Tag Archief van: omgaan met tegenslag

De Griekse tragedies, jullie hoorden er wellicht ooit eens van. Ze werden destijds opgevoerd om het publiek een zekere catharsis (zuivering, ontlading) te laten beleven. Ze deden dat door via het schouwspel elos (‘medelijden’) en fobos (‘angst’) op te wekken en er de aanwezige toeschouwer(s) mee te overspoelen. Voor een Griek is het ‘zien lijden’ (mentaal en fysiek) het ergste wat er is.

Dat geldt natuurlijk ook voor elke niet-Griek. Op het theater van ons levens zijn oneindig veel kleine en grote tragedies te aanschouwen die ons raken, ons verstillen of in beweging brengen. Ook kan de ‘Griek-in-onszelf’ wel af en toe eens ontaarden in voyeurisme, in leedvermaak en jawel zelfs tot het pijnlijke ‘we staan erbij en kijken ernaar’– ook wel het Bystander-effect genoemd.

Het zien lijden of ‘afzien’ van een ander beroert onze zintuigen, hersenen en harten, bij de één al meer dan bij de ander. Onze spiegelneuronen zouden er voor iets tussen zitten, dat zijn specifieke hersencellen die ons via waarneming van (en afstemming met) de buitenwereld een soort van gespiegelde ervaring bezorgen. Het houdt ook verband met ons leer- en empathisch vermogen. Maar wat doen we er dan mee, of wat moeten we er eigenlijk mee doen?

(zelf)Medelijden, een bijzonder humane reflex.

Het brengt me bij een andere (klassieke) vraag die ik al meer dan 20 jaar voorgeschoteld krijg: “Steve, zo alle dagen de miserie van een ander aanhoren, hoe hou jij dat vol?” Natuurlijk zijn er meerdere antwoorden mogelijk. Over één kernachtig antwoord wil ik het in deze blogpost ietwat genuanceerder hebben, wellicht herken- en invoelbaar voor iedere gevoelige ziel die zich ook wel eens kan verliezen in de pijn, de zorgen van een ander. Het gaat over medelijden, en vooral de valkuil ervan

Medelijden, het maakt ons schijnbaar zachter en milder, het brengt ons bij kwetsbaarheid, de kleine en grotere hel van de ander, en het maakt ons tevens bewuster van ons eigen (on)geluk, de voorgespiegelde (on)rechtvaardigheden des levens, én het opent debatten naar diepere zingeving en machten.

Dé vraag is echter of (zelf)medelijden echt een toegevoegde waarde biedt, of het werkelijk ‘helpt’ en sterkt, of het daarentegen onszelf en de ander niet eerder gaat kleineren, devalueren en zelfs stagneren?

De geboorte van de vlinder 

Een man zat op een zonnige middag rustig te genieten in zijn tuin. Zijn oog viel op een cocon waar net beweging in kwam. Er verscheen een kleine opening in de cocon en een vlinder probeerde met veel moeite zijn weg naar buiten te vinden door dat kleine gaatje heen. Tot verwondering van de man was de geboorte van de vlinder een niet zo gemakkelijk proces. De vlinder was anderhalf uur bezig om te proberen uit de nauwe opening te komen. Hij raakte daardoor vrijwel uitgeput, want hij deed plotseling niets meer. De man had medelijden met de arme vlinder en liep zijn keuken in, op zoek naar een schaar. Toen hij terugkwam met de schaar, zat de vlinder nog altijd in de cocon, wachtend op wat nieuwe energie. De man knipte de rest van de cocon weg; nu kon de vlinder zich moeiteloos bevrijden. Met een schok stelde de man echter vast dat de vlinder een gezwollen lijf en verschrompelde vleugels had! Hij zag hoe de kreupele vlinder over de grond schrompelde en hij wachtte tevergeefs op het spreiden van de vleugels. Wat bleek? In zijn medelijden had de man niet beseft dat het nauwe gaatje de wijsheid van de natuur voorstelde. De vlinder wordt namelijk gedwongen zich door een klein gaatje te wurmen, omdat daardoor de levenssappen vanuit het lijf in de vleugels worden geperst. Het moeilijke geboorteproces was precies wat nodig was voor de vlinder.

Teveel schrik voor nauwe gaatjes en zure appels

Het transformatieproces van rups tot vlinder wordt sinds oudsher in menige culturele, religieuze en spirituele tradities gebruikt als metafoor voor onze ontpopping van ‘onbewuste-kruipende-aardse-ego-staat’ naar een ‘lichtere-bovenbewuste-spirituele-staat’. Het popstadium wordt daarbij figuurlijk gezien als de overgangs- en natuurlijk dwingende loslaatfase: een lastige doortocht doorheen het donker waarbij in een fase van klaarblijkelijke verstilling en verdwijning in feite de integratie van al het oude (‘vergetene’) geschiedt, en dit als voorbode van een nieuwe verschijningsvorm.

Het verhaaltje hierboven houdt ons een spiegel voor en zit dus boordevol analogie. De man in het verhaal bijvoorbeeld. Hij lijkt alert en wakker, behulpzaam en vol (zelf)medelijden! Hij vertegenwoordigt onze klassieke manier van kijken, denken en probleemhantering. Enerzijds verwijzend naar ons aangeleerd verzet tegen verandering en groei, en de hiermee verbonden angst- en betuttelcultuur (waar we met zijn allen deel van uitmaken). Anderzijds naar onze ‘slaperige en geautomatiseerde staat’ van zijn en leven, waarbij we vooral niet willen en kunnen losmaken van wat vertrouwd is en daardoor angstvallig smachten naar ‘het oude normaal’. In mijn ‘Wakker & Bereid’ podcast zoom ik hier via een eerste mini-reeks dieper op in.

“Wat is er mis met helpen dan?” hoor ik jullie luidop denken. Goeie vraag! Op zich niks mis, alleen, wat is de definitie van helpen en hoe nodig is het precies? En vooral hoe gevraagd en welkom is het werkelijk?

Er ‘doorheen’ groeien kan ook

Zoals ik beschreef in de 9 takeaways naar een kwaliteitsvoller leven is ‘ongemak vaak een voorbode van groei’, en kunnen we naast vlindergeworden rupsen ook heel wat van zich terugtrekkende kreeften leren! Alleen wordt ‘ongemak’ (en bij uitbreiding ‘crisis’) vanuit ons westers denk- en geneesmodel zelden echt zo bekeken. Onmiddellijk comfort daarentegen staat voorop. Weg dus met die (groei)pijn, te nauwe gaatjes en te zure appelen! Onze hedendaagse quick fix mentaliteit en -cultuur met haar favoriete instantoplossingen (zoals overmedicalisering, junk food, Tinder, onlineverheerlijking) worden als meer ‘passend, #yolo en normaal’ beschouwd.

We zijn ergens onderweg vervreemd geraakt van de oerkennis over het diepere ‘waarom’, inclusief het belang, de initiatie en waardering van (overgangs)rituelen. We hebben het afgeleerd om te pauzeren, vertrouwen minder op ons eigen ontwikkelproces en hebben daardoor immens veel moeite om door te bijten en te zetten. We verkrampen bij (grote) crisissen en schieten in vermijdingsgedrag omdat we vergeten zijn dat verandering de enige constante is in het leven. We moeten het willen én durven onder ogen zien: we zijn gebrainwasht en misvoed – én – we geven dit vaak blindelings gewoon verder door aan onze kinderen, onze vrienden en om te beginnen aan onszelf. Graag nieuwe en andere boodschappen dus, boodschappen die ’t liefst sterke wortels en vleugels geven. Ik belichtte er ter info 12 ‘eenvoudige’ hier.

Medelijden naar zichzelf en anderen is dus i.m.o. zelden een goede raadgever want het wortelt in een waarheid van ‘gepercipieerd slachtofferschap’, bij onszelf en vervolgens ook geprojecteerd op onze omgeving. Het biedt schijnbare voordelen en schept een gemeenschappelijke deler van onschuld, gekwetst en bang zijn. Dat menselijk lijden zelden in een groter perspectief wordt geplaatst leerde dit verhaaltje ons. Ook uit de crisispsychologie wordt dit bevestigd: het menselijk lijden kan slechts waarlijk transformeren als ‘de situatie’ niet als (goddelijke) ‘straf’ maar als ‘opportuniteit’ wordt gezien, als doortocht naar meer licht(heid).

We zijn dus geen slachtoffers van de omstandigheden (ook al geloven we dit graag en kunnen de omstandigheden ook behoorlijk uitdagend zijn), maar bezitten het vermogen om te kiezen ons denkpatroon hierover te veranderen en jawel zelfs ‘post-traumatisch veerkrachtig‘ te groeien ipv in het stresssyndroom te blijven hangen.

De imaginaal cellen (eren)

Terug naar de worsteling van de rups. In het popstadium gebeurt de histolyse: alle organen van de rups worden opgelost tot vormloze materie. Hieruit ontwikkelt zich de toekomstige vlinder. Met dank vooral aan de imaginale schijven! Deze ‘schijven’ zijn als kleine groepjes cellen de belangrijkste werkpaarden die de ombouw van de hongerige rups naar kilometervretende vlinder mogelijk maken. Deze cellen ‘lezen’ als het ware die informatie van hun genetische blauwdruk en fungeren als een levendig en dwingend ‘design’ dat de rups tot een andere vorm laat evolueren. Fantastisch toch!

Deze analogie kunnen we zeker ook doortrekken naar elke zich-ontwikkelende-mens. Jezelf of een ander (onwetend of angstvallig) identificeren met ’teveel rups’ is ook vergeten dat er een dieper ‘design’ is dat wil ontwikkeld geraken. Pijn, tegenslag, crisis, het heeft allemaal een functie, tenminste als we dit ook zo willen zien en begrijpen. Zoals ik verhelderde aan de hand van deze 3 metaforen heeft elke crisis naast een vergrootglas- ook ‘brug-functie’: het dicht een kloof, lost altijd iets op en maant ons aan om meer te leren loslaten en meer op het zich ‘ontvouwende en onzekere nieuwe’ te vertrouwen. Wil je nog meer survivaltools in lastige tijden, lees hier dan verder.

Van medelijden naar medeleven, -reizen en -rijzen

Brengt mij tot slot terug bij de gestelde vraag van hierboven (“waarom enthousiast blijven?”). Mijn allerdiepste drijfveer en bron van enthousiasme in het begeleiden van cliënten-in-pijn ligt dus niet in (zelf)medelijden vervat bij maar leeft in de verwondering die elke crisisdoorgang en -doorbraak (en de daarbij potentiële nieuwe evolutievorm die tevoorschijn rijst) met zich kan meebrengen. Wat een ander ‘miserie’ noemt geldt voor mij slechts als een vernauwing van iemands (gevoelsmatige) werkelijkheid.

De pijn, het verdriet, de angst, frustraties, twijfels en uitzichtloosheid waarmee cliënten geconfronteerd worden zie ik dus niet als slotsom of eindpunt aan een menselijk verhaal, en evenmin als een verhaal dat bovenop mijn zgn. denkbeeldige ‘op te lossen berg’ komt te liggen, maar als een mogelijke hergeboorte of ‘ingang naar een dieper en nieuwer leven’. Het actief getuige en medereiziger mogen zijn van diverse wedergeboortes zorgt voor een onvoorstelbare positieve energiestorm die niet enkel elke gedachte aan ‘hoe erg het wel was’ resoluut teniet doet maar tevens de mens-in-mijzelf doet rijzen.

Als hulpverlener en wakker(der) mens leer je ook dat er een verschil bestaat tussen helpen en begeleiden. Je bent geen rasecht technieker die de problemen van een ander eventjes fixt zodat ze vervolgens weer verdwijnen. Begeleiden is ruimer dan en omvat (oa) het helpen. Maar het kan ook perfect iemand met rust laten zijn.

In die zin is medeleven belangrijker en ruimer dan medelijden, want medeleven veronderstelt een gemeende aandachtigheid en betrokkenheid met behoud van respect voor de vrijheid van de ander (tenzij die zichzelf en anderen in gevaar brengt). Medelijden daarentegen verlengt en accentueert het lijden, en onderbreekt het natuurlijke vermogen tot een autonomer, bewuster en innovatiever leven.

– Steve Van Herreweghe –

Verhalen (blijven) inspireren.

Zeker in tijden van toenemende gejaagdheid (empathie)moeheid en ook wel ons verzwakt zingevingsvermogen.

Hieronder een mooi uit het leven gegrepen verhaal over de kracht van kinderlijke spontaneïteit en moed.

Het meisje in de regen

Een klein lief meisje stond onder een luifel.

Ze had net boodschappen gedaan in de supermarkt, met haar moeder. Ze zal ongeveer 6 jaar oud zijn geweest, dit prachtige roodharige sproetige beeld van onschuld. Het stortregende buiten. Je weet wel, dat soort regen dat goten en afvoerputjes doet overstromen, zo gehaast om de aarde te raken, dat het geen tijd had om de straal wat zachter te zetten.

We stonden allemaal onder deze luifel aan de ingang van de supermarkt. We wachtten, sommigen geduldig, anderen ‘geïrriteerd’, omdat de natuur hun haastige dag in de war had gegooid. Ik ben altijd wat dromerig als het regent. Ik verdwijn in het geluid en in het gezicht dat de hemel het vuil en het stof van de wereld afspoelt.

Herinneringen van ‘rennen en spetteren’ als een ‘kind’, zo zorgeloos spelen in je gedachten, als een welkome onderbreking van een voorbije dag met zorgen en stress… Haar stem was zo mooi toen het de hypnotische trance onderbrak waar we allemaal in gevangen zaten. ‘Mama, laten we door de regen gaan rennen’, zei ze. ‘Wat?’, vroeg mama.’Laten we door de regen gaan rennen!’, herhaalde ze. ‘Nee, lieverd. We wachten totdat het wat minder wordt’ antwoordde mama. Het kind wachtte nog een minuutje en herhaalde: ‘Mama, laten we door de regen gaan rennen.’ ‘We worden doornat als we dat doen,’ zei mama. ‘Nee, dat zullen we niet, mama. Dat is niet wat je zei vanmorgen’, zei het meisje terwijl ze aan haar mama’s arm trok. ‘Vanmorgen? Wanneer zei ik dat we door de regen konden rennen en niet nat zouden worden?’ Het meisje zei kalmpjes: ‘Weet je dat niet meer? Toen je met papa praatte over zijn kanker, toen zei je: ‘Als we hier samen doorheen komen, komen we door alles heen!’ Iedereen was opeens muisstil. Ik zweer dat je niets anders hoorde dan de regen. We stonden allemaal doodstil.

De volgende minuten kwam er niemand en ging er niemand weg. Mama dacht even na over wat ze zou antwoorden. Sommigen zouden het weglachen of haar voor gek uitmaken. Sommigen zouden zelfs negeren wat ze zei. Maar dit was een moment van affirmatie in een kinderleven. Een moment van onschuldig vertrouwen, dat wanneer het gevoed en verzorgd wordt, zal bloeien in geloof in de goede dingen en de hoop van het leven.’Lieverd, je hebt gelijk. Laten we door de regen rennen. Als het zo moet zijn dat men ons vanuit hierboven nat laat worden, nou, dan hadden we misschien juist een wasbeurt nodig,’ zei mama. Daar gingen ze. We stonden daar allemaal te kijken en te lachen, toen ze daar vooruit sprongen tussen de auto’s door, en jawel, door de plassen. Ze hielden hun boodschappentassen boven hun hoofd voor het geval dat. Ze werden doornat. Maar ze werden gevolgd door enkele anderen die schreeuwden en lachten als kinderen onderweg naar hun auto’s. En ja, ik ook. Ik rende en werd nat. Ik had ook een wasbeurt nodig.

Omstandigheden of mensen kunnen je geld, je materiële bezittingen en je gezondheid wegnemen. Maar niemand kan ooit je dierbare herinneringen wegnemen … Vergeet daarom niet om ’tijd’ te maken en de gelegenheden te pakken om elke dag herinneringen te maken. Voor alles en voor elk doel onder de hemel is er een seizoen en een tijd.

– Steve Van Herreweghe –

Eerst innerlijk zien, dan geloven.

Het is een kleine nuance op wat we doorgaans aannemen. Vertrouwen op de goede afloop van een eigen project, het is niet aan iedereen gegeven. En toch is het leerbaar.

Herinner jij je nog die momenten toen je droomde over iets wat je wou, toen je verlangens nog embryonaal of prematuur waren? Of het nu gaat om de realisatie van je gezin, je kinderen, je professionele, recreatieve ea. projecten, het interieur van je woning, je kleerkast, enz. enz., alles maar dan ook alles wat in je leven zichtbaar is was ooit onzichtbaar voor je. Think about it. Dit inzicht, deze wetenschap is de hoofdsleutel in tijden van twijfel en onzekerheid.

Je visie en focus houden totdat het onzichtbare zichtbaar wordt, ondanks het ongeloof van anderen, de tegenstand, het soms eenzame gevoel, de vermoeidheid en verlies van moed onderweg, het is een werkelijke kunst, en iedereen kan er wel degelijk in groeien.

De groei van de Chinese bamboe

Rosh Hasjana – het Joods Nieuwjaar – naderde en een man vroeg zich af wat er het afgelopen jaar van zijn goede voornemens terecht was gekomen. Omdat hij niet veranderd was, voelde hij zich teleurgesteld. Weer was hij een jaar lang dezelfde persoon met precies dezelfde gebreken en precies dezelfde problemen gebleven. Hij begon zijn hoop te verliezen. Daarom ging hij naar zijn rabbi.

De rabbi vroeg hem: ‘Weet jij hoe lang de reusachtige Chinese bamboe erover doet om zo hoog als een boom te worden? Gedurende het eerste jaar krijgt het minuscule plantje water en mest en er gebeurt niets. Een heel jaar lang niet. Het jaar daarop gebeurt er nog steeds niets. En het jaar daarna ook niet. Net als het jaar daarna. Maar in het vijfde jaar schiet de bamboe de lucht in en groeit hij in 6 weken tot een plant van 25 meter.’ ‘Weet jij’, vroeg de rabbi, ‘Hoe lang de bamboe erover gedaan heeft om zo hoog te worden?’ ‘6 Weken’, antwoordde de man.

‘Nee’, zei de rabbi. ‘De bamboe heeft er 5 jaar over gedaan. Als de boer op een bepaald ogenblik in die 5 jaar ermee gestopt was om dat kleine plantje water en mest te geven, dan was het doodgegaan. Wat gebeurde er al die jaren? Onder de grond groeide een enorm netwerk van wortels dat het mogelijk maakte dat de bamboe zo snel kon groeien. Groei vereist geduld en volharding. Iedere druppel water zorgt voor een verschil. Elke stap zorgt voor een effect. Je ziet de verandering niet meteen, maar de groei is wel bezig. Door met toewijding en motivatie aan je doelen te werken, bereik je de ontplooiing waarnaar je streeft.’

Doorzetten kan je leren: aanvullende tips

– Vòòr je begint: “van intenties alleen gaat de kaars nooit branden”, schrijf je plan uit, visualiseer via een bord of collage, plan 3-5 startacties, informeer 4 mensen in je omgeving

– Vòòr je wat rendement haalt: “de traagst groeiende bomen produceren het beste fruit”, grote sprongen – zegt de verspringer – beginnen met kleine stappen, evalueer tijdig, waardeer je tocht, omarm een dipje, maar motiveer jezelf dagelijks

– Vòòr je luistert naar anderen: “je kan het niet” .. “het wordt moeilijk voor je”, zegt meer over de grenzen van anderen dan over de jouwe, spiegel je aan doorzetters, omring je met energieke mensen, sluit je regelmatiger af, ontwaar je innerlijke stem

– Vòòr je afhaakt: “herinner van waar je komt en waarom je er aan begonnen ben”, schakel een mentor in, laat het even rusten, kijk over de haag, zoek nieuwe bronnen

Zoek je een mentor? Stel je vraag

– Steve Van Herreweghe –

In vertrouwen kunnen (her)verbinden, het is zo essentieel.

Het wordt – echter – stilaan een kostbare curiositeit in de samenleving, een met uitsterven bedreigde ervaring én gewoonte, ook al zal de behoefte eraan nooit verdwijnen. Het zit namelijk ingebakken in ons evolutionair DNA, het is het fundament waarop we ons (over)leven, onze projecten, onze relaties en onze wereld (uit)bouwen.

Jammer genoeg stel ik in de dagdagelijkse praktijk, op straat, op sociale media, op de werkvloer en ook op feestjes echter vast dat – voorbij glimlach en façade, voorbij virtuele schijn (de hedendaagse kwalen en ziektes incluis) – enorm veel verborgen pijn, teleurstelling, angst en vereenzaming schuilt. Het stemt me triest, maar ook gedreven en opstandig (soms). Zijn er grenzen aan oppervlakkigheid? Is er aan de afwezigheid van werkelijk contact een vervaldatum gekoppeld? Ik ben er helemaal van overtuigd!

In de magistrale film Crash (2004) begint het verhaal met een botsing. Een voice-over vertelt dat “het in LA allemaal anders gaat als in andere steden. In LA raakt niemand elkaar aan. Ze verstoppen zich liever achter metaal en glas. Soms botsen ze tegen elkaar; gewoon om te voelen…” Herkenbaar ‘fenomeen’, niet?

‘Ik, we lijk(en) wel emotioneel gehandicapt’, ik hoor het steeds vaker. Voelen doen we precies enkel nog wanneer we compleet overdonderd worden door tegenslag, breuk, accidenten, aanhoudende pijn, verliefdheden … en overlijden. Drama als wakkerschudder, maar hoeft het zo?

Heel wat psychische kwalen en stoornissen waarmee we te kampen hebben vinden au fond hun oorsprong in vroegere (intieme) relaties; in beschadigde verbindingen, oude verbindingen die – net als ruis – de muziek in het hier en nu blijft overstemmen of zelfs overheersen. En ondanks dat we deze storende echo’s uit een ver verleden vooral willen dempen met eten, drinken, pillen of andere roesmiddelen, en onuitputtelijk veel verslavende gewoontes, loopt de enige werkelijke weg naar diepteherstel en -genezing via het opnieuw aangaan van relaties met anderen, maar dan wel anders, bewuster, voorzichtiger, sensitiever, authentieker én liefdevoller. Ahum.

“De snelweg naar essentiële kennis loopt via steden van bedrog naar de kust van ontwaakte verstomming”, quote ik reeds eerder. Maar, soms is  – zoals in het verhaal van Bruno – de opgelopen schade zo omvangrijk en zit dit zo diep verankerd dat we die kust niet halen en dat noch kennis en transformatie, noch de nieuw aangeknoopte verbindingen maar vooral ‘gevecht’ en ‘(uit)vlucht’ de enige relaties zijn die men nog kan of durft aangaan. Oppervlakkigheid dan maar…

Groeien in menselijkheid

Om te kunnen groeien als mens – en dus in menselijkheid onder de mensen – zullen we van online naar inline, van verblinding naar verbinding en van conflict naar contact moeten overschakelen. De ‘ruis’ als kans zien naar finetuning ipv de radio uit te zetten. Neen. Rustig leren worden in contact – eerst en vooral dicht bij onszelf blijven – én zo dichter bij de ander geraken, en terug, als een soort perpetuum mobile, een blijvend heen en weer pendelen tussen binnen- en buitenkant. Daarbij én helder bewust blijvend van de eigen roots, de diepere waarden, de bezochte steden van bedrog én tegelijk ook deze van je directe naasten, je omgeving, en alles en iedereen die op je pad komt. Ja ook vreemden en zelfs vijanden. Huh?

Jawel. Het moet moeite vragen, anders groeien de diepere sociale aanhechtingsspieren niet. Hieronder een zestal uitdagingen voor het gulzig, pronkerig en ‘zich-exclusief-wanend-deel-in-onszelf’: het ego, jammer genoeg nog al te vaak het middelpunt van ons boeiend maar o zo kort aards bestaan. Een alledaagse oefening in spiritualiteit, het liefst, op weg naar – wie weet – een vriendelijker, jovialer, enthousiaster en ko(s)mischer geïnspireerde maatschappij.

1Oordeel vermijden

“Een oordeel is moeilijker te splitsen dan een atoom”, zo sprak A. Einstein, meer dan een eeuw geleden. Nagels met koppen. Oordelen, het is van alle tijden en we doen het allemaal, en alle dagen, bewust en onbewust. Het is een zeer geliefd sociaal tijdverdrijf van het ego en haar pijlen missen elke vorm van diepgang, maar zelden de kwetsbare harten en zielen. Het wortelt vooral in geestelijke luiheid en blindheid en ligt aan de basis van taboevorming en dus verdrukking. Het werkt zeer destructief en creëert verdeeldheid en isolement in de maatschappij en in al onze relaties. Oordeel schept afstand, maakt onzeker en wakkert een defensieve houding aan. Check de 4 ruiters op het toneel van intieme relaties.

Mensen streven naar inclusie, naar ‘erbij horen’, zich opgenomen voelen in de ‘samen’leving. De baarmoederervaring zit nu eenmaal diep ingebakken in en drijft elk van ons naar de ander, en alle anderen toe. Iedereen heeft, ongeacht huidskleur, taal, religie, geaardheid, afkomst het recht om – met behoud van fundamenteel respect voor elk ander levend wezen – zijn/haar leven te leiden zoals hij/zij dat voor ogen heeft en dus verkiest. Het is niet omdat je de keuzes, het uitzicht, de vorm en geschiedenis van een ander niet begrijpt dat je zelf beter bent. Want dat is de boodschap achter elk oordeel: “ik ben beter dan jij”.

William James – de man die de moderne Europese psychologie naar de Verenigde Staten bracht – lanceerde ooit het volgende: “Mensen zijn als eilanden in de zee, aan de oppervlakte gescheiden, maar in de diepte verbonden.” De natuur als dankbare spiegel. Ga dus in dialoog met elkaar, leer de ander kennen, diens verhaal en geschiedenis, ontdek de persoonlijkheid voorbij diens façade en jouw eenzijdige perceptie. Finaal zijn we mensen, en dat (ver)bindt ons, de rest zijn slechts details.

Bezinningsvraag: hoeveel ruimte en vrijheid schenk jij de ander doorgaans in diens waarheid?

2Verdediging loslaten

Niks mis met het ego, we hebben het ergens nodig om onszelf te kunnen identificeren en dus onderscheiden. Maar, het is wel slechts een gereduceerde versie van onszelf, een afkooksel van ons volledig potentieel. En, het werkt als een mentaal-emotioneel programma, een soort verlevendigd script dat wil blinken door zich kritisch af te scheiden. Kritiek en verdediging horen vaak samen en vormen ‘de Siamese tweeling van conflict’. Waar de ene is, is quasi altijd de ander. Met onze kritiek plaatsen we onszelf boven en buiten de ander en zien we de ander als minder. Die ander reageert quasi instinctief en pareert de kritiek met verdediging omdat hij/zij zich gekleineerd of gedomineerd voelt, in casu het ego. Onze verdedigingsreflex zit natuurlijk heel diep in ons overlevingsmechanisme ingebakken, de vraag is echter of het wel nog nodig is, nuttig is, of het ons vooruit helpt en ons wel degelijk beschermt?

Wie zich vereenzelvigt met zijn/haar ego zit – bij een ervaren aanval – vrij snel gewapend in het zadel. Het uit elkaar halen van deze Siamese tweeling is geen sinecure, het is van lange duur en vraagt precisiewerk en vakmanschap. Belangrijk om weten is dat beiden niet zonder elkaar lijken te kunnen en ook wel als concurrenten strijden om voeding en macht. Macht is bij uitstek hét lievelingsvoedsel van het ego. En zowel via de kritiek als via de verdediging willen we die macht (terug)halen hetgeen tot een heuse uitputtingsslag kan leiden.

Het snel en gericht doorbreken van dit diep ingesleten ‘sociaal spel’ is dé uitdaging. Wat kan helpen hierbij zijn de volgende 4 reminders. Onthoud dat die (kritische) ander (1) zelf mogelijks niet goed in zijn vel zit, (2) een vorm van aandacht en geldingsdrang heeft (die identiek is of verschillend van de jouwe) maar ook (3) jou uitdaagt om zelf te groeien in ‘minder ego en reactie’ en (4) eventueel zelfs een leerrijke boodschap brengt. De kritiek(situatie) dus leren beschouwen als ‘vreemd voedsel’: ervan proeven met nieuwsgierigheid en zonder grillen, en wat je niet lust of niet voedzaam, gezond of lekker is laat je gaan. Voor meer hierover verwijs ik naar enkele spelregels rond ruziën.

Bezinningsvraag: hoe vaak schiet jij in verdediging en hoe bewust ben jij je daarvan?

3Kwetsbaarheid delen

Taboe lokte recent wekelijks 1,5 miljoen Vlaamse kijkers en is mijns inziens één van de beste sociaal-maatschappelijke programma’s van de laatste jaren! Waarom? Het brengt ludiek de verborgen maar alomtegenwoordige onderwerpen op een humane wijze in het licht, én het geeft vooral de mensen achter de aandoening een gezicht. Een uniek recept met humor als ‘de lekkerste saus’. De humanisering van psychische kwetsbaarheden, adhd, hoogsensitiviteit, depressie en burn-out is een trend die ik wel kan appreciëren, ook al gaan de gordijnen vrij snel weer dicht. Want op het toneel der ego’s weerklinkt het luid: “the show must go on”.

Het is nog steeds mijn vurig statement dat ‘in elke patiënt finaal een kwetsbare mens schuilt’, iemand met een verhaal, een diepere pijn en vaak immens verborgen verdriet, maar ook wel onrijpe dromen en verborgen verlangens. En kwetsbaarheid, dat is tevens de gedeelde natuur des mensen. Daarom schuilt ook in elke mens een patiënt, tot spijt van wie dit niet wil of durft te erkennen. Oogkleppen dus best af, het harnas van oordeel durven loslaten, de eigen broosheid erkennen en met sensitieve voelsprieten empathisch de brug oversteken naar het hart van eenieder. Het doorbreken van relationele en maatschappelijke verharding wordt ongetwijfeld één van de lastigste uitdagingen.

Bezinningsvraag: hoe moedig kan jij je eigen tere plekken laten zien, en wat vertel jij tegen jezelf om dit net niet te doen?

4Veranderlijkheid zien

Niemand houdt van verandering en zeker het ego niet. En toch is het de enige constante in ons leven. Van een tegenstrijdigheid én heuse uitdaging gesproken! Verandering vraagt dat we ‘ja’ zeggen tegen obstakels, omleidingen en koerswijzigingen, dat we controle op het/ons plan durven loslaten, een open geest en enthousiast hart bewaren ten aanzien van het onbekende, een reisattitude cultiveren in het leven en durven groeien in excellentie. Hola Pola!

Alles gaat voorbij. Slechts drie woorden, waarin o zoveel wijsheid steekt. Woorden die zowel troost kunnen bieden, in donkere tijden, maar ook de voetjes op de grond houden, bij voorspoed. Woorden die steek houden en resoneren met moeder natuur en al haar bijzondere wetten.

Iedereen gaat (dus ook) voorbij. Ontmoetingen, contacten, vriendschappen, relaties, ze zijn allemaal slechts tijdelijk én veranderlijk. Dit onthouden zorgt voor veel meer spontaneïteit, echtheid, empathie en waardering in contact, en dus ook voor minder negativiteit, wrok, haat en andere vormen van emotie-onderdrukking.

Bezinningsvraag: Hoe bereid ben jij om – onderweg naar je bestemming – je te blijven open stellen voor wat en wie er op je afkomt?

5Eindigheid aanvaarden

Van carpe diem tot memento mori, we gebruiken het te pas en te onpas. We leven in tijden van #yolo #metoo en #hierennu waarin alles zo intens mogelijk beleefd, nagestreefd en liefst zoveel mogelijk gedeeld moet worden. Dit past natuurlijk allemaal in het kraam van het ego, dat genoegzaam in de handen wrijft en deze oude levensprincipes dankbaar en gretig uitspeelt.

Het Ik boven alles, de idiotie van een zandkorrel dat zich woestijn en eeuwig waant. Een grappige, gevaarlijke tristesse is het. Vroeger hadden we de hemel nog als perspectief, maar de hemel is niet meer. Op rijstpap met gouden lepeltjes zitten we heus niet meer te wachten, de onmiddellijkheid der dingen is waar het nu om draait: onmiddellijk leuk, onmiddellijk geleverd, onmiddellijk geld, onmiddellijk succes, onmiddellijke matchkes, onmiddellijk in bed, onmiddellijk gescheiden. Onmiddellijkheid als nieuwe opium voor het volk, met opgejaagdheid, rusteloosheid, ontevredenheid en groeiende vervreemding als logische afkickverschijnselen.

Het ego ontziet en ontloopt de onzekerheid en de angst die de dood, het ultieme einde uitademt. Ook alles wat daar mogelijks aan herinnert wordt vanuit een angstvallige superioriteit weggehoond. Het dieper existentieel reflecteren hierop is nochtans een uitstekend antigif en geneesmiddel voor dit oeverloze vluchtgedrag. De diepe, ontwapenende en stralende glimlach van een boeddhistisch monnik bijvoorbeeld wortelt in dagelijkse meditatie op de eindigheid en vergankelijkheid. De dood als vriend, leraar en bron van waarachtige bevrijding en mededogen.

Bezinningsvraag: Hoe is je band met afscheid, einde, vergankelijkheid en nietigheid in het leven?

6Eeuwigheid herontdekken

In een Ik-gerichte samenleving telt de buitenkant, de status, de zichtbare resultaten, het (na te streven) bezit. De wereld aan de binnenkant, met name het afdalen in gedachten en gevoelens, het beschouwen van het samenspel der behoeften, het rijk der diepere machten en schaduwen, het waarom en waartoe der dingen en mensen, is voor het ego als het betreden van een spookkasteel, daar ook waar ‘die bizarre introverten’ onder ons zich zich vaak het meest thuis voelen.

De werkelijke zoektocht naar het goud is niet een uiterlijke maar een innerlijke, en ze brengt ons via de smalle straten der gedachten, naar moerassen en meren vol gevoelens en zo naar een diepere oceaan van mysterieuze realiteiten, mogelijkheden en waarheden. Het brengt ons bij het besef dat we ko(s)mische miscroscopische stofjes zijn, bestaande uit miljarden dansende cellen zich ingenieus groeperend tot een tijdelijk zichtbaar lichaam, dat – voorbij de zintuiglijke domheid en spirituele armoede van het ego – hunkert naar wasdom, verbinding en zielsverheffing. Het brengt ons bij verzoening met misschien wel één van de grootste paradoxen des levens: grootsheid (durven) ervaren in het nietige, en nietigheid (durven) ervaren in het grootse.

Bezinningsvraag: Hoe frequent richt jij je aandacht wat dieper naar de binnenkant en durf je in dialoog te gaan met het mysterieuze niet-weten?

 

– Steve Van Herreweghe –

 

“Dit mens-zijn is een soort herberg. Elke ochtend weer nieuw bezoek. Een vreugde, een depressie, een benauwdheid, een flits van inzicht komt als een onverwachte gast. Verwelkom ze; ontvang ze allemaal. Zelfs als er een menigte verdriet binnenstormt, die met geweld je hele huisraad kort en klein slaat. Behandel dan toch elke gast met eerbied. Misschien komt hij de boel ontruimen om plaats te maken voor extase. De donkere gedachte, schaamte, het venijn. Ontmoet ze bij de voordeur met een brede grijns en vraag ze om erbij te komen zitten. Wees blij met iedereen die langskomt. De hemel heeft ze stuk voor stuk gestuurd om jou als raadgever te dienen.” (De Herberg, Rumi)

Jalāl ad-Dīn Muhammad Balkhī, ook bekend als Rumi, was een 13e-eeuwse Perzische dichter, jurist, theoloog en soefi-mysticus. Zijn gedichten zijn op grote schaal vertaald in veel van ’s werelds talen en omgezet in verschillende formaten.

Levensvragen, het zijn logge vragen, vragen die aandacht nodig hebben, vaak nog meer vragen doen rijzen, in plaats van antwoorden te baren.

Spreuken, quotes, aforismen, gedichten, muziek, film, kunst, ze vormen allemaal slechts humane en tijdelijke pogingen om het ondefinieerbare en eeuwige te beschouwen, dit niet zozeer in te kapselen, maar het te ontrafelen, te ontwaren, en het liefdevol te aaien.

Hieronder mijn poging om 8 kleine levenslessen te destilleren uit mijn favoriete lijst van Rumi’s mooiste citaten (bewust niet vertaald).

1. De grootsheid schuilt in jou: durf je te openen en maak er gebruik van

Idealiseer niet te veel, noch te vaak en waardeer en bewonder steeds met mate. Kijk wat minder naar buiten, wat meer naar binnen, graaf naar en ontwaar je eigen schatten.

Rumi citeert:

“What is planted in each person’s soul will sprout.”
“The light which shines in the eye is really the light of the heart.”

“There is a fountain inside you. Don’t walk around with an empty bucket.”
“I smile like a flower not only with my lips but with my whole being.”

2. Grenzen zijn illusies: wees moedig en daag al je angsten uit

Beperkingen zijn vaak verouderde ideeën die tot verhalen leiden. Verhalen kunnen je hinderen, je gevangen nemen maar je ook verrijken. Kies bewust voor verhalen die jou uitdagen, jou inspireren, jou grenzen doen verleggen.

Rumi citeert:

“As you start to walk out on the way, the way appears.”
“Run from what’s comfortable. Forget safety. Live where you fear to live. Destroy your reputation. Be notorious.”
“It’s easy to stand with the crowd, but it takes courage to stand alone.”
“Don’t be satisfied with stories, how things have gone with others. Unfold your own myth.”

3. Pijn is een leraar in vermomming: omarm je tegenslagen

Zeg ja tegen pijn, het verzacht het lijden. Verzet, hoe menselijk ook, is de duivel van aanvaarding. In het huis van tegenslag schuilen mooie kamers, ontdek ze met moedige nieuwsgierigheid.

Rumi citeert:

“The wound is the place where the light enters you.”
“Don’t worry that your life is turning upside down. How do you know that the side you are used to is better than the one to come?”
“If you are irritated by every rub, how will you be polished?”
“You have to keep breaking your heart until it opens.”
“The moment you accept what troubles you’ve been given, the door will open.”

4. De waarheid woont binnenin: sluit je ogen meer, maak een innerlijke reis

Waarheden zijn er overal, kleine, grote, oude en nieuwe. Ze bestaan in allerlei talen en vormen. Maar, ze zijn altijd relatief en nooit absoluut. Je bezit – net als elke mens –  een unieke oorsprong, bestemming, talentenpakket en ontwikkelplan. Ontdek en doorleef je eigen waarheid.

Rumi citeert:

“Your task is not to seek for love, but merely to seek and find all the barriers within yourself that you have built against it.”
“When the world pushes you to your knees, you are in the perfect position to pray.”
“Everything you see has its roots in the unseen world. The forms may change, yet the essence remains the same.”
“I am not this hair. I am not this skin. I am the soul that lives within.”

5. Je bent en hebt al wat je zoekt: wees gelukzaligheid en accepteer de wereld als je spiegel

Willen wat je hebt is even essentieel als streven naar wat je nog niet hebt. Er is voor alles een tijd en een rijping. Vergeet niet te genieten onderweg, het is altijd later dan je denkt.

Rumi citeert:

“Wear gratitude like a cloak and it will feed every corner of your life.”
“What matters is how quickly you do what your soul directs.”
“What you seek, is seeking you.”

6. Liefde overwint alles: verander je verhalen, verander ze in liefdesverhalen

Van alle zoetheden is de liefde is het allerzoetst. Proef, geniet en waardeer, maar geraak er niet aan verslaafd. Gebruik haar tevens als middel bij teveel zuur en bitter in je leven.

Rumi citeert:

“Love is the bridge between you and everything.”
“Be foolishly in love, because love is all there is.”
“There is no way into presence except through a love exchange.”
“I belong to no religion. My religion is love. Every heart is my temple.”
“Love risks everything and asks for nothing.”

7. Stilte is het eeuwige goud: luister meer, luister dieper en luister langer

Geluid is er overal, stilte ook, voor wie wilt en durft te verstillen. In het hart van stilte woont wijsheid omringd door de ribbenkast van weerstand. Heb geen schrik van interne ruis, finetuning is een langzaam leer- en groeiproces.

Rumi citeert:

“The quieter you become, the more you are able to hear.”
“Silence is an ocean, speech is a river. Silence is the language of God, all else is poor translation”

“Carry your baggage towards silence , when you seek the signs of the way.”
“Love calls – everywhere and always.”

8. We zijn allemaal verbonden: oefen in mededogen en dienstbaarheid

Waarneming is bedrieglijk, scheiding een illusie. Er is het bekende en het onbekende. Mensen zijn net als eilanden in de oceaan, aan de oppervlakte gescheiden maar in de diepte verbonden. En wie zichzelf werkelijk liefheeft omarmt tegelijkertijd de wereld.

Rumi citeert:

“Goodbyes are only for those who love with their eyes. Because for those who love with heart and soul there is no such thing as separation.”
“Not the ones speaking the same language, but the ones sharing the same feeling understand each other.”
“You are not a drop in the ocean. You are the entire ocean, in a drop.”

“If you wish mercy, show mercy to the weak.”

– Steve Van Herreweghe –

Net terug van een memorabele 8 – daagse solorondreis doorheen Peloponessos, het grootste schiereiland van Griekenland ten zuiden van het Griekse vasteland, tevens mythologisch grondgebied der Griekse goden én bakermat van onze Westerse ‘beschaving’, wetenschap en cultuur. Van Athene naar Athene met de auto, in ‘wijze’rzin en geflankeerd door Egeïsche, Ionische en Middelandse zeeën. 1500km – vnl. fenomenale bergen, landschappen en uitzichten – later is ‘grandioos’ echt het enige woord dat in de buurt komt van deze intens verrijkende ervaring.

En dan kom je thuis en weergalmt het van de typische “en nu back 2 reality!” – reacties…

Euh, over welke realiteit hebben jullie het precies? De realiteit van het ‘moeten’? Ons gevecht met de klok? De groeiende intermenselijke do(o)fheid? De echte en ingebeelde ziektes, de inherente bepampering en commerce?

No thanks!

Vergeef me de arrogantie maar ‘geleefd worden’ is echt wel een keuze hoor, hoe groot de zwaartekracht van onze gewoontes en geautomatiseerde levenswandel ook is (geworden), hoe zwaar die obese agenda ook weegt, hoe vaak we ook met “ja, maar” – reacties schermen, hoe sterk die genotscompenserende roesmiddelen ook werken en verdoven. Het dagelijkse donker – dat we ‘onze realiteit’ noemen – smacht naar veel meer en systematisch toegepast ‘reislicht’, naar geopende ogen, handen, harten en zielen vooral. Want, wie te vaak naar vakantie zucht, leeft simpelweg verkeerd

Ik ben voor alle duidelijkheid diep ontroerd, gelukkig en vol inspiratie teruggekeerd om met nog meer historisch – filosofisch getinte diepgang mijn dromen verder te stretchen tòt ze helemaal realiteit zijn geworden. Voor minder dan het beste ga ik niet, nu niet, nooit niet, en dat geldt evenzeer voor jou, voor jullie, voor elke zichzelf respecterende ander. Het hoeft geen betoog dat het leven kort en zo voorbij is, het hoeft ook geen betoog dat je perse en effectief moet reizen om je horizon te verbreden. Het gaat veeleer om de reisattitude in het leven :

“los van elke bestemming, nieuwsgierig en onbevangen blijven voor je omgeving, je indrukken, dromen van jezelf en ook deze van anderen, het wonder der natuur, het bijzondere der (on) toevallige ontmoetingen, het geluk te kunnen ademen, te kunnen bewegen, te kunnen genieten van wat er wél is, en dit in volle bewondering voor het mysterieuze micro- en macrokosmische spel dat we lot en zelfs noodlot noemen.”

En welke lichtpuntjes haal ik verder nog uit mijn reiskoffer? Dat :

1

Ook al schenkt het solo-reizen een immense rijkdom, het delen van deze ervaringen echter is echt van onschatbare waarde

Je komt meermaals jezelf tegen, dat klopt, in de planning, de tocht, het genieten, het grootse maar ook in de stilte, de eenzaamheid, de ongeplande blokkades, het vergankelijke. Dit ervaren zorgt gevoelsmatig voor een heel rijke ervaring, het delen of liever het niet kunnen delen ervan werpt een schaduw. Geen licht zonder schaduw, zoveel is duidelijk. Het is – zoals Aristoteles zei – dat we vooral ‘in donkere momenten goed gefocust moeten blijven op het licht’. Sterretjes zien dus, in alle betekenissen. All-één leren zijn met jezelf is een kunde, all-één leren zijn met jezelf en tegelijk echt samen met één ander een ware kunst.

2

Ook al schept een goede voorbereiding rust, het is de situationele flexibiliteit onderweg die pas echt vleugels geeft

Angst is vaak een gebrek aan kennis en voorbereiding. ‘To be prepared is half the victory’, zei Cervantes, en dat klopt als een bus (als je van controle houdt). Wanneer je echter bandenpech hebt in de bergen (des levens) of Zeus je met hagel en bliksems bekogelt en daarbij je (levens)pad soms gigantisch glad maakt en slipgevaar dreigt, dan is trager rijden, een hier –  en – nu focus, en misschien wel je reisschema bijsturen de enige echte gezonde en veilige optie, tenzij je hardleers bent natuurlijk. Op die manier ontdek je ook andere plekken en mensen of de plekken en mensen op een totaal andere manier.

3

Ook al maakt zoveel natuurlijke en historische pracht je bijzonder nietig, tegelijk wakkert het de herinnering aan van onze gedeelde oorsprong én grootsheid

We zijn slechts een kosmisch stofje dat hier tijdelijk ronddwarrelt en zo weggeblazen kan worden. We worden zo gevormd door een persoonlijk, een collectief, een historisch verleden. Je kan je pas echt vrij beginnen voelen door enerzijds (h)erkenning, herinnering van én eerbied voor je eigen en collectieve afkomst én anderzijds door in dankbaarheid – om alleen en samen dit avontuur te mogen beleven – te gedijen. En tegelijkertijd bruist het van groeiend weten dat je deel uitmaakt van iets sterkers en groters dat het petje van je vaak bekrompen ego ver te boven gaat.

4

Waar je ook bent, schoonheid en helpende handen aanwezig zijn, tenminste als je ervoor openstaat, en je mond durft open te doen

De werkelijke diepe wortels van schoonheid schuilen in een open geest en hart, de ogen, die volgen alleen maar. Wie scheef denkt, kijkt scheef en gaat scheef.. Mooie uitzichten, mooie mensen, mooie dingen, ze zijn alomtegenwoordig, tenminste als je er aandacht voor hebt, het wil ontdekken en zien. Wanneer je enkel stormt doorheen de tijd, de activiteit én de intimiteit zie je niks van werkelijke waarde. En wanneer er een blokkade op je pad komt, je op pech wordt getrakteerd dan bulderlachen die grapjassen van goden in koor, want, echte ontmoetingen die vinden pas plaats wanneer in kwetsbaarheid het hart van de ander wordt geraakt, en diens handen uit de mouwen schieten.

5

Blijven werk maken van je dromen veel gezonder én leuker is dan blijven dromen over je werk

Niet wachten op verlof, ziekte, nieuwjaar of tegenslag en crisis is dé boodschap. Momenten van herbronning inplannen, dagelijks, wekelijks, maandelijks is niet enkel gezond, het zorgt tevens voor opening naar je werkelijke dromen, je diepere wensen en doelen. Alleen door grenzen te stellen schep je ruimte. Op die manier blijf je waarlijk in contact en hou je echt voeling met jezelf en je omgeving, hetgeen essentieel is in een wereld vol af- en verleiding, verblinding en vervlakking. Zo blijf je niet dromerig maar wakker, geraak je niet verdwaald maar blijf je op koers, dooft je kaars niet helemaal maar blijft ze branden, verwarmen en ook voor warmte zorgen.

– Steve Van Herreweghe –

‘In kwetsbaarheid een troef zien’, het is geen evidentie, noch bij onszelf, noch bij anderen.

Zeker niet in een wereld waarin oppervlakkigheid, snelheid van handelen, overmatig consumeren en compenseren voorop staan.

Geduld hebben met zichzelf en anderen, voorbij de façade durven kijken, creatief omgaan met tekorten, gebreken en tegenslagen, het vraagt inzicht, diepgang, werkelijk commitment, rust en enorm veel empathie. We knikken ongetwijfeld instemmend, dragen misschien diezelfde boodschap met visie en graagte uit, ook al leven we er wellicht zelf nog al te weinig naar. Menselijk, dat wel, maar we moeten toch beter kunnen, met zijn allen individueel en tesaam, niet?

Hieronder een oud toepasselijk *blijft goed* – verhaaltje over coping van en leiderschap bij (of in tijden van) kwetsbaarheid. Een inspirerende tekst voor jong en oud, opvoeders, leraren en (bege)leiders die ook naadloos aansluit bij de typische gangbare HR hashtags anno 2019 ala #softskills #peoplemanagement #talentmanagement #waarderendonderzoek #creativiteit #jobcrafting e.a..

Een verhaal uit India

Een waterdrager in India had twee grote emmers waarmee hij elke dag voor zijn meester water haalde uit de put. Elke emmer hing aan één kant van een juk dat hij over zijn schouders droeg. Eén van de emmers had een barst, de andere emmer was in perfecte staat. Terwijl die tweede emmer aan het einde van de lange weg tussen de rivier en het huis van de meester een volle portie water afleverde, was tegen die tijd de gebarsten emmer nog maar half vol.
Dat ging zo twee volle jaren lang. De waterdrager leverde altijd anderhalve emmer water af in het huis van zijn meester. Natuurlijk was de goede emmer bijzonder trots op zijn prestaties omdat hij perfect voldeed aan het doel waarvoor hij gemaakt was. Maar de arme gebarsten emmer was beschaamd om zijn gebrek en voelde zich ellendig omdat hij maar de helft kon presteren van wat je van hem had mogen verwachten.

Nadat hij zich zo twee jaar lang als een mislukking had beschouwd begon hij op een dag bij de rivier tegen de waterdrager te praten. “Ik ben beschaamd over mezelf en ik wil me bij jou verontschuldigen.” “Waarom?”, vroeg de waterdrager. “Waarom ben je beschaamd?” “Omdat ik de laatste twee jaar slechts in staat ben geweest een halve portie water af te leveren. Door die barst in mijn zijwand verlies ik voortdurend water onderweg naar het huis van je meester. Door mijn falen moet jij zo hard werken en krijg je niet het volle loon voor je inspanning”, antwoordde de emmer.

De waterdrager begon te lachen en zei: “Als we dadelijk teruggaan naar het huis van mijn meester moet je eens goed opletten op jouw kant van de weg”.
En inderdaad: toen ze de heuvel opliepen zag de gebarsten emmer dat de berm volstond met prachtige wilde bloemen en dat bracht hem troost. Maar aan het einde van de reis voelde hij zich toch weer ongelukkig omdat de helft van het water was weggelopen en hij verontschuldigde zich opnieuw bij de waterdrager omdat hij gefaald had.

De waterdrager bekeek de emmer en zei: “Heb je dan niet gezien dat er alleen maar bloemen groeien langs jouw kant van de weg en niet langs de andere kant? Dat komt omdat ik altijd al wist dat je een beetje lekte en ik heb daar mijn voordeel mee gedaan. Ik heb bloemzaadjes geplant aan jouw kant van de weg en elke keer dat we terugkwamen van de rivier heb jij ze water gegeven. En zo heb ik twee jaar lang telkens prachtige bloemen kunnen plukken om de tafel van mijn meester mee te versieren. Als jij niet zou zijn zoals je nu eenmaal bent dan zou zijn huis er nooit zo prachtig uitzien.”

En zo heeft ieder van ons zijn eigen kleine en grote (p)“lekken” – bekend of verborgen voor onszelf of de anderen. Het zijn onze zgn. tekorten, onze limieten, onze blinde vlekken die we veelal afstoten met zuchten van schaamte, spijt en schuld. Ingebakken en in feite onnodige aspecten van zelfminachting, die afstammen van oude én wederkerige verhalen, boodschappen over onszelf, onze waarde, onze wereld die impact hebben (gehad) op onze wortels en vleugels in het leven. Over gezonde en voedende boodschappen, lees dit stuk.

Het vraagt bijzondere moed anders te leren kijken naar imperfecties van onszelf en des levens, de bestaande vertwijfeling ook kwetsbaar te durven uitspreken, en zicht leren krijgen op hoe die unieke ‘verzwakkingen’ als troeven kunnen bijdragen aan jouw leven, het leven en de mensen rondom jou. En misschien vergeet het lot ook jou niet en laat het je dragen, begeleiden of omringen door een gelijkaardig warm, liefdevol en creatief medemens.

Ik wens het je alvast van harte toe!

– Steve Van Herreweghe –

Wijsheid is niets anders dan doorleefde pijn”, zo las ik ooit.

Een waarheid als een koe. ‘Pijn’ is inherent aan het leven, aan geboorte, aan groei en aan eindigheid. We stoten tegen tafels, struikelen over stenen en molshopen, botsen tegen de lamp en keihard met onze wagens. En vallen, dat doen we massaal! Van roze wolken, hoge bomen, ons voetstuk, tot in de liefde en van de ene in de andere illusie.

Barsten, breuken, met oppervlakkige en diepe wonden, hartzeer vaak, kleine en grote ontgoochelingen. We kennen het allemaal. “Pijn is onvermijdelijk, lijden echter, dat is optioneel”, zo luidt het bij E. Tolle, “tenminste als we maar in het hier-en-nu kunnen blijven…”, waar dat ook precies moge wezen… Misschien wel ergens tussen het verre toen en dan, in het dichte midden, daar waar we ook het diepst kunnen voelen, tenminste als we durven verstillen.

Pijn is m.a.w. niet gelijk aan lijden, het ligt er wel aan ten grondslag, in de regel, maar er zijn ook uitzonderingen.

“Er is een scheurtje in alles”, zei Cohen, “zo komt het licht ook binnen.” Maar willen we dat licht wel, vrezen we het niet? Volgens Marianne Williamsen is onze diepste angst niet dat we onbekwaam zouden zijn maar eerder onze onmetelijke macht. We vrezen niet zozeer het donkere maar vooral het licht in onszelf.

Te midden van zoveel ‘noise’, van zoveel drukte, verblinding en massale doofheid in bange tijden : een ode aan het fluisterend licht van wijsheid. Zingeving als natuurlijke pijnstiller, voor kwetsbare helden.

Hieronder een lijst met 50 wijsheden die zich creatief vormden doorheen de tijd, mijn autobiografische tijd, en mijn tijd samen met cliënten-in-pijn :

  1. Ook al horen wolken en regen bij het leven, de zon stopt nooit met warmte geven.
  2. Het leven is één grote leerschool. Hoe moeilijk en zwaar de beproeving ook is, weet dat je nooit wordt beproefd boven je mogelijkheden.
  3. Vertrouw wat meer op tegenslag want soms is niet krijgen wat je wilt, het beste wat je kan overkomen mag.
  4. Het mooiste geschenk dat je iemand kunt geven is ‘oprechte aandacht’. Begin vandaag nog met een glimlach in de spiegel.
  5. Echte winnaars zijn zij die zin kunnen geven aan hun verlies, zonder daarbij hun focus te verliezen.
  6. Beschadigde mensen beschadigen mensen, tot een veranderde houding de verhouding verandert.
  7. Wapens hoeven niet voor wie de ander als spiegel in plaats van als doelwit ziet.
  8. In de schoot van rust, ligt de kern van kracht. Want niet zozeer buiten maar binnenin jezelf ligt je macht.
  9. Toeval helpt vaak liefdevol een handje aan wie door het leven stapt met een open mandje.
  10. Behandel je dromen met ernst, je onvolmaaktheden met humor.
  11. De vreugde die komt is vooral de overgave die gaat.
  12. Als het leven met tomaten naar je gooit, leer dan vooral de beste tomatensoep maken.
  13. Op waarheid staat geen vervaldatum, hoe sterk de bewaarmiddelen ook zijn.
  14. Tijd heelt nooit wonden, liefdevolle aandacht, rust, zorg en inzicht des te meer.
  15. Niet het stappen vermoeit ons, eerder de overtollige lading in de rugzak en het zand in onze schoenen.
  16. De snelweg naar essentiële kennis loopt via steden van bedrog naar de kust van ontwaakte verstomming.
  17. Verlies kan heel pijnlijk zijn, het betekent echter ook dat je in staat bent tot liefhebben. Bovendien gaat niets ooit helemaal weg. Een suikerklontje in een glas water verdwijnt niet, het gaat er helemaal in op. Proef geregeld de zoete herinneringen, zo hou je het geliefde in leven.
  18. Een masker dragen beschermt maar vraagt immens veel energie. Onthoud dat je niet steeds iedereen aardig hoeft te vinden.
  19. Vrees geen einde, zegt de wakkere herder. Als we dood zijn dromen we gewoon weer verder
  20. Het leven is als een onophoudelijke cyclus van seizoenen. De natuur leert ons hierbij flexibel te vertrouwen dat niets blijft duren en dat alles steeds terugkomt, maar dan anders.
  21. Succes is niet zozeer de overwinning van het bijzondere op het gewone, het is vooral genieten van het gewone op een bijzondere manier. Wie tevreden is met wat hij heeft, geniet nu, wie steeds uitkijkt naar wat er nog niet is, geniet nooit.
  22. Dromen zijn geen bedrog, het zijn de bouwstenen van onze werkelijkheid, herinneringen aan het onbegrensde kind in onszelf. Mensen dromen omdat ze tijdens het wakker zijn nog al te vaak slapen. Het levendig houden van deze creatieve flitsen, zorgt ervoor dat de realiteit je niet in slaap wiegt.
  23. Begin je pijlen niet te haten, durft ze ook eens los te laten. Alleen wie stopt met zoeken, ontvangt de liefde uit alle hoeken.
  24. Wie om zichzelf kan lachen heeft altijd een goede vriend op zak.
  25. Een beetje wraak kan wel zoet smaken, maar wie er teveel op zint houdt zijn eigen wonden open. Vergeving is geen act van de zwakkeren maar van de hartelijke inzichtelijken.
  26. Als je altijd blijft doen wat je altijd deed zal je altijd krijgen wat je altijd kreeg.
  27. Een sprong voorwaarts maken is heel moeilijk met je beide voeten op de grond.
  28. Lichaam, geest en ziel vormen een eenheid. Iets wordt ‘ziek’ als het ‘zoek’ is in die eenheid. Ziekte is een kans tot herstel van natuurlijk evenwicht. Echter, je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden. Gebruik wat meer de ‘pauzetoets’ om te midden van al je drukte even te genieten van het moment, zo geef je ook je lichaam én ziel de kans dat hoofd van je te kunnen bijbenen.
  29. Zoals een lotusbloem groeit in modderige vijvers met onzuiver water, zo kunnen ook wij uit het ‘niet mooie’ iets ‘moois’ trachten te ontwikkelen. Het ‘slechte in ons leven’ is er alleen maar om het ‘beste in onszelf uit te dagen’.
  30. Alle ervaringen des levens vormen de puzzelstukjes van een eindplaatje waarvan we vaak de details zijn vergeten.
  31. Soms is grote schoonmaak in je leven nodig om te ontdekken wie je in wezen bent. Durf ‘rommel’ weg te gooien, behoud het ‘mooie’ en blink het op en maak ook plaats voor ‘nieuwe’ zaken. Stel niet uit, begin vandaag nog.
  32. Onze ogen staan aan de voorkant omdat we meer voor- dan achterwaarts zouden kijken. Terugblikken op wat was is pas zinvol als we er de moed uit halen om verder te doen. Loslaten is ‘het vasthouden’ durven opgeven en ‘het vernieuwen’ durven toelaten.
  33. Niet zozeer de verandering doet lijden, wel de pijn van het vasthouden. Loslaten is als het pellen van een ajuin. Durf je tranen te voelen en te laten vloeien, het zijn jouw vergeten parels van geluk. Want wie zich beter wil voelen dient het voelen te verbeteren.
  34. Als je even de weg kwijt bent is paniek niet je beste vriend. Parkeer jezelf, overdenk de reeds afgelegde weg, herinner je reisdoel en durf hulp te vragen dichtbij. Ergens aankomen kan deugd doen maar nog meer dan de bestemming is vooral het-onderweg-zijn je doel.
  35. Je glas is half vol of half leeg, in beide gevallen heb je gelijk. Het gaat echter niet om het gelijk maar om het geluk. Wie alleen zijn tekorten ziet wordt een echte zeurpiet, wie zijn zegeningen telt een ware held.
  36. Piekeren neemt de zorgen van morgen niet weg, maar wel de kracht van vandaag. Weet dat zolang je ademt is er meer goed met je is dan fout. Wacht dus niet met lachen tot je gelukkig bent, lach jezelf gelukkig.
  37. Iedereen heeft talent. Moeilijkheden zijn vaak een uitnodiging tot de herontdekking ervan. Blaas daarom niet te snel een probleem op, zo ‘verknal’ je de oplossing. Bekijk een ‘6’ eens als een ‘9’ en vervang je boosheid door daadkracht en creativiteit.
  38. We zeggen vaak ‘de tijd gaat snel voorbij’, maar we vergissen ons, wij zijn het die voorbijgaan. De belangrijkste dingen in het leven zijn geen ‘dingen.
  39. De menselijke kwetsbaarheid wordt enorm gevreesd, en toch , diens buitengewone veerkracht onderschat men nog het meest.
  40. Niet de omstandigheden maar wel je reacties erop bepalen je stemming en de verdere koers. Je gedachtewereld is als een kleurenpalet waarmee jij je werkelijkheid schildert. Wees zuinig met donkere en heel gul met lichte tinten en vooral kies je eigen kleuren!
  41. Niet alleen met de riemen maar ook met de remmen moeten we leren roeien. Vertraging is een lastige oefening in geduld. Geen enkele vlieger stijgt zonder weerstand, de rups moet durven sterven in de cocon, en het zijn de traagst groeiende bomen die het beste fruit dragen.
  42. Smijt het lijstje van tekorten in je leven in de prullenbak en breng vandaag nog een toast uit op iets waardevols. Is de toekomst wazig? Poets dan die brillenglazen op en kijk van waar je komt. Herinner en herlaad je hart met zoete dromen
  43. Als je job je geen zuurstof meer reikt tot verdere ontplooiing, durf dan moedig en planmatig je comfortzone te ontgroeien. Het is jouw leven, en alleen jouw unieke route telt! Beter zelfs even blootsvoets te stappen dan met geknelde voeten in te nauw geworden schoenen.
  44. Voorbereiding is alles in de chaos des levens. Maar jammer genoeg leren we nog al te vaak de lessen pas na de tests die ons worden voorgeschoteld.
  45. Als alle hoop is geweken en alle illusies zijn verstreken, is wat rest, de naakte waarheid op haar best. Droefenis, paniek en ongestilde honger maken je brozer en nimmer jonger; wijzer dat wel, tenminste als je de hemel kunt zien doorheen de hel
  46. In het Oosten zegt men dat we 2 soorten gebeurtenissen aantrekken: waar we in geloven en waar we bang voor zijn. Niemand weet wat de toekomst brengt, doch, van alle waarzegsystemen biedt het verbeeldingsvermogen veruit de beste garanties!
  47. We gebruiken een paraplu bij regen en een crème bij zonneschijn. Als het je goed vergaat, doseer dan je vreugde; als het je slecht vergaat doseer dan je verdriet. Echt evenwicht is er pas wanneer men kalmte bewaart te midden van onrust en levendigheid ervaart te midden van stilte.
  48. De nacht valt over je leven omdat de tijd rijp is voor herbronning. Alles gebeurt met een reden. Net zoals je oogpupillen zich in het donker aanpassen en langzaam meer licht opnemen, zo vraagt de natuur ons in een donkere levensperiode te leren vertrouwen op het proces van vernieuwd in-‘zicht’.
  49. Wie zijn pijn in de kern niet erkent zal deze in de rand blijven ontmoeten. Vluchten werkt slechts tijdelijk, het houdt je nooit eeuwig op de been. Want de enige weg naar het licht – zo leert de tunnel ons – is er doorheen.
  50. Een oude wijsheid zegt: “Het is beter een kaars aan te steken dan te vloeken op de duisternis.” En als je’r eentje wilt aansteken, begin dan met een kaarsje voor jezelf. Want alleen wie zelf brandt kan licht scheppen voor anderen.

– Steve Van Herreweghe –

Een hele week (einde feb. 2017) lang werden via het Groot Psychiatrierapport van De Morgen de diverse pijnpunten binnen de hedendaagse Vlaamse psychiatrie belicht : de algemene werking, de financiering, de zin en onzin van isolatie, fixatie en psychofarmaca. Het deed wat stof opwaaien, debatten kwamen op gang, het rapport zoomde – en ja terecht – vooral in op de tekorten en de fouten. Is de Vlaamse psychiatrie nu abominabel en beter te vermijden? Natuurlijk niet! Het is er niet allemaal kommer en kwel (check). Er is al een bijzonder lange weg afgelegd, de zorg evolueert – weliswaar traag en weinig rechtlijnig – toch gestaag naar meer volwassenheid, naar creatieve integratie, en bovendien – niet onbelangrijk – dient zij als (stiefmoederlijk behandelde) uitvalsbasis ook nog altijd een maatschappelijke functie. Want laat ons eerlijk zijn, mochten de heren inspecteurs en dames journalisten een rapport schrijven over de zorgzaamheid, de genezende invloed en de veiligheid binnen de huidige maatschappij, hoe zouden de resultaten er dan uit zien?

Een hart onder de riem dus voor alle noeste vaak op-hun-tandvlees-zittende psyzorgdragers en -trekkers, aan alle multidisciplinaire teams die dagelijks het slagveld trotseren met weinig middelen, onder verhoogde (administratieve) druk, en met weinig waardering van een steeds veeleisender wordende patiënt, familie en overheid. Chapeau! Werken met mensen die suïcidaal, depressief, psychotisch, verslaafd, bipolair of agressief zijn, het is echt geen evidentie. Vaak heeft de buitenwereld, de omgeving het al vrij lang opgegeven en moeten de hulpverleners het maar ‘klaren’. Vaak komt men ‘binnen’ aan het einde van een lange weg, vrijwillig of gedwongen door intimi of politie, verslagenheid alom. De problematieken zijn ronduit schrijnend, de verwachtingen zeer hoog gespannen, de weg naar herstel is lang en het vertrouwen is helemaal zoek, ziek vooral. De vaak onzichtbare en goed verscholen pijn en trauma’s hebben dan ook diepe wortels in een vergeten verleden (vol van lichte tot zware vernederingen). En, wat werd veroorzaakt in relaties met anderen kan alleen maar hersteld worden via nieuwe relaties met anderen, maar dan anders. Dat is dé basisvisie van hoe je intermenselijke pijn en verdriet ombuigt tot moed en vernieuwde kracht. Net daarom zijn alle gesprekken individueel en in groep zo cruciaal, naast de vele non – verbale vormen van therapie (muziek, creatieve, film, relaxatie, educatie) die ook nodig zijn om mensen terug bij hun oorspronkelijke ik te brengen.

Maar, de psychiatrie alleen kan al dat lijden niet dragen en verwerken. We moeten niet wachten ‘op een rapport’, maar samen ‘in rapport’ gaan, meer samen de verantwoordelijkheid dragen, niet exclusief maar inclusief denken, niet in collectieve nalatigheid maar in blijvende voorzichtigheid en attentiviteit investeren. Denk maar aan de vele draaideurpatiënten, shoppers, die vaak herval – willens nillens – als ultieme noodkreet gebruiken naar bescherming en houvast. Want, die overgang van opname naar buiten is en blijft voor velen moordend, en quasi niet te overbruggen kloof, een fenomeen dat trouwens ook bij vele (ex)gedetineerden heel herkenbaar is.

Beste allen, gekwetste zielen hebben een veiliger en gezondere wereld nodig! Kwetsbaarheid is nu eenmaal onze gemeenschappelijke grond, en ze is heel vatbaar én dankbaar voor dagelijkse aandacht, zorg, voeding, liefde en creativiteit. Moeten we daarom psychiatriseren (lees : het ‘ziek verklaren’ van normale menselijke reacties op abnormale gebeurtenissen)? Liever niet!
Moeten we daarom (over)medicaliseren (lees : heil zoeken in de korte, vertrouwde goedkope weg van pillen)? Absoluut niet! Moeten we de realiteit van onze algemene weg- en verwerphouding blijven negeren? Aub niet!
Neen. We moeten ons (1) beter en kritischer informeren, (2) (geestes)ziekte anders leren te benaderen en (3) samen actiever werken aan preventie en educatie.

Er zijn m.i. finaal slechts twee soorten hulpverleners: zij die de patiënt in zichzelf zien en zij die zich ervan hebben vervreemd. En er zijn m.i. finaal slechts twee soorten hulpvragers: zij die willen leren en zij die zichzelf de rug toekeren. Kies in beide situaties – indien mogelijk – voor het eerste, aub.

Tot slot verwijs ik voor verdere informatie en ‘als huis- en naslagwerk’ naar het menu ‘inspiratie’ => geestelijk gezond en vitaal

– Steve Van Herreweghe –

Je zal maar Hanne zijn. Op je 11jr ouders uiteen en kort nadien overlijdt je mama aan kanker. Je houdt je ‘kranig’ onder de gegeven omstandigheden, tot de puberteit bijna voorbij is en de volwassenheid ‘roept’, je lang verborgen pijn en verdriet onverbiddelijk wakker schieten, ergens ver weg van huis, in een donker studentenkot. De barstjes worden langzaam scheuren, angsten breken uit, huilbuien, eenzaamheid, depressie maakt zijn intrede, net als onbegrip, de psychiaters, de psychiatrie, de pillen (-industrie).

Vandaag 1 van dé hot topics in Het Groot Psychiatrierapport (gedurende 1 week lang, zie alle andere artikels onderaan) van De Morgen : psychofarmaca, meer bepaald de overconsumptie, zin en onzin ervan. En neen het gaat al lang niet meer over Prozac, of Haldol alleen, maar over de vele broertjes, zusjes, neven en nichten ‘Effexor’, ‘Sipralexa’, ‘Cymbalta’, ‘Trazolan’, ‘Serlain’, ‘Lormetazepam’, ‘Stilnoct’ ‘Trazolam’, ‘Abilify’, ‘Zyprexa’, ‘Seroquel’, ‘Solian’, enz. Een heel vruchtbare familie, zo blijkt, en ze dikt alsmaar aan, net als de vele lichamen die ze trouwens (moeten) slikken … Aan het hoofd ervan staan de almachtige maffiotische ouders, ondertussen beheerders van een miljardenindustrie : de (psycho)farmaceutische sector, ‘de nieuwe kerk’ zeg maar! Geen zondags- of gebedsdiensten meer maar pillen als ‘opium voor het volk’. Vaarwel aan het Oude of Nieuwe Testament, de DSM-V is nu dé nieuwe Bijbel. Voor eenieder een ‘labeltje’, en neen, het is geen gouden…

Je bespeurt een cynische ondertoon, ik kan en wil het nauwelijks onderdrukken. Waarom zou ik eigenlijk? Omdat het zoals voor Hanne en vele anderen echt wel anders kan. Omdat het verslavend is, je gevoelsmatig afvlakt, je dik(er) maakt, impotent maakt. Omdat het je vitaliteit en natuurlijke assertiviteit doet afnemen. En niet in het minst omdat het depressief maakt, suicide, agressie en depressie bevordert. Bovendien zijn de vaak gehanteerde ‘boodschappen’ van veel psychiaters-artsen als “je kan de stoffen zelf niet meer aanmaken”, “je zal dit voor de rest van je leven nodig hebben”, ronduit idioot, manipulatief, wetenschappelijk onvoldoende onderbouwd en ruiken ze volstrekt naar een vorm van paternalistisch-narcistisch getint misbruik van macht, vertrouwen en van kwetsbaarheid. Vroeger waren het dwangbuizen, schedelboringen en duiveluitdrijvingen, nu heten de ultieme foltertuigen ‘stigmatisering’ en ‘psychofarmaca’.

Het weze gezegd en geschreven : “ik ben niet pro, ik ben contra, en met reden”. Ik besef ook – net als ethicus Ignaas Devisch dat voor velen inderdaad een pil vertrouwd, snelwerkend en goedkoop is, en gesprekstherapie dat niet is. Wel beste mensen, pillen werken zoals alcohol werkt : verdovend en altijd tijdelijk, de kater(s) inbegrepen.

De Deense arts, hoogleraar en onderzoeker Peter Gøtzsche, die zelf jarenlang werkzaam was in de farmaceutische industrie, laat zien dat de ‘psychopillen’industrie niet alleen patiënten, maar ook artsen voor de gek houdt met frauduleuze praktijken. De grote farmaceuten verdoezelen onderzoeks-resultaten, verzwijgen bijwerkingen, kopen artsen om, infiltreren nascholingen, corrumperen patiëntenorganisaties, plaatsen leugenachtige advertenties en bedriegen tijdschriftredacties via ghostwriters. Ze verdienen miljarden met hun dubieuze pillen door te liegen over de kosten van ontwikkeling en productie. “Er is veel moed voor nodig om klokkenluider te worden”, aldus Gøtzsche. Voor meer verwijs ik naar zijn boek ‘Dodelijke medicijnen en georganiseerde misdaad’.

Jullie hebben het ondertussen gelezen : 1 op 3 psychisch ziek, 1 op 10 aan de pillen, alle dagen 7 zelfdodingen in Vlaanderen. Maar dit is slechts topje ijsberg. Ook wat voorschrijfgedrag is zo blijkt nog heel veel niet geweten. Men heeft enkel zicht op de verkochte dosissen, en ook psychiaters laten nog te weinig in hun kaarten kijken. Ik kan je verzekeren dat de rauwe realiteit echt veel schrijnender is dan de statistieken. Soms worden patiënten opgenomen die een waslijst van medicatie mee hebben (13-20 pillen per dag, vergaard door te ‘shoppen’ bij diverse huisartsen-psychiaters) en moet er eerst ‘gewerkt’ worden aan ‘medicamenteuze oppuntstelling’, want zo heet dat dan. Sommige patiënten zijn al zo geconditioneerd dat ze enkel nog zweren bij ‘baxterkuren’ van 1 week, liggend aan ‘de tap’ (met gele – en ‘zonder schuim’ – chemicaliën) wachtend op Godot.. Bedden gevuld, portemonnees gevuld, lichamen gevuld, “tot de volgende, patiënt”!

Beste heren en dealers van de pillenmaffia. Ook al vragen zij erom, zij willen niet echt verdoofd worden maar begrepen, gevoed, beschermd en echt vooruit geholpen. Zij willen er niet echt goedkoop vanaf komen, zij willen duurzaam resultaat, perspectief en zorg op maat. Als iemand met zelfverwondend gedrag vraagt naar een cuttermes, ga je het toch ook niet geven? Als iemand huilbuien heeft door opgelopen trauma ga je toch ook niet zeggen, “je ogen lekken, we gaan ze dichtplakken”? Als iemand rood uitslaat van verlegenheid of boosheid ga je toch ook niet zeggen “we moeten je dringend schminken?”. Emoties, da’s – net als het lijden – deel van het leven!

Er zijn er ook die – zoals Hanne – de moed vinden om “voor mij liever geen pillen” te durven zeggen. Maar, dit wordt nog steeds door veel psychiaters én teams geïnterpreteerd als “niet therapietrouw”, “lastige patiënt”, “wil niet geholpen worden.” Je zou voor minder gaan koken, terwijl je al ‘ziek’ bent. Onderdrukken dan maar? Want anders dreigt misschien ontslag, de isolatiecel, of zelfs gedwongen opname..

We moeten van de biologische psychiatrie (lees “je bent het slachtoffer van je brein”) naar een meer holistische geneesKUNDE (lees “je bent de meester van je brein”) en dus meer boodschappen kiezen die diepe wortels en sterke vleugels geven. Met alle respect voor de beste intenties en geleverde inspanningen (lees hier) maar we moeten nog meer van koude naar warmere psy-zorg, nog meer van ‘vullen’ naar (herop)’voeden’ en ‘de-medicalisering’, en psycho(somatiek-)educatie voor onderwijsbevoegden, politici, artsen – psychiaters, zorgteams, patiënten, familie … én het volk nog hoger in het vaandel krijgen.

Waarschijnlijk stamp ik hiermee ook velen tegen de schenen: zij die het nodig lijken te hebben, of het reeds gebruiken, zij die er in ‘geloven’, en zij die het voorschrijven, met goede en minder goede intenties. Wel actually I don’t care, because I deeply do care! Er zijn wel degelijk veel natuurlijker en dus gezondere manieren en praktijken om psychisch lijden ten gevolge van trauma, chronische stress, angst en andere pijn het hoofd te bieden. Deze alternatieven (check dit artikel en klik door naar inspiratie in het menu bovenaan) vragen weliswaar veel meer persoonlijke inspanning en doorzetting, maar ze zijn minder schadelijk, vaak gratis en voor niets en geven gaandeweg meer garantie op een lichter, luchtiger maar vooral gezonder en voller leven.

– Steve Van Herreweghe –

Tag Archief van: omgaan met tegenslag