk zien, dan geloven.

Het is een kleine nuance op wat we doorgaans aannemen. Vertrouwen op de goede afloop van een eigen project, het is niet aan iedereen gegeven. En toch is het leerbaar.

Herinner jij je nog die momenten toen je droomde over iets wat je wou, toen je verlangens nog embryonaal of prematuur waren? Of het nu gaat om de realisatie van je gezin, je kinderen, je professionele, recreatieve ea. projecten, het interieur van je woning, je kleerkast, enz. enz., alles maar dan ook alles wat in je leven zichtbaar is was ooit onzichtbaar voor je. Think about it. Dit inzicht, deze wetenschap is de hoofdsleutel in tijden van twijfel en onzekerheid.

Je visie en focus houden totdat het onzichtbare zichtbaar wordt, ondanks het ongeloof van anderen, de tegenstand, het soms eenzame gevoel, de vermoeidheid en verlies van moed onderweg, het is een werkelijke kunst, en iedereen kan er wel degelijk in groeien.

De groei van de Chinese bamboe

Rosh Hasjana – het Joods Nieuwjaar – naderde en een man vroeg zich af wat er het afgelopen jaar van zijn goede voornemens terecht was gekomen. Omdat hij niet veranderd was, voelde hij zich teleurgesteld. Weer was hij een jaar lang dezelfde persoon met precies dezelfde gebreken en precies dezelfde problemen gebleven. Hij begon zijn hoop te verliezen. Daarom ging hij naar zijn rabbi.

De rabbi vroeg hem: ‘Weet jij hoe lang de reusachtige Chinese bamboe erover doet om zo hoog als een boom te worden? Gedurende het eerste jaar krijgt het minuscule plantje water en mest en er gebeurt niets. Een heel jaar lang niet. Het jaar daarop gebeurt er nog steeds niets. En het jaar daarna ook niet. Net als het jaar daarna. Maar in het vijfde jaar schiet de bamboe de lucht in en groeit hij in 6 weken tot een plant van 25 meter.’ ‘Weet jij’, vroeg de rabbi, ‘Hoe lang de bamboe erover gedaan heeft om zo hoog te worden?’ ‘6 Weken’, antwoordde de man.

‘Nee’, zei de rabbi. ‘De bamboe heeft er 5 jaar over gedaan. Als de boer op een bepaald ogenblik in die 5 jaar ermee gestopt was om dat kleine plantje water en mest te geven, dan was het doodgegaan. Wat gebeurde er al die jaren? Onder de grond groeide een enorm netwerk van wortels dat het mogelijk maakte dat de bamboe zo snel kon groeien. Groei vereist geduld en volharding. Iedere druppel water zorgt voor een verschil. Elke stap zorgt voor een effect. Je ziet de verandering niet meteen, maar de groei is wel bezig. Door met toewijding en motivatie aan je doelen te werken, bereik je de ontplooiing waarnaar je streeft.’

Doorzetten kan je leren: aanvullende tips

– Vòòr je begint: “van intenties alleen gaat de kaars nooit branden”, schrijf je plan uit, visualiseer via een bord of collage, plan 3-5 startacties, informeer 4 mensen in je omgeving

– Vòòr je wat rendement haalt: “de traagst groeiende bomen produceren het beste fruit”, grote sprongen – zegt de verspringer – beginnen met kleine stappen, evalueer tijdig, waardeer je tocht, omarm een dipje, maar motiveer jezelf dagelijks

– Vòòr je luistert naar anderen: “je kan het niet” .. “het wordt moeilijk voor je”, zegt meer over de grenzen van anderen dan over de jouwe, spiegel je aan doorzetters, omring je met energieke mensen, sluit je regelmatiger af, ontwaar je innerlijke stem

– Vòòr je afhaakt: “herinner van waar je komt en waarom je er aan begonnen ben”, schakel een mentor in, laat het even rusten, kijk over de haag, zoek nieuwe bronnen

Zoek je een mentor? Stel je vraag

– Steve Van Herreweghe –

In vertrouwen kunnen (her)verbinden, het is zo essentieel.

Het wordt – echter – stilaan een kostbare curiositeit in de samenleving, een met uitsterven bedreigde ervaring én gewoonte, ook al zal de behoefte eraan nooit verdwijnen. Het zit namelijk ingebakken in ons evolutionair DNA, het is het fundament waarop we ons (over)leven, onze projecten, onze relaties en onze wereld (uit)bouwen.

Jammer genoeg stel ik in de dagdagelijkse praktijk, op straat, op sociale media, op de werkvloer en ook op feestjes echter vast dat – voorbij glimlach en façade, voorbij virtuele schijn (de hedendaagse kwalen en ziektes incluis) – enorm veel verborgen pijn, teleurstelling, angst en vereenzaming schuilt. Het stemt me triest, maar ook gedreven en opstandig (soms). Zijn er grenzen aan oppervlakkigheid? Is er aan de afwezigheid van werkelijk contact een vervaldatum gekoppeld? Ik ben er helemaal van overtuigd!

In de magistrale film Crash (2004) begint het verhaal met een botsing. Een voice-over vertelt dat “het in LA allemaal anders gaat als in andere steden. In LA raakt niemand elkaar aan. Ze verstoppen zich liever achter metaal en glas. Soms botsen ze tegen elkaar; gewoon om te voelen…” Herkenbaar ‘fenomeen’, niet?

‘Ik, we lijk(en) wel emotioneel gehandicapt’, ik hoor het steeds vaker. Voelen doen we precies enkel nog wanneer we compleet overdonderd worden door tegenslag, breuk, accidenten, aanhoudende pijn, verliefdheden … en overlijden. Drama als wakkerschudder, maar hoeft het zo?

Heel wat psychische kwalen en stoornissen waarmee we te kampen hebben vinden au fond hun oorsprong in vroegere (intieme) relaties; in beschadigde verbindingen, oude verbindingen die – net als ruis – de muziek in het hier en nu blijft overstemmen of zelfs overheersen. En ondanks dat we deze storende echo’s uit een ver verleden vooral willen dempen met eten, drinken, pillen of andere roesmiddelen, en onuitputtelijk veel verslavende gewoontes, loopt de enige werkelijke weg naar diepteherstel en -genezing via het opnieuw aangaan van relaties met anderen, maar dan wel anders, bewuster, voorzichtiger, sensitiever, authentieker én liefdevoller. Ahum.

“De snelweg naar essentiële kennis loopt via steden van bedrog naar de kust van ontwaakte verstomming”, quote ik reeds eerder. Maar, soms is  – zoals in het verhaal van Bruno – de opgelopen schade zo omvangrijk en zit dit zo diep verankerd dat we die kust niet halen en dat noch kennis en transformatie, noch de nieuw aangeknoopte verbindingen maar vooral ‘gevecht’ en ‘(uit)vlucht’ de enige relaties zijn die men nog kan of durft aangaan. Oppervlakkigheid dan maar…

Groeien in menselijkheid

Om te kunnen groeien als mens – en dus in menselijkheid onder de mensen – zullen we van online naar inline, van verblinding naar verbinding en van conflict naar contact moeten overschakelen. De ‘ruis’ als kans zien naar finetuning ipv de radio uit te zetten. Neen. Rustig leren worden in contact – eerst en vooral dicht bij onszelf blijven – én zo dichter bij de ander geraken, en terug, als een soort perpetuum mobile, een blijvend heen en weer pendelen tussen binnen- en buitenkant. Daarbij én helder bewust blijvend van de eigen roots, de diepere waarden, de bezochte steden van bedrog én tegelijk ook deze van je directe naasten, je omgeving, en alles en iedereen die op je pad komt. Ja ook vreemden en zelfs vijanden. Huh?

Jawel. Het moet moeite vragen, anders groeien de diepere sociale aanhechtingsspieren niet. Hieronder een zestal uitdagingen voor het gulzig, pronkerig en ‘zich-exclusief-wanend-deel-in-onszelf’: het ego, jammer genoeg nog al te vaak het middelpunt van ons boeiend maar o zo kort aards bestaan. Een alledaagse oefening in spiritualiteit, het liefst, op weg naar – wie weet – een vriendelijker, jovialer, enthousiaster en ko(s)mischer geïnspireerde maatschappij.

1Oordeel vermijden

“Een oordeel is moeilijker te splitsen dan een atoom”, zo sprak A. Einstein, meer dan een eeuw geleden. Nagels met koppen. Oordelen, het is van alle tijden en we doen het allemaal, en alle dagen, bewust en onbewust. Het is een zeer geliefd sociaal tijdverdrijf van het ego en haar pijlen missen elke vorm van diepgang, maar zelden de kwetsbare harten en zielen. Het wortelt vooral in geestelijke luiheid en blindheid en ligt aan de basis van taboevorming en dus verdrukking. Het werkt zeer destructief en creëert verdeeldheid en isolement in de maatschappij en in al onze relaties. Oordeel schept afstand, maakt onzeker en wakkert een defensieve houding aan. Check de 4 ruiters op het toneel van intieme relaties.

Mensen streven naar inclusie, naar ‘erbij horen’, zich opgenomen voelen in de ‘samen’leving. De baarmoederervaring zit nu eenmaal diep ingebakken in en drijft elk van ons naar de ander, en alle anderen toe. Iedereen heeft, ongeacht huidskleur, taal, religie, geaardheid, afkomst het recht om – met behoud van fundamenteel respect voor elk ander levend wezen – zijn/haar leven te leiden zoals hij/zij dat voor ogen heeft en dus verkiest. Het is niet omdat je de keuzes, het uitzicht, de vorm en geschiedenis van een ander niet begrijpt dat je zelf beter bent. Want dat is de boodschap achter elk oordeel: “ik ben beter dan jij”.

William James – de man die de moderne Europese psychologie naar de Verenigde Staten bracht – lanceerde ooit het volgende: “Mensen zijn als eilanden in de zee, aan de oppervlakte gescheiden, maar in de diepte verbonden.” De natuur als dankbare spiegel. Ga dus in dialoog met elkaar, leer de ander kennen, diens verhaal en geschiedenis, ontdek de persoonlijkheid voorbij diens façade en jouw eenzijdige perceptie. Finaal zijn we mensen, en dat (ver)bindt ons, de rest zijn slechts details.

Bezinningsvraag: hoeveel ruimte en vrijheid schenk jij de ander doorgaans in diens waarheid?

2Verdediging loslaten

Niks mis met het ego, we hebben het ergens nodig om onszelf te kunnen identificeren en dus onderscheiden. Maar, het is wel slechts een gereduceerde versie van onszelf, een afkooksel van ons volledig potentieel. En, het werkt als een mentaal-emotioneel programma, een soort verlevendigd script dat wil blinken door zich kritisch af te scheiden. Kritiek en verdediging horen vaak samen en vormen ‘de Siamese tweeling van conflict’. Waar de ene is, is quasi altijd de ander. Met onze kritiek plaatsen we onszelf boven en buiten de ander en zien we de ander als minder. Die ander reageert quasi instinctief en pareert de kritiek met verdediging omdat hij/zij zich gekleineerd of gedomineerd voelt, in casu het ego. Onze verdedigingsreflex zit natuurlijk heel diep in ons overlevingsmechanisme ingebakken, de vraag is echter of het wel nog nodig is, nuttig is, of het ons vooruit helpt en ons wel degelijk beschermt?

Wie zich vereenzelvigt met zijn/haar ego zit – bij een ervaren aanval – vrij snel gewapend in het zadel. Het uit elkaar halen van deze Siamese tweeling is geen sinecure, het is van lange duur en vraagt precisiewerk en vakmanschap. Belangrijk om weten is dat beiden niet zonder elkaar lijken te kunnen en ook wel als concurrenten strijden om voeding en macht. Macht is bij uitstek hét lievelingsvoedsel van het ego. En zowel via de kritiek als via de verdediging willen we die macht (terug)halen hetgeen tot een heuse uitputtingsslag kan leiden.

Het snel en gericht doorbreken van dit diep ingesleten ‘sociaal spel’ is dé uitdaging. Wat kan helpen hierbij zijn de volgende 4 reminders. Onthoud dat die (kritische) ander (1) zelf mogelijks niet goed in zijn vel zit, (2) een vorm van aandacht en geldingsdrang heeft (die identiek is of verschillend van de jouwe) maar ook (3) jou uitdaagt om zelf te groeien in ‘minder ego en reactie’ en (4) eventueel zelfs een leerrijke boodschap brengt. De kritiek(situatie) dus leren beschouwen als ‘vreemd voedsel’: ervan proeven met nieuwsgierigheid en zonder grillen, en wat je niet lust of niet voedzaam, gezond of lekker is laat je gaan. Voor meer hierover verwijs ik naar enkele spelregels rond ruziën.

Bezinningsvraag: hoe vaak schiet jij in verdediging en hoe bewust ben jij je daarvan?

3Kwetsbaarheid delen

Taboe lokte recent wekelijks 1,5 miljoen Vlaamse kijkers en is mijns inziens één van de beste sociaal-maatschappelijke programma’s van de laatste jaren! Waarom? Het brengt ludiek de verborgen maar alomtegenwoordige onderwerpen op een humane wijze in het licht, én het geeft vooral de mensen achter de aandoening een gezicht. Een uniek recept met humor als ‘de lekkerste saus’. De humanisering van psychische kwetsbaarheden, adhd, hoogsensitiviteit, depressie en burn-out is een trend die ik wel kan appreciëren, ook al gaan de gordijnen vrij snel weer dicht. Want op het toneel der ego’s weerklinkt het luid: “the show must go on”.

Het is nog steeds mijn vurig statement dat ‘in elke patiënt finaal een kwetsbare mens schuilt’, iemand met een verhaal, een diepere pijn en vaak immens verborgen verdriet, maar ook wel onrijpe dromen en verborgen verlangens. En kwetsbaarheid, dat is tevens de gedeelde natuur des mensen. Daarom schuilt ook in elke mens een patiënt, tot spijt van wie dit niet wil of durft te erkennen. Oogkleppen dus best af, het harnas van oordeel durven loslaten, de eigen broosheid erkennen en met sensitieve voelsprieten empathisch de brug oversteken naar het hart van eenieder. Het doorbreken van relationele en maatschappelijke verharding wordt ongetwijfeld één van de lastigste uitdagingen.

Bezinningsvraag: hoe moedig kan jij je eigen tere plekken laten zien, en wat vertel jij tegen jezelf om dit net niet te doen?

4Veranderlijkheid zien

Niemand houdt van verandering en zeker het ego niet. En toch is het de enige constante in ons leven. Van een tegenstrijdigheid én heuse uitdaging gesproken! Verandering vraagt dat we ‘ja’ zeggen tegen obstakels, omleidingen en koerswijzigingen, dat we controle op het/ons plan durven loslaten, een open geest en enthousiast hart bewaren ten aanzien van het onbekende, een reisattitude cultiveren in het leven en durven groeien in excellentie. Hola Pola!

Alles gaat voorbij. Slechts drie woorden, waarin o zoveel wijsheid steekt. Woorden die zowel troost kunnen bieden, in donkere tijden, maar ook de voetjes op de grond houden, bij voorspoed. Woorden die steek houden en resoneren met moeder natuur en al haar bijzondere wetten.

Iedereen gaat (dus ook) voorbij. Ontmoetingen, contacten, vriendschappen, relaties, ze zijn allemaal slechts tijdelijk én veranderlijk. Dit onthouden zorgt voor veel meer spontaneïteit, echtheid, empathie en waardering in contact, en dus ook voor minder negativiteit, wrok, haat en andere vormen van emotie-onderdrukking.

Bezinningsvraag: Hoe bereid ben jij om – onderweg naar je bestemming – je te blijven open stellen voor wat en wie er op je afkomt?

5Eindigheid aanvaarden

Van carpe diem tot memento mori, we gebruiken het te pas en te onpas. We leven in tijden van #yolo #metoo en #hierennu waarin alles zo intens mogelijk beleefd, nagestreefd en liefst zoveel mogelijk gedeeld moet worden. Dit past natuurlijk allemaal in het kraam van het ego, dat genoegzaam in de handen wrijft en deze oude levensprincipes dankbaar en gretig uitspeelt.

Het Ik boven alles, de idiotie van een zandkorrel dat zich woestijn en eeuwig waant. Een grappige, gevaarlijke tristesse is het. Vroeger hadden we de hemel nog als perspectief, maar de hemel is niet meer. Op rijstpap met gouden lepeltjes zitten we heus niet meer te wachten, de onmiddellijkheid der dingen is waar het nu om draait: onmiddellijk leuk, onmiddellijk geleverd, onmiddellijk geld, onmiddellijk succes, onmiddellijke matchkes, onmiddellijk in bed, onmiddellijk gescheiden. Onmiddellijkheid als nieuwe opium voor het volk, met opgejaagdheid, rusteloosheid, ontevredenheid en groeiende vervreemding als logische afkickverschijnselen.

Het ego ontziet en ontloopt de onzekerheid en de angst die de dood, het ultieme einde uitademt. Ook alles wat daar mogelijks aan herinnert wordt vanuit een angstvallige superioriteit weggehoond. Het dieper existentieel reflecteren hierop is nochtans een uitstekend antigif en geneesmiddel voor dit oeverloze vluchtgedrag. De diepe, ontwapenende en stralende glimlach van een boeddhistisch monnik bijvoorbeeld wortelt in dagelijkse meditatie op de eindigheid en vergankelijkheid. De dood als vriend, leraar en bron van waarachtige bevrijding en mededogen.

Bezinningsvraag: Hoe is je band met afscheid, einde, vergankelijkheid en nietigheid in het leven?

6Eeuwigheid herontdekken

In een Ik-gerichte samenleving telt de buitenkant, de status, de zichtbare resultaten, het (na te streven) bezit. De wereld aan de binnenkant, met name het afdalen in gedachten en gevoelens, het beschouwen van het samenspel der behoeften, het rijk der diepere machten en schaduwen, het waarom en waartoe der dingen en mensen, is voor het ego als het betreden van een spookkasteel, daar ook waar ‘die bizarre introverten’ onder ons zich zich vaak het meest thuis voelen.

De werkelijke zoektocht naar het goud is niet een uiterlijke maar een innerlijke, en ze brengt ons via de smalle straten der gedachten, naar moerassen en meren vol gevoelens en zo naar een diepere oceaan van mysterieuze realiteiten, mogelijkheden en waarheden. Het brengt ons bij het besef dat we ko(s)mische miscroscopische stofjes zijn, bestaande uit miljarden dansende cellen zich ingenieus groeperend tot een tijdelijk zichtbaar lichaam, dat – voorbij de zintuiglijke domheid en spirituele armoede van het ego – hunkert naar wasdom, verbinding en zielsverheffing. Het brengt ons bij verzoening met misschien wel één van de grootste paradoxen des levens: grootsheid (durven) ervaren in het nietige, en nietigheid (durven) ervaren in het grootse.

Bezinningsvraag: Hoe frequent richt jij je aandacht wat dieper naar de binnenkant en durf je in dialoog te gaan met het mysterieuze niet-weten?

 

– Steve Van Herreweghe –

 

Bruno

Nooit zal ik hem vergeten. Bruno was lang één van mijn patiënten in het psychiatrisch ziekenhuis, ongeveer 10 jaar geleden. Bruno was een geïnterneerde en verbleef in een gesloten afdeling voor 2 jaar. Toen hij naar ons dagcentrum kwam leerde ik hem kennen als een heel gevoelige maar fijne man, getormenteerd door extreme mishandeling in de jeugdjaren. Vernielde ziel, maar wel één met een hele attente en diepzinnige rand. Bruno geraakte aan de drugs, werd psychotisch, pleegde ook misdrijven en geraakte zo in de gevangenis. Een alternatieve straf werd zijn deel. Bruno geraakte heel moeizaam uit het diepe dal van zijn leven en integreren in de maatschappij – met zo’n verziekte bodem, heel veel letterlijke en emotionele schulden – leek net als beginnen aan een heuse bergbeklimming, na een marathon te hebben gelopen..

Uiteindelijk stapte hij uit het leven nadat hij opnieuw een strafrechtelijk feit had gepleegd en terug naar de gevangenis werd verwezen, waar de veilige muren de ‘bange-jongen-in-hem’ slechts tijdelijk van bescherming konden voorzien. Dit ‘geïnstitutionaliseerd’ zijn – want zo luidt deze dramatiek – wordt trouwens subliem beschreven én verfilmd in ‘The Shawshank Redemption’, naar het boek van Stephen King.

Bruno had één welbepaalde favoriete quote waarmee ik hem altijd zal blijven associëren. Hij kon dit zo vaak herhalen in gesprekken en tegen zijn medepatiënten in groep, het was zijn lijfspreuk geworden en hij gebruikte dit om zijn levensloop én inherente problematische ontwikkeling te illustreren:

“Wanneer jij je wijsvinger uitsteekt naar iemand, zijn er altijd drie vingers die in jouw richting zijn gedraaid”

Kritiek, verwijt, beschuldiging, zeker wanneer het herhaaldelijk gebeurt, schept afstand, kwaad bloed en schade. Ik schreef erover in de 4 vernietigende ruiters binnen elke betekenisvolle relatie en moedig ook aan om met zijn allen minder vanuit ego en steeds meer vanuit ziel te verbinden.

Want, in een wereld waarin onwetendheid, oordeel en verwerping vaak centraal staan, kleine en grote oorlogen worden uitgevochten binnen en buiten onze kamers, en één simpele wijsvinger in de richting van een ander de basis kan leggen van strijd, dan denk ik nog vaak aan Bruno’s wijze maar tevens intrieste woorden. Want woorden, die kunnen nu eenmaal goden maken maar tegelijk ook duivels kraken.

– Steve Van Herreweghe –