In 2019 woonde ik in Rome een congres bij gedragen door het wetenschappelijk-spiritueel ‘rockduo’ dr. Gregg Braden & dr. Bruce Lipton. Deze twee visionaire en revolutionaire zwaargewichten – beiden auteur van wereldwijde bestsellers – namen ons gezwind mee in hun geavanceerde kijk op de wisselwerking tussen de ‘deeltjes’- of quantumfysica en spiritualiteit, jawel. Een ware onderdompeling werd het in ‘de wereld der mogelijkheden en spiegelingen’ waarbij het menselijk schepsel zowel evolutionair als in co-creatieve zin in een nieuw daglicht werd geplaatst.

90% geautomatiseerd

Ook vanuit hun betoog kwam een bevestiging van wat veel psychologen, gedragswetenschappers en sociologen al wisten, namelijk dat wij als mensen voor 90% geautomatiseerd leven, in gezonde en minder gezonde zin. Wij zijn bijna machinaal ‘geconditioneerd’. Niet zozeer op basis van het eerder ‘statische erfelijkheidsbeginsel’, maar vooral via ‘ingeprente, ingesleten handleidingen, schema’s en programma’s’, uit een ‘ver verleden’. Oude programma’s zeg maar – zoals die werkten voor onze ouders en voorouders – die voor een ‘uitrol van resultaten’ zorgen in ons leven, en waar we ons al dan niet tevreden over voelen.

90% geautomatiseerd in ons denken, reageren en handelen. En deze ‘conditioneringen’ zijn in essentie ‘leereffecten’ die in hoofdzaak ontstaan via het proces van herhaling. Hoe meer iets wordt herhaald hoe dieper het spoor in het geheugen wordt gegraveerd. Dit heet in de neuro-wetenschap priming en verwijst naar ‘een onbewuste vorm van leren’. We leren klassiek op basis van drie processen: door voortdurende (1) associatie (‘connecties leggen’), (2) operaties (‘handelingen uitvoeren’) en (3) imitatie (kopiëren, modelleren). Over dat laatste wil ik het hier hebben, in concreto welke zenuwcellen hierbij een sleutelrol spelen en hoe ‘besmettelijk’ vooral gedrag en emoties wel kunnen zijn, voor onszelf, voor anderen en dus ook voor het collectief.

Spiegelneuronen

Je gesprekspartner geeuwt en plots begin je zelf te geeuwen.
Je ziet een vreemdeling z’n teen stoten en je gezicht vertrekt.
Je ziet de actrice in tranen uitbarsten – nadat haar partner haar verlaten heeft – en je huilt mee.
Je ziet iemand smullen van een ijsje en het water komt in je mond. 

Het komt door onze spiegelneuronen. Dit zijn zenuwcellen die ‘aangevuurd’ worden als je een handeling uitvoert, maar ook als je een ander persoon een handeling ‘ziet’ uitvoeren. Je brein detecteert geen verschil tussen wat er ‘werkelijk’ met je gebeurt of niet. Het spiegelt en activeert de bijhorende neuro-chemische responsen en gevoelens, en meestal automatisch. Onderzoek toont aan dat deze cellen een enorme rol spelen bij de ontwikkeling van ons leren, begrijpen én niet in het minst ons medeleven. 

Gedrag rondom ons is dus ergens besmettelijk of we het nu willen aannemen of niet. We worden zelf gebiologeerd door onze sociale interactie en vice versa. Net als communicerende vaten. En hoe hoger de sociale gevoeligheid des te hoger de mate van spiegeling. We observeren, imiteren en kopiëren nu eenmaal, willens en nillens. Zo overleven we. En hoe jonger we zijn hoe meer we dit doen. Tot ongeveer ons zevende levensjaar spiegelen we het meest omdat de hersenactiviteit tot dan theta-hersengolfdominant is. De hersenactiviteit vertoont diverse soort golven (gamma, bèta, alfa, thèta, delta). Thèta-golven (frequentie tussen 4 tot 8 Hz.) zijn aanwezig wanneer je dromerig bent, creatief bezig bent, tijdens de REM slaap, het niveau ook waarop we heel ‘hypnotiseerbaar’ en dus ‘programmeerbaar’ zijn. Confronterend als je er dieper over nadenkt, als ouder, als leerkracht, als ‘influencer’.

“Wij zijn geen (sch)apen, en toch is gedrag bijzonder besmettelijk.”

Het verklaart waarom we (ook als volwassen kinderen) gemakkelijk aan ‘copy-cat’ doen, elkaar ‘na-apen’, ‘volgen’, in het goede en in het kwade. Baas roept op medewerker, medewerker scheldt op kind, kind slaat de kat en kat krabt de hond. Niet alleen ‘leading’ maar ook ‘educating’, ‘relating’ en ‘coping’ gebeurt dus ‘by example’. We zijn dus minder vrij dan we denken en slaafser dan we willen, tot spijt van wat ons ego aankan. 

Bovendien leren we uit de theorie van en studies over de self-fulfilling prophecy, de placebo-, nocebo- en pygmalion-effecten enerzijds dat onze ‘aannames’ ons gedrag sturen, en hierdoor een gelijkwaardige ‘gevreesde’ of ‘verwachte’ realiteit gaan scheppen. Maar anderzijds ook dat we de realiteit van een ander kunnen aflijnen. Of hoe een overtuiging zich kan concretiseren en je in een waarheidswaan houdt, die zichzelf versterkt en een ander ‘besmet’. Ik besprak dit iets uitvoeriger in het artikel ‘8 psychologische effecten die uw blik kunnen verruimen’. Dit werkt zowel in positieve als in negatieve zin, en in de regel bij nagenoeg iedereen, tenzij er neurologische aandoeningen zijn.

Ik stip dit fenomeen aan aan omdat in het licht van de wereldwijde Coronapolitiek de maatregelen, de volgzaamheid ervan, maar ook de onderliggende aannames en angstpatronen, en de vele familiale en sociale conflicten evenzeer worden ‘overgedragen’. Dit betekent dat niet alleen ons eigen wereldbeeld maar ook het zelfbeeld van onze kinderen, hun zelfwaarde en zelfvertrouwen verandert. Aanzienlijk! Alleen, zijzelf hebben daar weinig impact op en macht over omdat ze compleet van ons afhankelijk zijn, ons en hun peers massaal ‘spiegelen’.

(Non)verbaal besmettingsgevaar

En de boodschappen die we (non-)verbaal doorgeven zijn:

– dat maskers dragen veilig is, geen dragen onveilig is

– dat afstand houden veilig is, geen afstand houden gevaarlijk is

– dat knuffelen gevaarlijk is, niet knuffelen gezond is

– dat spuitjes en QR-code voor vrijheid zorgt

Zo indoctrineren we onze kinderen met angst voor het onzichtbaar gevaar, fnuiken we hun emotionele expressie door de spiegeling van halve gezichten, maken we van contact iets ‘vies’ en reduceren we het lichamelijk en zelfvertrouwen tot chemische afhankelijkheid. Zo leren we ons kostbaar goud dat het slechts metaal is, geen edel, tenzij het kan aangetoond worden. De voorwaardelijkheid als sleutel naar waarachtigheid en identiteit. Je bent hoegenaamd geen QR – code, zoals ik hier schreef. Als bezorgde vader, psycholoog, gedragswetenschapper en gezondheidsdeskundige vind ik dat we ook dit dringend onder ogen moeten zien i.p.v. het passief doorgeven “omdat de anderen het doen” of “het moet”. De keuze is aan elk van ons, opvoeding begint thuis, bij onszelf. De hoofdverantwoordelijkheid voor de gevolgen ligt dus onverbiddelijk ook daar. Dat heet dan eigenaarschap. En van daaruit groeit onze energie, onze kracht en onze (mede)menselijkheid.

Lieve verstandige mensen,
Zonder te belerend te willen doen.
Voel wat meer, imiteer wat minder. Wees de verandering. Woorden wekken, maar het zijn de voorbeelden die strekken.
Ik wil daar meer van zien, horen, lezen en voelen. De paraplu-politiek, die is van de politiek, niet van de (ped)agogiek.
En hoe bewuster we ons daarvan worden, hoe bedachtzamer en keuzevrijer ons gedrag zal zijn, met het aangeboren recht op geluk van onze kinderen – ons goud – indachtig. Hun vrijheid en kracht gespiegeld in onze harten.

– Steve Van Herreweghe –

En? Hoe was het concert, de match, jullie reis, de teammeeting, ..?

We weten allemaal hoe lastig het is om onze aangename en onaangename ervaring uit te drukken, er taal aan te geven, de sfeer te beschrijven. En zelfs al doen we nog zo ons best, het is quasi onmogelijk om het totaalgevoel te vertalen. Woorden kunnen veel, maar ze beperken ons in het dieper begrip en de overdracht van de ervaring. Een dieper begrip vergt kennis van taal, kennis op zich. Wie als leek doorheen een telescoop, microscoop en de mens kijkt gaat niet hetzelfde zien als een bioloog, een astronoom, radioloog, chirurg of psycholoog. Kennis schept taal en taal snijdt de dingen in stukjes. Om het totaalplaatje te kennen en te ervaren is totaalkennis nodig, en dat gaat nooit zonder één iets: nieuwsgierigheid.

Het probleem

Is dat we te weinig bewust zijn van de link tussen de kennis die we bezitten, onze taal die we daarbij gebruiken, en haar logische beperkingen.

Is dat we te weinig bewust zijn dat onze selectieve kennis onze perceptie bepaalt, dat perceptie oordeel kleurt en dat oordeel verdeeldheid en afstand schept.

Hierdoor ontstaan psychosociale fenomenen en dynamieken die onder de noemer van hokjesdenken vallen. Hokjesdenken ofwel ‘categoriseren’ is volgens het woordenboek “een ongenuanceerde wereldbeschouwing hebben”. Iedereen doet het wel eens bij een ander, doch niemand die ervan houdt wanneer die zelf ‘gehokt’ wordt. Toch? Deze vorm van categoriek denken gaat in de regel gepaard met denkfouten (bijv. veralgemeningen), cognitieve dissonantie (innerlijke weerstand), framing (de werkelijkheid vernauwen), stigmatiseren (de ander markeren), scapegoating (de ander zondebokken). De gefilterde perceptie zorgt voor gefilterde besluitvorming, het hieruit volgend oordeel creëert naast scheiding, dualiteit en onvrede.

Is dat we in een tijd leven waarbij er niet alleen afstand moet genomen worden om ons te beschermen, maar tegelijk ook sociaal afstand wordt gecreëerd vanuit een vaccinatiestatus. Het probleem is dat we al uit een pre-Coronatijd komen van afgenomen verbondenheid en verheerlijking van status tout court. Het kernprobleem was en is dat we het bewuster reflecteren hierop en anders omgaan hiermee te wensen overlaat. En zodoende we ons aan deze rijkelijk bestudeerde fenomenen en dynamieken slaafs onderwerpen.

Door dit te doen is open dialoog vaak niet meer mogelijk, gaan de deuren van het hart dicht, en is de pijn van verwerping om te snijden. We reageren geschrokken en defensief, doch verdedigen, het heelt de wonde niet. 

De blinde vlek bij mensen zit hierin dat hokjesdenken op zichzelf een daad van projectie en egocentrisme is. Wat we veroordelen doen we zelf. En door een oordeel over de ander te vormen schept men niet alleen afstand maar tegelijk doet men zelf aan een vorm van blinde zelfverheerlijking. Tot daar de kans tot diepere verbinding. Terwijl we het met zijn allen zo sterk nodig hebben.

Wij zijn de etiketten niet, wij zijn de fles, de geschiedenis van de totale inhoud, het geheel, de 3-D ervaring. Woorden zeggen iets maar vernauwen en doden zelfs tegelijk, tenzij je poëtisch-symbolisch taalvaardigheid hebt ontwikkeld, en dan nog.

Cognitieve dissonantie en denkfouten anno 2021

“Dat is niet waar, je ziet het mis, het is complotdenken, wappie-geloof, absurd, onvoorstelbaar, de tv-experten en de politici zullen het toch wel weten?!”

In de cognitieve wetenschap noemen we dit ‘cognitieve dissonantie’ ofwel ‘het onbehaaglijk gevoel dat anderssoortige – onvertrouwde informatie teweeg brengt en een geneigdheid creëert om dit te verwerpen.’ Het is een verdedigingsreflex die wortelt in de basale ganglia – hersenstam en kenmerkend is voor het ‘reptielenbrein’. Dit oudste breindeel is vooral bezig met detectie van onveiligheid, en heeft “geen tijd om te leren”. Wat we niet (her)kennen gaan we bijgevolg verwerpen als ‘onwaar’. En waar een onbehaaglijk gevoel ontstaat daar is zelfreflectie noodzakelijk.

Verwijzen naar “dat is complotdenken” is daarom een denkfout, een cognitieve ‘bias’ omdat het selectief redeneren en veralgemenen is. Denkfouten misleiden ons. Iedereen heeft er en iedereen doet het. Denkfouten halen niet het beste in ons naar boven en buiten. Bijv. zwart-wit denken (“ik ben vóór iets of iemand, of er helemaal tegen”), veralgemenen (“alle mannen/vrouwen zijn onbetrouwbaar”), confirmeren (“zie je wel dat je altijd te laat komt”), attribueren (“die tegenslagen hebben met haar karakter te maken”). 

Nieuwsgierigheid als basis

De blik van een niet-wetend kind is wat we nodig hebben. Alleen door een open leerverliefde blik bruist het hart van verwondering. Want wat je niet kent kan je ook nooit herkennen, laat staan ervaren en waarderen. Het mes van oordeel snijdt je af van elke vorm van leren, van weten scheppen, van wetenschap, van waarheidsontvouwing. Het enige dat dit kan doorbreken is dus nieuwsgierigheid.

Om meer onze neocortex en de wijsheid van het hart (ook een ‘denkend’ brein op zich) te voeden is geen 10, 20, 80 of 0% maar 100% nieuwsgierigheid nodig. Nieuwsgierigheid is dé basis van ware wetenschap, geen beperkende noch exclusieve maar verruimende en inclusieve wetenschap. Zonder nieuwsgierigheid is er geen leren en ontwikkelen mogelijk, enkel bevestiging en herhaling van het bekende, het vertrouwde. Het comfort van het oude werkt als weerstand op de verkenning van het nieuwe, het onbekende. 

Nieuwsgierigheid zorgt er ook voor dat je zelf controle houdt over informatie. En ‘zelfcontrole’ is trouwens de sleutel naar een betere stressregulering. Zo niet zal de informatie je door onbewuste of subliminale beïnvloeding bereiken (zoals via reclame en de selectieve sensatiepers). Door niet nieuwsgierig te blijven verzwak jij je kritische zin geef je de kennis- en manipulatiemacht uit handen. Waarom maakt men trouwens zo veel reclame over farma en niet over gezonde voeding, lucht, beweging?

Daarom een pleidooi voor meer moed en lef naar verhoogde curiositeit, en je te durven openstellen voor ‘wat niet vertrouwd aanvoelt’, ‘wat niet bekend is’, ‘wat en wie anders is’ en ‘wat en wie wordt verworpen.’ 

We zijn hier mijns inziens om van elkaar te leren en vooral elkaar in waarde te zien en te laten. Het respecteren van fysieke en sociale grenzen is daarbij een recht en tegelijk ook een brug naar een hartelijker verbinding. 

– Steve Van Herreweghe –

“Te veel op mijn schouders, een krop in de keel, er ligt iets op mijn maag, er moet iets van mijn lever, dat doet pijn aan ’t hart, daar komen mijn haren van recht..”

Gevoelens, emoties, hoe ‘ongrijpbaar’ ook, ze drukken zich lijflijk en organisch uit. Niet enkel in onze taal maar ook werkelijk in de stoffelijke realiteit van ons lichaam. Of we dit nu weten of niet, willen of niet, door onze verbinding met de buitenwereld en elkaar ontstaan ze, en verblijven ze, kort maar ook vaak heel lang, en met gevolg. De prettige en de minder prettige, de mooie en de bijzonder pijnlijke.

Na 25 jaar ervaring in de (geestelijke) gezondheidszorg durf ik te stellen dat er nog steeds bijzonder weinig aandacht gaat naar de impact van de emotionele gezondheid op de algemene gezondheid, naar het verband tussen de emotionele kwetsbaarheid en de fysieke kwetsbaarheid, naar de link tussen ziektes en gevoelsvervreemding.

Via de psycho-neuro-immunologie weten we al jaren dat (emotionele) stress, zeker deze die chronisch aansleept, een impact heeft op ons psychosomatisch ziek- en welzijn. Meer recent wetenschappelijk bio-genetisch onderzoek verwijst zelfs naar een heel duidelijke link tussen onze (dieperliggende) emoties en de structuur van ons DNA! Emoties kleuren niet alleen ons leven, ze beïnvloeden blijkbaar ook het erfelijk materiaal van waaruit we gevormd worden.

‘De tranen die niet gehuild worden door de ogen, worden gehuild door onze organen’, zegt dr. James Lynch. Heel veel psychische, somatische, relationele en sociale problematieken zijn op ‘vergeten’ trauma gebaseerd. De pijn die men in het heden ervaart in lijf, werk, relaties en leven gaat daarbij hand in hand met oude wonden en onverteerde kwesties. Ik schreef er meer over in crisis als doorbraak (leestip!). Het is zelfs wetenschappelijk aangetoond dat aanhoudende eenzaamheid even nefast is voor ons immuunsysteem als 15 sigaretten/dag. Er zou namelijk een significante wisselwerking bestaan tussen cytokine (een afweerhormoon) en het sociale interactiepeil.

Bottom line is dat in een wereld van ‘beheersbaarheid’, ‘quick fix’, ‘controle’, ‘comfort’ en ‘symptoombestrijding’ amper nog aandacht gaat naar de diepere oorzaken van hart- en vaatziekten, nier-, long-, lever- en andere aandoeningen, diabetes, obesitas, auto-immuunziektes. Het lichaam vertaalt wat de geest verdrukt en vergeet. Het lichaam weerspiegelt wat we emotioneel niet kunnen of durven uitdrukken. De weerstand ligt in oude verhalen en wat ons hoofd ons blijft vertellen: “Het is niet ok om mezelf uit te drukken.”

Tussen de prikkels die we krijgen en de reacties die we geven ligt een bijzondere ruimte, een vergeten oceaan van voelen. We leven ontheemd van onze diepste gevoelens, onze trauma’s, lijden aan rouwvrees, hebben immens veel schrik voor verwerping. En dankzij het masker en de ‘sociale aanpassing’ overleven we, in combi met alcohol, pillen, en vele andere compulsies of verslavingen, en ja zelfs overmatig positivisme. Er is amper nog voeling, voeling met de binnenkant, voeling met de buitenkant, voeling met de onderstroom des levens, voeling met het vergeten zuur en het allerdiepste zoet. We begrijpen niet meer dat ‘wie zich beter wil leren voelen ook het voelen moet leren te verbeteren’. En geloof me, ik heb net ook moeten leren, echt.

Tips voor ‘Emotioneel Werk’ ofwel je ‘Gevoelshuishouding’:

Van vat ‘vol’ naar vat ‘op’ gevoel :

🔸 leer luisteren naar en wees lief voor je lijf, het stuurt je voortdurend signalen over je emotionele zelf. Beschouw de signalen wat meer in figuurlijke zin. Wat vertelt je lijf je over je verdriet, je kwaadheid enz.

🔸 schrijf meer over je innerlijk leven: journaling of narrative writing werkt heel louterend. Je vormt een betere band met de voortdurende onderstroom, de onderliggende verlangens leer je beter begrijpen

🔸 praat meer in vertrouwen over je diepere soms verborgen gedachten, pijn, hoop, angsten, dromen. Het geheime meer aan het licht brengen klaart bijzonder veel op en uit.

🔸 schakel hulp in bij de verwerking van te pijnlijke gebeurtenissen in je leven, laat het niet verzuren, zoek een mentor, vertrouwenspersoon, ‘praatdeskundige’. Stel niet uit.

🔸 laat de dingen die je overkomen iets meer bezinken en landen. Zeg niet te snel ‘ok’, ‘ja’, ‘neen’, neem je tijd om te meer te voelen.

🔸 hou je interne radio in de gaten. Gedachten zijn de bouwstenen van onze perceptie, onze realiteit en dus ook onze gevoelens. Voorzichtig met overhaaste conclusies, veralgemeningen en negativisme. We denken bijzonder veel, de denkfouten inbegrepen.

🔸 wees selectiever: vermijd negatieve plaatsen, mensen en zoek meer zachte sferen op. Omgeving en medemens hebben heel grote impact op je stemming.

🔸 leer ook luisteren naar anderen, beter, langer, dieper. Stel vragen en reflecteer op wat je hoort bij de ander. Verleg niet te snel de focus terug op jezelf.

🔸 ga helemaal op in ervaringen, voeg meer emotie toe aan je activiteiten. Speel, dans, zing, creëer met hart en ziel.

🔸 leer van en imiteer kinderen, zij staan dichter bij hun eerlijke zelf.

🔸 fysieke aanraking: toelaten, erin groeien, durven geven bevordert de gevoelsband met jezelf en je intimi.

🔸 zoek de natuur op, wandel meer, en laat je gevoelens opborrelen, luister zoveel mogelijk zonder oordeel en leer van natuurlijke herkauwers én zenmeesters zoals de koetjes!

Het is wel ok wat je voelt. Het is wel ok om dit te delen. Vertrouw je gevoelens wat meer. Het komt je gezondheid en deze van anderen alleen maar ten goede.

– Steve Van Herreweghe

De gemiddelde Vlaming checkt plusminus 150x/dag zijn smartphone, waarvan 28% diens mails. De rest wordt verdeeld over allerlei sociale ea. apps. Google en Apple hebben nu ook zelfs hun aandacht verschoven naar meer ‘well-being’ en introduceerden niet zolang geleden oa de ‘schermtijd-app’, om ons smartphonegebruik in de gaten te houden. Ook dealers hebben blijkbaar een hart..

En volgens verslavingsexperts klopt het excuus niet dat “we geen tijd hebben”, aangezien gemiddeld genomen een volwassene 4u/dag neust in en kleeft aan diens toestelletje. Deze ‘checkhouding’ heeft met het bevredigingshormoon ‘dopamine’ te maken, een natuurlijke beloningsdrug, waaraan we megaverslaafd zijn. Face it.

Met zijn allen (dopamine)verslaafd

Ik stel het al lang vast, en ’t gaat van kwaad naar erger: online zijn is de roes, de smartphone de nieuwe drug. Als dopamine-junkies willen we steeds op de hoogte zijn en blijven, zien en gezien worden, geliket en gevolgd worden. Vandaag misschien het sociale sterretje van de dag, morgen het object van eenieders lach. We scrollen, filteren, posten, verzamelen, (ont)vrienden en swipen er gedreven op los. De maatschappij lijkt het van ons te vragen, te eisen zelfs: steeds meer geautomatiseerd, korter, sneller, efficiënter. De hyperactiviteit, hoogsensitiviteit, uitputting, en andere aandoeningen nemen we er ook gewoon bij. We fixen het wel met psy-pil, powernap, Redbull, online shopping & ‘hot or not’ zijn op Instagram. Graag kant-en-klare oplossingen (zo goedkoop mogelijk, op maat, en liefst nu aub), want the (rat)race continues…

Contactarmoede, het maakt me triest en ’t moet van mijn hart. Ik belichtte het reeds in het licht van mijn 8-minuten wandelingetje richting ’t kantoor (toen nog) te Gent.

Binnen en buiten mijn dagelijkse praktijk stel ik onthutsende dingen vast die om meer aandacht schreeuwen. Het lijkt er namelijk steeds meer op dat we het afgeleerd of moeilijker hebben met de volgende individuele en collectieve fenomenen:

  • tegenslag, verlies, trauma op een rustige en natuurlijke wijze te verwerken
  • echt naar elkaar te luisteren, elkaar aan te spreken, werkelijk betrokken te zijn
  • echt contact te hebben met ons lichaam, ons denkapparaat en onze gevoelswereld
  • gewoon blij te zijn, te spelen en echt plezier te maken
  • bij het eigen (levens, werk, relatie) plan te blijven
  • harmonieus te (blijven) communiceren en relateren
  • de juiste (dosis) verantwoordelijkheid op te nemen
  • de ander te zien en soms eens belangeloos te helpen

Welkom in de ‘wegwerp- en verdwaalmaatschappij’, waar vermoeide en kompasloze zielen lijden aan infobesitas, geleid door de dorstige kapitein ‘ego‘, geautomatiseerd het pad opgaand als compulsieve ééndagsjournalist, met het schermpje als symptoom van én middel tegen emotionele en culturele verarming.

Het nieuwe roken, zeg maar, waarbij de tijd en vooral de kwaliTIJD steeds meer in virtuele rook lijkt op te gaan. “Who cares?” We doen het toch met zijn allen? Bijna toch, en steeds meer, steeds langer, het straatbeeld, de huislijke en allerhande sociale ontmoetingsplaatsen spreken voor zich. Pure droefheid is het. Zo virtueel verbonden met elkaar en tegelijk zo vervreemd van elkaar in de realiteit.

Corona- e.a. virussen maken ons wakker van onze werkelijke verbinding met elkaar, maar dat we elkaar voortdurend ‘besmetten’ met sociale afwezigheid, dat dringt amper door. Waar we ook zijn, daar zijn wel zelden echt. Het is al lang geen gevaarlijke trend meer maar een status praesens. We geven nooit thuis, noch in lijf, noch bij de ander. En dit terwijl gezien en geliefd zijn de motor blijft. Hoe paradoxaal, en triest..

Groeiende eenzaamheid

Dit is geen louter pessimistisch betoog, het is een oproep, een wakkerschudder voor de grootste pandemie van het moment: vereenzaming.

In zijn boek ‘Het gebroken hart: medische gevolgen van eenzaamheid’, schetst Dr. James Lynch recente ontdekkingen die uitleggen hoe dergelijke uiteenlopende sociaal isolerende ervaringen als schoolfalen, echtscheiding en alleen leven een gemeenschappelijke ziekte delen, een “communicatief ongemak” dat letterlijk de macht heeft het menselijke hart breken. Hij adviseert ons daarbij vooral dat “oefeningen om de communicatieve gezondheid te verbeteren” net zo serieus moeten genomen worden als dat oefeningen op loopbanden dat voor de lichamelijke gezondheid betekenen.”

Het is nu ook zelfs wetenschappelijk aangetoond dat aanhoudende eenzaamheid even nefast is voor ons immuunsysteem als 15 sigaretten/dag. Er zou namelijk een significante wisselwerking bestaan tussen cytokine (een afweerhormoon) en het sociale interactiepeil. In mensentaal: hoe meer en beter de interactie en het sociaal gevoel hoe weerbaarder men zich voelt en ook werkelijk is. In de UK hebben ze reeds een minister voor eenzaamheid die deze teneur beleidsmatig bewaakt en nationale acties coördineert. Ondertussen rijst ook hier steeds meer de nood aan sociale innovatieve projecten, aan laagdrempelige co-creatie ter bevordering van emotioneel en gemeenschapswelzijn, aan minder contact via schermpjes, aan elkaar aanspreken, de luister(kwali)tijd verhogen, aan back-2-basics als je het mij vraagt.

Bottom line is dat zo lang mensen zich niet realiseren dat ze verslaafd zijn is de brug naar dieper commitment een brug te ver. Vervreemding van zichzelf is de basis van relationele en emotionele armoede. Eigenliefde is de sleutel doorheen de eigen hardheid en tot het hart van anderen. Onze verslaafde en verdwaalde samenleving zal dus meer dan 30 dagen tournées behoeven om uit de greep van individuele en collectieve compulsiviteit en verstrikking te geraken.

Van online naar inline. Hoe dan?

Online kennen we. Maar kennen we inline?

In lijn zijn met jezelf, met je omgeving, met anderen, met de natuur, de wereld om je heen? Hoe verbonden ben jij met je lijf, je hart, je ziel, met je afkomst, je roots, je talenten, je schaduwen, je potentieel? Hoe belangrijk is werkelijke levenskwaliteit voor jou, en durf je dat ook te eisen van je omgeving, je dierbaren?

Er is amper nog voeling, voeling met de binnenkant, voeling met de buitenkant, voeling met de onderstroom des levens. De maatschappij mensen, dat zijn wij, verwerping daarbuiten weerspiegelt de verwerping naar onszelf, het begint dus in de eerste plaats bij onszelf. Maar beseffen we dat wel? En willen we dat onder ogen zien en dieper onderzoeken? Een verwerpende houding beschadigt tot diep op cellulair niveau, het schept chronische pijn en een immens groot (verborgen) verdriet.

‘De tranen die niet gehuild worden door de ogen, worden gehuild door onze organen.’ – James Lynch

Daarom een ode aan het willen ‘consuminderen, het (digitaal) detoxen, het durven verstillen en dagdromen, het bewuster ademen, het tijd maken voor verrassing en de ruimte creëren om even te pauzeren en gewoon te niksen, het ontwapenende oogcontact, het groeien in spontaneïteit en oprechtheid, de magie van de intieme verbinding, het leren luisteren tot de laatste noot, spelvreugde, gewoon het vriendelijker en lief zijn tout court.’

De fenomenen die ik hierboven beschreef, ze vragen bijzondere aandacht en we moeten ze met zijn allen (te beginnen met onszelf) dringend terug aanleren. Finaal kunnen we korte en lange reizen maken, maar de moedigste en meest duurzame trip is wel deze: van online naar meer offline, en van offline naar steeds meer inline, in baby-stapjes desnoods maar wel gedisciplineerd, omdat het nodig is, opdat we terug wakkerder en vrijer worden, rustiger worden en kunnen groeien in waarachtig zelfvertrouwen en vertrouwen in elkaar.

– Steve Van Herreweghe –

In 8 psychologische effecten die uw blik kunnen verruimen lichtte ik reeds een tipje van de sluier omtrent het waarom van enkele mentaal-sociale fenomenen en waarom ‘de dingen niet altijd of net wel lopen zoals we willen … of denken’.

Ook in de blogtekst over denkfouten verwees ik naar hoe we soms door het eigen denkapparaat op het verkeerde been kunnen worden gezet. Misleid worden door ons eigen brein, het is een wetenschappelijk gegeven waar we niet om heen kunnen.

Vandaar dat ik hier wil inzoomen op de li-‘mythe’-n van positief denken. Vooral omdat het zo vaak wordt gehypet en – hoe goed bedoeld ook – te snel en ondoordacht als ‘boodschap’ meegegeven. Met vaak als gevolg dat we opgezadeld geraken met een gevoel van ‘iets’ verkeerd te doen, en onszelf en het leven niet onder controle lijken te hebben, hoe positief we ook (willen) denken.

Misverstand

We gaan er namelijk van uit dat door ‘anders’ of ‘positiever’ te denken onze (binnen)wereld verandert en we ons beduidend beter gaan voelen. En dat gebeurt ook, maar soms ook niet, en bovendien levert het zelden een garantie op een duurzaam effect af. Ietwat vergelijkbaar met een roesmiddel: het werkt voor even, maar meestal blijven we met een kater zitten (het effect ervan geraakt ‘uitgewerkt’).

Het misverstand is dat men ervan uitgaat dat een ‘stemming’ veranderen vooral neerkomt op het aanpassen of switchen van gedachten (alleen). De oorzaak van een bepaalde stemming ligt voor alle duidelijkheid niet enkel in mentaal maar ook in emotioneel gebied en wordt trouwens versterkt of verzwakt door de context waarin we vertoeven. Dat stemmingen (zonder de inmenging van positief denken) bijvoorbeeld snel kunnen veranderen door een andere omgeving, andere mensen en activiteiten weten de sensitieve zielen onder ons heel goed. Het is dan ook niet verrassend wanneer ik zeg dat film, muziek, kunst, sport, huisdieren, kinderen, panoramische views je stemming danig kunnen kleuren én switchen.

Mentale overspoeling

Maar we zijn nu eenmaal mentaal overactieve wezens, en dus als we ervaren ‘vast te zitten’ denken we in het mentale ook een uitweg te kunnen vinden, of liever ‘short cut’. Het past ook perfect in de tijds’geest’ van vandaag waar alles liefst instant, snel en met minimum aan inspanning wordt aangepakt.

Volgens het Standford Research Institute (Washington, VS) denken we gemiddeld 120.000 gedachten per dag, een stijging van 70.000 ten opzichte van 20 jaar geleden, toen men het onderzoek begon. Een groot deel hiervan is niet effectief en zelfs belemmerend voor ons functioneren. Het zijn de zogenaamde nutteloze gedachten als ‘wat denkt hij van mij, ik ben niet goed genoeg, waarom dit nu weer’, enz. Bovendien bevestigt de neurowetenschap dat ‘elke gedachte ‘neurochemisch spoor’ nalaat in het lichaam en dat die ‘sporen’ dieper gaan wanneer we dergelijke ‘loops’ blijven herhalen (bijv. bij overmatig piekeren). Of hoe gedachten tot stofjes verworden en zich in ons lijf gaan nestelen.

Dat onze gedachten wel degelijk een bijzondere invloed en uitwerking hebben staat buiten kijf. Het is echter maar de vraag hoeveel van die duizenden gedachten van bij ontwaken tot het inslapen we wel degelijk bewust denken en kennen? En bijkomend, wat gaan die 5 à 10 eventuele positieve countergedachten dan kunnen veroorzaken? Het neigt naar dweilen met de kraan open, niet?

Het vergeten zuur

Duurzaam en ingebakken positivisme is natuurlijk wel gezond, laat daarover geen twijfel bestaan aub. Overdreven positivisme – echter – kan wel als een soort van verdringingsmechanisme werken en jouw zin voor (gevoelsmatige) realiteit en de connectie met je diepere verlangens en dromen overschaduwen. ‘Positief denken’ werkt dan een beetje zoals vers fruit op een zure taart, helemaal warm en verlekkerd word je er niet van.

Als in de rest van ons lijf namelijk veel ‘weerstand’ zit, dan landt het lekkere gedachtenfruit in een zure bodem van oude pijn (verdriet, zelfverwijt, angst, enz) en werkt het verzet zoals ‘de wet van communicerende vaten’, namelijk de overdruk op het ene vat zorgt ervoor dat het andere vat gaat overlopen. Herkenbaar toch? Hoe reageer jij zelf (meestal) op commando’s van een ander: “wees eens lief, spontaan, blij, gelukkig?” Inderdaad…

Via de psycho-neuro-immunologie weten we al jaren dat (emotionele) stress, zeker deze die chronisch aansleept, een impact heeft op ons psychosomatisch ziek- en welzijn. Meer recent wetenschappelijk bio-genetisch onderzoek verwijst zelfs naar een heel duidelijke link tussen onze (dieperliggende) emoties en de structuur van ons DNA! Emoties kleuren niet alleen ons leven, ze beïnvloeden blijkbaar ook het erfelijk materiaal van waaruit we gevormd worden.

Think about it, and think again. Daarom werken quotes, oneliners ea. goedbedoelde positief denken suggesties niet echt in de diepte: het zuur overheerst, kleurt en vraagt om aandacht en aanpak. Ik besprak dit proces ook deels in het licht van zelfdoding via de metafoor van zure melk.

Verbindingsvrees

Het brengt me bij de vraag die ik af en toe gesteld krijg: “‘Emotionele vervreemding’, wat is dat nu precies, Steve?”

Tussen de prikkels die we krijgen en de reacties die we geven ligt een vergeten oceaan van voelen, antwoord ik dan. Het probleem – echter – is dat we koudwater- en duikangst lijken te hebben (ontwikkeld) vanuit onze ‘hoofd’cultuur, waar koning ratio regeert en gevoelsmatigheid tot verzwakte knecht wordt gedegradeerd. Schrik voor de zuurtegraad van onze taart, emmer- of verbindingsvrees kan je het ook noemen, het is een steeds groter wordend probleem voor ons lijf én samenleving, en het is er één met jammerlijke effecten, thuis, op kleine en op grotere schaal.

Emotionele vervreemding werkt ook besmettelijk, het zou met spiegelneuronen (hersencellen die weerspiegelen wat ze extern ervaren) te maken hebben waardoor we elkaars vermijdingsgedrag spontaan gaan kopiëren. Het werkt ook in de tegenovergestelde richting, vandaar het belang van rolmodellen en voorbeeldgedrag.

Wat dan wel?

Via de waarnemings-, de zelfdeterminatietheorie en de neurobiopsychologie weten we ondertussen dat…

wie (1) de eigen perceptie verzorgt, (2) het eigen denken bewuster stuurt in de richting van eigen waarden, dromen en doelen, (3) het eigen gevoelsleven onderzoekt, beschrijft, bespreekt, ontzuurt en creatief uitwerkt, (4) dagelijks inzet op activiteiten die de goedgevoelhormonen aanwakkeren (lachen, spelen, sporten, natuur, dieren, aanraking, …) en (5) assertief de eigen grenzen aangeeft, en deze moedig durft te verleggen 

… die de eigen macht en invloed naar een verbeterd welbevinden ontwikkelt, en zodoende ook minder vervalt in het uit handen geven van voldoening, plezier en geluk.

Dit is echter geen evidente stap, de weg is vaak hobbelig en lang, maar het proces loont, en de resultaten volgen soms sneller dan verwacht.

Om bewuster en anders te leren denken besprak ik hier samenvattend enkele tips inclusief het belang van ‘meer en dieper durven voelen, navoelen en doorvoelen’.

En aangezien we met zijn allen last hebben van drukte, gejaagdheid en compulsiviteit is leren pauzeren op deze 3 domeinen ook bijzonder wenselijk.

Het komt in essentie neer op het principe van ‘wie zich beter wil voelen, dient het voelen te verbeteren’, d.w.z. de realiteit durven onder ogen zien zoals ze is, de gevoelsvervlakking leren onderkennen en bespreekbaar maken bij onszelf en de ander, inclusief de hele resem ‘verbergtaktiekjes’ die daaraan zijn gekoppeld.

Het is m.a.w. ‘beter’ of ‘gezonder’ je af te vragen wat je gemoed je vertelt, je influistert en wat maakt dat jij je precies (nu) zo ‘negatief’ gestemd voelt. Is het verdriet, pijn, eenzaamheid, gemis, verveling, enz..?

Herverbinding

De weg van hoofd naar hart betreft slechts 40 cm, en toch is het vaak de langste reis die mensen maken. Voelen verbindt je hoofd met je hart en onze harten onderling. Maar dan is de voorwaarde op zijn minst dat je elke crisisperiode of tegenslag ook als een groeikans dient te zien, zoals ik hier en hier besprak. Neem dus meer tijd om in de diepte van eigen emmer te duiken, het zuur te begrijpen, dat versterkt zowel je eigenliefde als je vermogen om in de diepte bij anderen te gaan en te blijven. Met deze 3 wegwijzers geraak je trouwens ook een hele eind verder.

Luisteren naar je lijf, in dialoog gaan met je gevoelens, je onderliggende verlangens leren begrijpen, hierover durven praten of schrijven, dit werkt finaal (veel) beter, net als de vraag aan een ander “hoe voel jij je (werkelijk)?” beter werkt dan een ‘feel good quote’. Anderzijds kunnen ze wel inspireren, verhelderen en ondersteunend zijn.

Laat dus de dingen nog meer bezinken en landen, schrijf wat vaker over de innerlijke landschappen van je gevoelsleven. Zoek de natuur ook op, wandel meer, en laat je gevoelens opborrelen, luister zoveel mogelijk zonder oordeel en leer van natuurlijke herkauwers én zenmeesters zoals de koetjes!

Meer over emotioneel werk? lees hier!

– Steve Van Herreweghe –

Claire’s pensioen nadert.

Ze kijkt terug op meer dan 30 jaar als zorgcoördinator in een basisschool. “Met hart en ziel een klein steentje verlegd”, spreekt haar mond sereen, terwijl haar lijf haar ingetogen bescheidenheid beaamt.

Ze vertelt over Mona, een meisje van 11. Thuis gaat papa’s aandacht naar de fles, deze van mama naar haar ziekte, en Mona, in haar jonge schoot ligt vooral de zorg voor haar jongere broer en zus.

Het viel ook juf Caro op dat Mona zich vaker afzonderde, en in onbereikbaarheid een soort ontroostbaarheid verborg. Met de steun van Claire overhandigden ze haar een zorgenpopje, of ‘worry doll’, een met de handgemaakt kleurrijk poppetje uit Guatemala. “Om het overal mee te nemen en ook onder uw kussen te leggen, want het poppetje neemt uw zorgen over zodat je heerlijk kunt slapen en ’s morgens onbezorgd en met een glimlach kunt ontwaken.”

Met Mona ging het gaandeweg de betere kant op, ook al bleef haar thuissituatie moeilijk. Ze had Rani (zo had ze haar poppetje genoemd, naar ‘rain’, maar dan beter) overal bij zich, vond makkelijker aansluiting bij haar klas en had al enkele nieuwe vriendinnetjes gemaakt. Met dank aan juf Caro en Claire werd Mona gezien: in haar nood, in haar klein zijn, in haar (te vroeg) groot (willen) zijn ook.

Ook al houdt Claire niet zo van de schijnwerpers, het inspireerde me wel om haar in de bloemetjes te zetten en haar te danken voor dit sprekend verhaal, daar achter de coulissen van een schooltje, een verhaal over zorgzame aandacht, samenwerking en de magische kracht van een zorgenpopje.

– Steve Van Herreweghe –

“Imagine (all the people, living life in peace)”

Wie kent de legendarische song van J. Lennon nu niet? Een universeel gebed is het, groots in zijn eenvoud, een tijdloze melodie van de hoop, in soms barre tijden van toenemende vervreemding, polarisering en radicalisering.

In harmonie leren leven – echter – zowel met je directe omgeving, je belangrijkste relaties, maar ook vreemden (in alle betekenissen van het woord), dat is vaak een ander paar mouwen. Vaak kiezen we nog teveel voor de ontkenning, de ontvluchting maar ook de minimalisering van de situatie. Of, we trekken als ruiters ten strijde, om vervolgens eindeloos in conflict te (blijven) vervallen.

Een volwassen verzoenende benadering is vaak het laatste waar we aan denken. Het is trouwens in dat denken van ons dat het vaak hapert, ook al zijn we ons daar amper van bewust: we ervaren de wereld buiten ons door denkfilters en -fouten, we externaliseren, generaliseren en projecteren er op los. Mensen hebben het au fond bijzonder lastig met zichzelf en hun emoties, ‘denk’ ik dan luidop…

De paradox is dat we dit eigenlijk deep down niet echt willen, maar oude overlevings- en gedragspatronen zitten nu eenmaal diep ingebakken in ons systeem(geheugen) en sociaal DNA.

Ik verwijs in de marge ook graag naar hoe je kunt leren ruziën in stijl en ook hoe jij je ego moedig kunt tackelen om nog wijzer in verbinding te groeien.

Beter leren fil(t)eren

Verandering kan, mits we ons aangeboren onderscheidingsvermogen intelligenter leren gebruiken. Het (cognitieve) fileermes, zeg maar, dat helpt om – binnen de veelheid waaraan we worden blootgesteld – een soort mentale scheidingslijn te kunnen trekken tussen wat we wel kunnen vast-/aanpakken en wat net niet.

Je communicatie verbeteren bijvoorbeeld, het is iets wat je wel kan leren, zowel naar buiten toe (interpersoonlijk) als naar binnen toe (intrapersoonlijk).

“Ja maar, ik ben nu eenmaal zo, en door mijn opvoeding en ervaringen is dat zo gelopen”, is een populair en menselijk eerste excuus.

Dat we als mensdieren grotendeels het product zijn van ons verleden, daarover geen enkele twijfel. Hoe er van kindsaf aan met ons werd gecommuniceerd heeft immense indruk gemaakt op geest, lijf, hart en ziel. En dat we naar die ‘oude stemmen’ blijven luisteren, ons leven erop inrichten en ze zelfs papegaaigewijs doorgeven staat als een paal boven water (ook al waren onze intenties anders).

Boodschappen, ze zijn pervasief, ze komen, blijven en gaan, ze geven vleugels of leggen die lam, én het zijn onze kinderen vooral die hierbij onze belangrijkste spiegels en leraren zijn (zie 12 universele boodschappen).

Sleutelzinnen die kunnen verheffen

In twee instructies die je leven kunnen veranderen en pauzeren kan je leren benadrukte ik reeds hoe belangrijk het vergroten van de verwerkingstijd is ’tussen de prikkels die je ontvangt en de reacties die je terug verzendt’. Ik verwees hierbij naar een hulpmiddeltje, het aub-acroniem dat kan helpen: alert zijn voor wat je ontvangt, uitstel van onmiddellijke reactie en de bon-filter goed gebruiken (“is wat ik ga zeggen wel voldoende bedachtzaam, opbouwend en nuttig?”)

Hieronder som ik ter aanvulling 3 sleutelzinnen die wegwijs kunnen bieden naar een rustiger, gemoedelijker en zinvoller intermenselijk verkeer. Het zijn ‘werkzinnen’ die enerzijds helpen in het doorbreken van ‘communicatiestoringen’ met anderen, zowel in thuis-, de vrienden- als in de professionele kringen van jouw leven. En anderzijds tillen ze ook de kwaliteit van de verbinding en de relatie naar een hoger niveau op. Wees wel gewaarschuwd: het leidt tot verrassende effecten en werkt vaak heel snel!

“Jij maakt mij niet … ik maak mezelf …”

Het is niet omdat jij je boos, verdrietig, bang, ontgoocheld voelt dat deze emoties per se gelinkt zijn aan waarheid. Gevoelens – hoe echt ze ook aanvoelen – spelen zich aan de binnenkant af als resultaat van hoe wij de informatie van buitenaf zien en vervolgens verwerken.

De “Jij maakt mij niet (emotie), ik maak mezelf (emotie)” – zin is een uitdagende blikopener van formaat omdat het je confronteert met eigenaarschap over je innerlijk leven. Vooral bij heftige emoties gaan we vaak projecteren op de omgeving en maken we die omgeving verantwoordelijk voor wat we voelen. We gaan in de aanval, kruipen in de verdediging of trekken een muur op, zoals ik oa. hier besprak.

Ik besprak deze sleutelzin tevens als belangrijke woededemper in functie van het bewaren van je eigen macht en het 100% opnemen van je verantwoordelijkheid in de situatie. Jouw emotie als een intern product leren beschouwen, namelijk een complex samenspel van automatische gedachten, overtuigingen, neigingen en onderliggende verlangens, is dé volwassen opdracht.

Een alternatief op deze sleutelzin is “het voelt als waar aan, maar is daarom niet echt”. Daardoor geef je erkenning aan het gevoel zonder het als een absolute waarheid naar de ander te gooien.

“Ik ben niet meer, niet beter dan jij”

De bron van veel communicatielijden ligt in een bewust of onbewust streven naar macht. Het diepere egoverlangen om een sociale situatie onder controle te houden levert een oeroud strijd- en steekspel met als titel ‘gelijk willen hebben en winnen’. Het probleem is echter dat deze honger naar macht zelden wordt gestild en dus nooit echt (innerlijke) peis en vree schept.

“Ik ben niet meer, niet beter dan jij” is daarom een sleutelzin die niet enkel rust maar ook een diepere hartconnectie mogelijk maakt. Persoonlijk en in mijn werk drijft het mij om te luisteren zonder oordeel, om de mens achter de façade te zien en mezelf er in te herontdekken ook. Het is wat me heeft bevrijd van oordeel en strijd en me onderweg toegankelijker en nederiger maakte voor overvolle hoofden, gekwetste harten en verdwaalde zielen.

Het is een sleutelzin die ijs doet smelten, gesloten deuren kan openen, wapens laat vallen en bruggen bouwt over rivieren van angst, strijd en eenzaamheid. Het cultiveert een houding die weliswaar blijvende alertheid en moed vraagt en op de vraag “waar en wanneer kan ik hiermee aan de slag gaan?” is het antwoord: daar waar je nu bent en bij elke volgende ontmoeting met de mens die jouw pad kruist.

Ongeacht of het om een ouder, kind, partner, collega, familielid, vriend, vijand of vreemde gaat, met die ene zin baan jij je een weg naar een nieuwe wereld waarin de waan van individualiteit en vervreemding beetje bij beetje opgaat in een sfeer van dieper bewustzijn, voeling en gemeenschappelijkheid.

“Jij bent mijn spiegel, en ik de jouwe”

‘We zijn niet een druppel in de oceaan’, zo sprak Rumi, ‘we zijn de oceaan in een druppel’.

De gelijkheids- en universaliteitsgedachte. Ofwel de ander als spiegel zien (en gebruiken) in plaats van als doelwit. Wat een wereld van verschil schep je door “Jij bent mijn spiegel …” te denken. Niet eenvoudig, zeker niet bij spanning, maar o zo leerrijk!

Het geldt trouwens als één van de grote gemene delers in veel psychodynamische, spirituele e.a. levensbeschouwelijke theorieën. En bovendien wordt dit steeds meer door de kwantumwetenschap gedragen, namelijk dat er ‘een allesomvattend elektromagnetisch kwantumveld bestaat waarbinnen alles en iedereen met elkaar is verbonden via niet-zintuiglijk waarneembare ‘draden’ én buiten de tijd- en ruimtedimensie.

Iedereen heeft een geschiedenis, een verhaal, behoeften en een nog af te leggen weg. En, iedereen worstelt achter de schermen wel met ‘iets’, groots of kleins. Of het nu om jouw vriend, een vreemde, maar ook een eventuele tegenstander gaat, denk daaraan. Doorprik jouw strijd om macht, trek je eigen aannames in twijfel en stel je nieuws- en leergierig open voor het contact.

Tot (voorlopig) slot. Voorbij elk oordeel op zoek (blijven) gaan naar het mooie en de diepere versie van de ander, maakt je niet enkel toegankelijker maar ook immens aantrekkelijker. En bovendien geef je die ander de gelegenheid om zichzelf te herontdekken zoals hij werkelijk is, voorbij alle schijnbaarheid en boodschappen die hem hebben gevormd en getekend…

– Steve Van Herreweghe –

Dat wij mensen complexe wezens zijn hoeft geen betoog.

Alle goedbedoelde ‘feel good’ intenties én adviezen ten spijt, soms lukt het echt niet om aan bijvoorbeeld de zweem van ‘positief denken’ (check waarom) een lange termijn te koppelen, of aan de dorstige tweeling van ‘perfectionisme & uitstelgedrag’ te weerstaan – ondanks het bestaan (en de verheerlijking) van vele zelfhulpboeken en -goeroe’s. Ook op het waarom van die blijvende aantrekking tot alle zgn. ‘verboden vruchten’ kennen we vaak het antwoord niet, net zomin als hoe het komt dat we stiekem blijven houden van inefficiënte tegendraadsheid in woord, daad en onze relaties.

Het heeft natuurlijk met diep werkzame psychologische mechanismen van ons brein en cognitief-emotionele wetmatigheden te maken. En bovendien omvatte het één van de kernmotieven van de schrijver dezes om de geheime en bijzonder intrigerende schatkamers van de (diepte)psychologie en filosofie in te duiken en zich erin te verdiepen.

Van het placebo-effect daar hebben we wellicht al meermaals van gehoord, inclusief de duizenden verwante studies die aantonen dat ‘geloof werkt’, ofwel dat er naast het substantiële effect van een middel ook een niet-substantieel effect is dat wortelt in het mentaal-imaginaire vermogen (lees: onze ‘aannames’) als basis van neurobiologische veranderingen. Maar wisten jullie ook bijvoorbeeld dat het feit dat we de zaken die we in ons leven (nog) niet afgewerkt hebben meestal wel herinneren, en de dingen die we wel hebben verwezenlijkt meestal niet (meer), dat dit in se niks met negativisme of perfectionisme heeft te maken maar omschreven wordt als het Zeigarnik-effect?

In de psychologie, ofwel de studie van het menselijk gedrag, de emotie en de cognitie, worden heel wat dagelijkse herkenbare fenomenen onderzocht die typisch ‘menselijk’ en dus ook ‘wederkerig’ zijn. Veel van deze fenomenen worden als (sociaal-)psychologische ‘effecten’ gelabeld. Er zijn er wel >100 (check). Deze effecten verklaren op zich niet hetgeen er oorzakelijk gebeurt, ze geven er echter wel fenomenologisch een naam aan waardoor je er verder onderzoek kunt naar doen.

Ik neem me via dit artikel de vrijheid om er een 8-tal uit te halen die je iets meer inzicht kunnen verwerven in het bestaan en het waarom van soms moeilijk verklaarbare verschijnselen. Ik hoop jullie daarmee ook ergens te kunnen prikkelen om niet zomaar dingen ‘aan te nemen’ omdat ‘het nu eenmaal zo is’, maar om toch te leren iets dieper te reflecteren op wat we doorgaans onze ‘realiteit’ noemen.

Nadien weten jullie ook (iets beter) waarom

(1) kwetsbaarheid en imperfectie tonen echt wel positief ‘werkt’

Het wordt meestal met enige argwaan benaderd wanneer men zegt dat ‘het goed is je iets kwetsbaarder op te stellen’. Maar tegelijkertijd stellen we vast dat kwetsbaarheid quasi op een magnetische wijze onze sympathie opwekt, toch? Breekbaarheid nodigt blijkbaar uit. Zelfspot bijvoorbeeld maakt niet enkel stand-up comedianten succesvol, het maakt iemand ook sociaal toegankelijker, minder vatbaar voor isolement en ook wel aantrekkelijker. In de Japanse filosofie noemt men dit de praktijk van Wabi-sabi, ofwel de kracht van imperfectie.

In de psychologie noemt men dit het Pratfall-effect.

Tip van de psycholoog: deel eens een geheim of een uitschuiver zonder deze te verbergen of uit te vergroten, het maakt je menselijker.

(2) enthousiaste mensen makkelijker anderen kunnen verheffen

Het is niet zozeer de hoeveelheid kennis die je bezit, noch je lijst met diploma’s of je verzamelde credentials, noch je lengte of huidskleur dat ervoor zorgt dat mensen zich door jou geïnspireerd of gemotiveerd voelen om te willen leren en daarmee ook hun eigen grenzen te verleggen. Het is het vuur in je taal, het enthousiasme waarmee jij je verhaal brengt en vooral ook het vertrouwen in de natuurlijke groei der dingen en mensen die het werkelijke verschil maakt. Op deze manier – en gestimuleerd door de spiegelneuronen – gaan anderen jouw innerlijk geloof in iets, jezelf of iemand ook op zichzelf ook gaan toepassen.

In de psychologie noemt men dit het Pygmalion-effect

Tip van de psycholoog: als mensen aan jou twijfelen zegt dat niet altijd iets over jou, spiegel en omring je wat meer aan/met enthousiaste mensen en vertrouw op je eigen doelen en leerproces.

(3) ‘less is more’ wel degelijk een waarheid als een koe is

We leven in tijden van overvloed aan keuzemogelijkheden, en dit op alle vlakken. En toch zorgt het – paradoxaal genoeg – voor keuzestress omdat hoe meer keuzemogelijkheden we krijgen, hoe meer ons dit lijkt te verzwakken i.p.v. te versterken in beslissingsvaardigheid. Dit zie je ook in groepen of teams waarbij hoe groter de groep (wordt) hoe groter de neiging (wordt) om als individu minder inspanning te leveren dan wanneer dezelfde taak alleen zou worden uitgevoerd. Het lijkt dat we wat verdwijnen in het massale der aanbod of aantal en daardoor minder present, scherp en daadkrachtig worden.

In de psychologie noemt men dit het Ringelann-effect

Tip van de psycholoog: maak van vereenvoudigen een dagelijkse praktijk, onderzoek je persoonlijke waarden en doelen, en ga assertief-selectief voor kwaliteit in werk, relaties en leven.

(4) groepsdruk willens nillens een vorm van antisociaal gedrag kan veroorzaken

De experimenten van J. Milgram in de jaren ’60 toonden ons hoe mensen – onder invloed van autoriteit – hun medemensen (tegen het eigen geweten in) pijn kunnen doen. Dat we als mens tot veel in staat zijn staat buiten kijf (zowel in goede als in kwade zin) ook zonder inmenging van een autoriteit. Het ramptoerisme bijvoorbeeld – dat van alle tijden is, nota bene – heeft er met de komst van de sociale media anno 21ste E. zelfs nog een extra karikaturale toets bijgekregen. Want, voor het ‘always-online-en-op-selfie-en-sensatiegerichte gros’ primeert de ‘vindikleuk-(v)angst’ boven veiligheid, bedachtzaamheid, menselijkheid en verbondenheid. Dat mensen zelfs in een situatie van gevaar van een ander in groep vaak minder beschermend optreden dan wanneer ze er alleen zouden bij zijn is eveneens van alle tijden.

In de psychologie noemt men dit het Bystander-effect.

Tip van de psycholoog: waar je ook bent tracht met wat je kan en bezit het verschil te maken en het ethisch principe van “handelen alsof de hele wereld toekijkt” (ook al doen de anderen niks, of ben je alleen) te eren.

(5) angst ‘jezelf te zijn’ vaak gebaseerd is op een geconditioneerde illusie

“Wat gaat de ander wel niet denken”, is een heel herkenbare vraag. Het zorgt ervoor dat we ons meestal uit angst gaan aanpassen, dingen niet durven zeggen of vragen, dat we een masker opzetten als we ons niet goed voelen enz. Erbij horen, ergens inpassen, het is een diepe sociaal-psychologische nood. Het probleem echter is dat mensen algemeen teveel en onnodig belang gaan hechten aan de waarde van de mening van anderen. Ook al kennen ze deze niet, en durft men zelfs deze veronderstelde mening niet te checken. Al die andere mensen zijn immers ook met zichzelf bezig en letten helemaal niet op jou (zoals je vermoedt). Mensen hebben daarom vaak het onjuiste idee dat ze in de schijnwerpers staan en dat iedereen hen de hele tijd ziet, terwijl dat helemaal niet zo is.

Dit wordt in de psychologie het Spotlight-effect genoemd.

Tip van de psycholoog: geloof in je unieke zelf en twijfel wat meer en vaker aan je remmende overtuigingen, oefen vooral met spontaneïteit en gemeende interesse naar anderen toe

(6) bescheidenheid een gecultiveerde vorm van zelfvertrouwen en intelligentie is

De Britse filosoof – historicus Bertrand Russel zei ooit dat “In de wereld van vandaag de domkoppen overlopen van zelfverzekerdheid, terwijl de slimmeriken één en al twijfel zijn.”
Binnen de waarnemingsleer erkent men het bestaan van verschillende soorten illusies, één daarvan is de illusie van het zelfvertrouwen: incompetente mensen overschatten nogal eens hun eigen kunnen, en daardoor wanen ze zich bovengemiddeld competent. Mensen die werkelijk bovengemiddeld competent zijn, hebben daarentegen de neiging hun eigen kunnen te onderschatten. In de volksmond wordt wel eens “holle vaten klinken het hardst” gezegd.

Dit wordt in de psychologie het Dunning-Kruger-effect genoemd

Tip van de psycholoog: hou de balans tussen zelfzeker en bescheiden zijn in het vizier, plaats de dingen ook wat vaker in een groter perspectief, vergelijk jezelf met anderen (maar ook niet continu), doorzie de relativiteit der dingen, oefen met zelfspot.

(7) een open kritische blik behouden belangrijk is ook al lijkt het ‘waar’ te zijn

Er zijn heel wat denkfouten die willens nillens in ons denkapparaat – dat we ons brein noemen – naar binnen sluipen. Te snel conclusies trekken of generaliseren bijvoorbeeld is er één van: over mensen, situaties, de wereld, ons verleden, de toekomst enz. Het heeft met onze nood aan houvast te maken en deze wortelt in ons overlevingsinstinct. Studies tonen meermaals aan hoe snel en krachtig onze eerste indrukken werken in de verdere inschatting en relatie-ontwikkeling met anderen. We begrijpen de wereld om ons heen op basis van wat we geleerd hebben en kennen en filteren selectief – onbewust wat we niet geleerd hebben of kennen. Via onze waarneming zoomen we dus voortdurend in en uit op wat voor onszelf vertrouwd is.

Dit wordt in de psychologie het Focusing-effect genoemd

Tip van de psycholoog: communiceer je eerste indrukken zo snel mogelijk en check de reacties, wees nieuwsgierig naar wat onbekend voor je is en laat je verrassen

(8) je macht of invloed op een ander altijd beperkter is dan je zou willen

Het beïnvloeden of overtuigen van mensen is geen evidentie. Zeker niet wanneer je mensen in hun gevoel van keuzevrijheid of -onafhankelijkheid raakt. Het gebeurt dan vaak dat men net het tegenovergestelde doet dan datgene wat je vraagt. Het is een vorm van rebellie die aangewakkerd wordt zowel bij kinderen als bij volwassenen en het heeft met behoud van macht en controle te maken, dit reduceert de stress bij mensen. Een dergelijke tactiek wordt ook vaak in de omgang gebruikt als omgekeerde psychologie of averechts redeneren. Het betreft het tegenovergestelde bereiken van wat je wou, ofwel de ‘ezelstaktiek’ in de volksmond.

Dit wordt in de psychologie het Boomerang-effect genoemd

Tip van de psycholoog: wees steeds zo helder mogelijk in de communicatie, over wat je wilt en vooral waarom, en laat de ander ook de ruimte om hierover na te denken en te beslissen. En zelfs al hebben sommigen een duwtje nodig, blijf positief en rechtstreeks.

– Steve Van Herreweghe –

14 februari. Valentijn. Ideaal moment om één van mijn overrijpe drafts rond intieme relaties de ether in te sturen. Tenslotte is het morgen alweer 15 februari…

“Op elk potje past een dekseltje”, we kennen het oude gezegde allemaal. De vraag is of we er vandaag de dag nog echt in geloven. Statistici, sociologen, filosofen en psychologen krabben sinds oudsher twijfelend over hun diepdenkende hersenpan. En net als de man in de straat ook de schrijver dezes.

Vergane duurzaamheid?

Ondanks de vele vernieuwende onlinemogelijkheden, blind-, speeddating ea. Blind Getrouwd-formules rijst steeds meer de hamvraag “of de duurzame intieme relatie nog wel bestaat, van deze tijd is en nog wel realistisch is?” En zo ja “hoe deze kan overleven in het yolo-tijdperk – waar de individualiteit de gezamenlijkheid heeft overstemd, en waar de aardse shortcut-, wegwerp- en recyclagecultuur de langetermijn- en spirituele focus heeft verdreven?

Duurzaamheid staat haaks op kortzichtigheid en snelheid. De langetermijnrelatie is bij uitstek – jammer genoeg net als veel kinderen – het ongewenste kind van deze tijd geworden. We voelen wel ergens de sociomorele druk om ermee ‘bezig’ te zijn, maar het wordt steeds meer als de spruitjes eten van toen we kleiner waren: met hele lange tanden…

In België strandt anno 2018 1 op de 2 huwelijken, treedt er binnen 1 op de 4 gezinnen een vorm van partnergeweld op (zowel van man naar vrouw als vice versa), is het gemiddelde normgezin stilaan een samengesteld gezin. Seriële monogamie, het wordt mogelijks het hoogst haalbare, afgewisseld met periodes van vereenzaming, FWB (friends with benefits), ONS (one night stands) en massa’s afterwork ea doelloze fakefeestjes. Sprookjes lijken dus al lang hun magische krachten kwijt. We zien, voelen, vrezen de realiteit met zijn allen. Klinkt verre van hoopgevend, er zijn ook uitzonderingen, gelukkig… Houden zo!

Mijns inziens is dit echter van alle tijden, alleen werden de laatste decennia door de transparantie en snelheid van informatiedeling (wat ik ten zeerste apprecieer) de huiskamergordijnen opengetrokken, kwam er meer licht op de vaak donkere intieme werelden, en werden hierdoor heel wat taboes doorprikt.

Filosofen, natuurwetenschappers, antropologen ea. mensonderzoekers bijten er sinds mensenheugenis hun tanden op stuk. Zoeken we via onze partner naar voortplantingskansen en/of zekerheid, naar volledigheid en/of aanvulling, naar romantiek en/of extase? En wat is de garantie op duurzaamheid en succes? Hoe meer scheidingen (en dus kinderen van gescheiden ouders), hoe groter het risico op scheidingsherhaling en bindingsangst later bij die dan groot geworden kinderen. Tot de jaren ’80-’90 was het eerder uitzondering dan regel, nu is een kind van nog steeds getrouwde ouders stilaan een unicum… Er wordt – in de marge – ook veel te weinig onderwijs en vorming gegeven rond relatie- en gezinspsychologie, terwijl het – samen met ADL (activiteiten van het dagelijkse leven) één van de meest essentiële pijlers is van ons zo kort en worstelende aardse bestaan.

Het eeuwige romantische ideaal

Kan het nog mooier, poëtischer, profetischer dan dit? In exact – jawel – 69 woorden drukt Khalil zich hier meesterlijk en tijdloos uit over de liefde, de intieme relatie, het huwelijk, en haar intrinsieke uitdagingen, valkuilen en problemen.

Het blijft aanspreken en de (dag)dromen voeden, ook bij mezelf, moet ik eerlijk bekennen. Soms omschrijf ik mezelf knipogend als een ex-romanticus, maar in feite klopt dat niet echt. Een post-romanticus is misschien wel juister. Een dromer blijf je nu eenmaal voor het leven, alleen – en wellicht herkenbaar bij velen – eentje die de liefde pragmatischer, wat meer berekend en ook wel collectiever aanschouwt, vanuit ontnuchtering vooral gestoeld op de dubbele “ik-ben-en-heb-ontgoocheld”-moraal.

Die belangrijke intieme ander als een ultieme reddingsboei, surrogaat-ouder, bron van geluk, tijdverdrijf of als invulling van (existentiële) leegte beschouwen, het is nu eenmaal des mensen, ook al kent het een vervaldatum én heeft het een niet te versmaden prijs.

Liefhebben kan je leren

De ervaring heeft mij (naast de wetenschap) geleerd dat liefhebben niet enkel een werkwoord maar vooral een levenslang leer- en groeiproces is, van vallen (in oude gewoontes) en opstaan (in nieuwe), een schoorvoetende herontdekking van wie je werkelijk bent, je licht- en schaduwkanten inbegrepen.

En verder. Dat het loslaten van alle geleende maskers – die jou bescherm(d)en tegen oude pijn en diepe wonden – een weg van lange adem kan zijn. Dat het bevrijdend werkt onbevreesd “ja” en “neen” te kunnen zeggen tegen de ander, net als tegen jezelf. En dat de evenwichtsoefening tussen afstand houden en nabij blijven een werkelijk martiale – venusiaanse levenskunst is waarbij veel introspectieve oefening – en vooral heldere en frequente communicatie de blijvende centrale pijlers vormen.

Tot (voorlopig) slot. Leren liefhebben in een (ludieke) notendop:

1. vòòr je in relatie gaat: je sterktes eren, je verleden omarmen, je doelen kennen, reizen, in zelfzorg en -respect groeien, humor cultiveren

2. vòòr je vreemd gaat: zie 1, hulplijn(en) inschakelen, een afgebakende time-out inlassen, van perspectief wisselen, het niet doen

3. vòòr je breekt met iets of iemand: zie 1-2, scenario’s uitwerken en doorleven, je omgeving erbij betrekken 

4. vòòr je alle relaties verbrandt: zie 1-2-3, een huisdier nemen, verdiepen in fauna & flora, oude connecties opzoeken

5. vòòr je jezelf opgeeft: zie 1-2-3-4, vernieuwing scheppen, anderen helpen, een hoger ideaal zoeken

Lukt het steeds moeizamer, neem gerust contact op

Succes ♥♥♥

– Steve Van Herreweghe –

Spijkers met gaten

Er was eens een jongen met zeer weinig zelfbeheersing. Zijn vader gaf hem een zak spijkers en zei tegen hem dat elke keer als hij zijn zelfbeheersing verloor, hij een spijker in de achterkant van de schutting moest slaan. De eerste dag sloeg de jongen 37 spijkers in de schutting. Over de volgende paar weken, toen hij leerde om zijn kwaadheid onder controle te krijgen, werd het aantal spijkers dat hij in de schutting sloeg geleidelijk aan minder. Hij zag in dat het gemakkelijker was om zijn zelfbeheersing niet te verliezen, dan al die spijkers in de schutting te slaan. Uiteindelijk, kwam de dag dat de jongen zijn zelfbeheersing niet meer verloor.

Hij vertelde dit aan zijn vader en zijn vader stelde voor dat de jongen nu voor elke dag dat hij zijn zelfbeheersing behield hij een spijker uit de schutting haalde.

De dagen gingen voorbij en de jonge man was eindelijk zover dat hij zijn vader kon vertellen dat alle spijkers waren verdwenen.

De vader nam de jongen bij de hand en ging met hem naar de schutting. Hij zei: “Je hebt het goed gedaan, mijn zoon, maar kijk nu eens naar al die gaten in de schutting. De schutting zal nooit meer hetzelfde zijn. Als je dingen zegt in woede, dan laten ze een litteken achter net als deze gaten. Je kunt iemand met een mes steken en het mes er weer uit trekken. Het maakt niet uit hoe vaak je zegt dat het je spijt, de wond zal er blijven.”

Woede, een universele emotie

Woede. We kennen het allemaal, net als het niet goed kunnen beheersen ervan.

Woede kent diverse gedaanten en is dus alomtegenwoordig. Het is een ongecontroleerde emotie die uit het niets kan tevoorschijn komen en vaak getriggerd wordt door een externe situatie of persoon.

Woede en agressiviteit zijn besmettelijk.  Ongeacht waar het zich afspeelt: in huis, in het verkeer, op het werk, op social media of in het wilde weg. Het heeft met spiegelneuronen te maken en het activeert onmiddellijk ons overlevingsmechanisme dat zetelt in het oude reptielenbrein: (terug)vechten of (weg)vluchten. Begrijpelijk dus dat wanneer het in ‘jouw veld’ te warm wordt door taal of gedrag van een verhitte ander, dat je dan zelf ook gaat gloeien. Het gloeien hoeft echter niet te betekenen dat je er naar moet handelen.

Woede is altijd 100% jouw emotie, de projectie ervan op de situatie, het afreageren op allerlei manieren 100% jouw verantwoordelijkheid.

Gelukkig maar. Want dit betekent dat jij wel degelijk 100% controle kunt ontwikkelen over deze destructieve en toxische energie.

Excuses en mythes

Je eigen woede beheersen. Het is één van de moeilijkste vaardigheden die je toch (!) kunt ontwikkelen.

Echter, heel vaak verschuilen we ons achter de volgende ‘klassieke’ excuses en mythes:

– “Ik ben nu eenmaal zo” => gedrag is als kledij, je kan het veranderen, yes you can!
– “O het was niet mijn bedoeling” => je intenties tellen niet wanneer je gedrag en het effect op een ander pijn doet, draai de rollen eens om.
– “Sorry” => de ‘sorry-plaat’ is er één die best niet teveel blijft hangen. Nadenken vooraleer je praat werkt beter dan excuses. Gif of gal spugen doe je beter in het toilet.

‘Maar hoe kan het dan anders?’

Het ABC-tje van woedebeheersing

Woedebeheersing vraagt inzicht en volwassen ‘ouderlijke’ regulering. Het is oefenen in emotioneel intelligent gedrag en dus leerbaar en coachbaar. Natuurlijk is dat sneller geschreven dan gefixt in de praktijk. Introspectie, oefening en een ervaren mentor zijn hierbij imperatief. Toch zijn hier alvast enkele adviezen: 

Stop met denken dat de ander, de situatie, je werk, de maatschappij verantwoordelijk is voor jouw innerlijke emoties. Het leven buiten je houdt je slechts een spiegel voor en daagt je uit na te denken over je eigen keuzes, je koers, je reactiepatronen, je demonen, je verleden en je toekomst.

Start met denken “jij maakt mij niet boos, ik maak mezelf boos.” Dit en nog twee andere sleutelzinnen kunnen echt voor een doorbraak van jewelste zorgen en vormt trouwens de basis van het boeddhistische zelfreguleringsprincipe.

Onderzoek je denkfouten alsook (!) de wortels van je kwaadheid. Beloftes maken, teren op mooie intenties, het werkt – net als overdreven positivisme – echt niet! Hoe intenser je woede, hoe ouder je pijn en hoe dieper je verdriet. Je zal merken dat niet de actuele situatie noch persoon aan de basis ligt, maar een langer en vaak vergeten verleden.

Experimenteer ook met de transformerende woededempers van pauze, kalmte, plezier en humor. Het cultiveren van deze dempers in je leven, je agenda, je hoofd, je activiteiten bevordert de kwaliteit in je werk, relaties en leven.

‘En wat bij moeilijke relationele situaties?’

Check bijvoorbeeld deze spelregels. Het ABC-tje kan hierbij ook helpen:

Afleiding

Jezelf of de ander afleiden van het object of subject van de woede.

Wees de lamp ipv de lont en schakel over naar een helikoptermodus, activeer daardoor de innerlijke beschouwer, stop met jezelf boos te maken, stop met reageren, verschuif je focus van onmacht naar waar je wel macht (over hebt), verlaat desnoods (even) de situatie, koel af, kijk weg, adem in adem uit, beschouw vanuit rust.

Blootstelling

Eens de temperatuur is gezakt – en de ander ook emotioneel ‘beschikbaar’ is – de situatie op tafel leggen en er volwassen naar kijken, het aanpakken. De confrontatie durven aangaan. Want conflictvermijding is alleen goed in de eerste fase.

Het is raadzaam de situatie of de persoon meer vanuit mededogen en begrip te benaderen, spreek uit wat je voelt en dat je de situatie of ander wil begrijpen, luister, luister nog meer (dan je praat).

Correctie

Dit betreft een ander gedrag tonen, het vragen of voorstellen. Het gaat om het herstellen van veiligheid en vertrouwen.

Benoem je eigen aandeel zonder ‘(ja) maar’, stel de ander de vraag hoe die zich voelt, wat die zou willen, waar de pijn zit, wat die nodig heeft en wat jij kan doen. Verwoord ook voor jezelf hetzelfde naar die ander. Geef je grenzen aan en luister naar deze van de ander. Oefenen met ‘als…dan…’. Schakel eventueel een mentor of bemiddelende derde in.

Onthoud vooral het volgende:

“Beschadigde mensen beschadigen mensen, tot een veranderde houding de verhouding verandert.”

Liefhebben is veel meer dan een werkwoord. Wees aub bij ‘verhitting’ wat meer de held en wat minder het slachtoffer.

En jawel, oefening baart kunst…!

Good luck!

– Steve Van Herreweghe –