Tag Archief van: crisis

‘Get busy living, or get busy dying.

Het is één van de drijvende quotes in de nr. 1 film (IMDB) The Shawshank Redemption, gebaseerd op het korte verhaal Rita Hayworth And Shawshank Redemption van Stephen King. Deze met 7 Oscarnominaties bekroonde topfilm vertelt het verhaal van Andy Dufresne (Tim Robbins) die beschuldigd wordt van de moord op zijn vrouw en haar minnaar. Hij houdt vol dat hij onschuldig is, maar krijgt toch tot tweemaal toe levenslang in de strenge gevangenis Shawshank. Hij raakt bevriend met de zwarte medegevangene Ellis (Morgan Freeman), die voor iedereen spullen kan regelen en de bijnaam ‘Red’ heeft. En er zijn nog twee dingen die Andy op de been houden: hoop en een poster van Rita Hayworth…

‘He who has a ‘why’ to live, can bear with almost any ‘how’. (F.Nietzsche)

Deze beroemde quote gidste ook Viktor Frankl – Weense psychiater, professor in de neurologie én holocaustoverlever – doorheen hele zware historische tijden. In zijn boek A Mens Search For Meaning beschrijft hij hoe mensen in zeer extreme situaties toch niet alle zin verliezen en (blijven) volhouden. Het enige antwoord op de vraag naar de zin van het leven, is je concrete leven, zegt hij. “Zoeken naar het ultieme antwoord, is een verkeerd uitgangspunt. Je moet leven van moment tot moment, en in elk moment een andere invulling ontwaren.” 

4 maal ‘W’

Twee verhalen die me – in (Corona)tijden van dreiging, lockdowns, reëel en gevoelsmatig ‘gevangenschap’ en ‘(vrijheids)beroving’ – te binnen schoten en aanvuurden tot het uitpakken van een psy-toolkit waar we zelf mee aan de slag kunnen opdat we naast lichamelijk gezond ook wakker – weerbaar – wendbaar – waarachtig (blijven). Temeer omdat mondmaskers, social distancing, handen wassen en sociale bubbels alleen de mentaal – emotionele gezondheid niet op peil gaan houden. Het verfilmde verhaal van The (Stephen) King of Horror houdt ons een universele spiegel voor van ‘onschuld en opgesloten worden’ enerzijds, en van ‘mentale vrijheid’ en grote ‘levensmoed’ anderzijds. ‘Wat (of wie) licht wil geven, dient het branden te doorstaan’ (met of zonder poster als houvast), was eveneens het centrale leitmotiv in Frankls survival .

Hieronder een zevental essentiële, doorwrochte en bruikbare adviezen om in ‘ver- en benauwde’ tijden naast de fysieke gezondheid ook deze van je hoofd en hart in optimale conditie te houden.

  1. Onderzoek de realiteit
    ‘Pijn is onvermijdelijk, lijden – echter – is optioneel’, zo luidt het bij H. Murakami. Ik schreef erover in 50 wijsheden voor een ‘licht’-er leven, een inspirerende lijst met inzichten die groeide doorheen mijn eigen tijd en deze met cliënten-in-pijn. Aanvaarden van wat onprettig is, de plannen dwarsboomt, perspectieven ontneemt, pijn doet, de hoop ontneemt, het is het aller lastigste des mensen. We verzetten ons met argumenten, vechten tegen bierkaaien, putten onszelf en anderen uit. We willen die mogelijke ziekte, de angst eromheen, de groeiende onvrede, het verlies en vrijheidsinperking niet. Controleverlies, het bezorgt ons stress, dat beschreef ik hier uitgebreider. De touwtjes, neen, die houden we liever in eigen handen. Het vertrouwde los(ser) laten boezemt schrik in. We zijn ook het vertrouwen helemaal kwijt geraakt, in media, politiek, in wetenschap, en niet in het minst: in onze ware aard, kracht en onoverwinnelijkheid. De desinformatie is niet alleen van deze tijd, maar van alle tijden. Wie of wat te geloven, wie of wat te volgen, wie of wat niet? Vooraleer we ‘de realiteit’ aanvaarden moeten we die ook durven onderzoeken, niet louter ‘aannemen’. Het onbekende echter schrikt af en maakt onbemind, we strijden, vluchten of slikken liever. Onderzoek vraagt energie, maar het loont. Ik moedig geen strijd of buiging aan, veeleer een waardig – kritisch ontrafelen. Met niet-weten als basis en niet-zomaar-aannemen als reddingsboei.
  2. Wees niet (te lang) bang.
    Een beetje bangheid kan geen kwaad. We maken wat mee en er kwam al zoveel op ons af. Het lijkt wel oorlog, ook al is de vijand van dienst zo onzichtbaar als wat. Misschien is het wel net dát laatste ook dat ons zo onrustig en onzeker maakt. Echter, teveel of te lang angst voegt niks maar dan ook niks toe dat werkelijk goed voor je is, integendeel. Ook niet wanneer je al ziek bent of mensen rondom jou ziek zijn. Angst is vooral een product van ons denken en het activeert heel snel het stresssysteem waardoor we voortdurend op onze hoede zijn voor het (veelal denkbeeldige) gevaar: we willen vluchten, vechten of ter plaatse bevriezen en zelfs verdwijnen. Hoe langer je deze angst aanhoudt en voedt hoe meer het – als een uitgehongerde familie ratten – aan je sterke maar ook gevoelige lijf gaat knagen. Bovendien is angst bijzonder aanstekelijk, besmettelijk en vernauwt het je blikveld en gevoelsleven. Stop eens met lezen nu. Kijk rondom jou en zoek naar alles wat een rode kleur heeft, lees dan verder. Ok, sluit nu je ogen, en herinner je alles wat de kleur ‘blauw’ heeft. Inderdaad.. Waar jij je aandacht op richt, dat zal toenemen, de rest bestaat niet (voor je selectieve waarneming). Wees dus waakzaam met je eigen focus en deze die wordt opgedrongen. Je angstvuur ontwikkelt snel. Het is beter er gezonde rust en kalmte ipv olie op te (blijven) gieten. Hanteer (zoals hier ook beschreven) de “Jij maakt mij niet bang, ik maak mezelf bang” afspraak (met jezelf). Zoek ook vaker de natuur op, luister naar zachtere muziek en stemmen, vermijd teveel nieuws, mediteer, en ga aub aan de slag met deze toolkit.
  3. Denk in mogelijkheden
    “Makkelijk gezegd” hoor ik sommigen denken. Klopt! Je moet het dan ook doen, en niet slechts eenmalig maar in voort-durende-zin. Iedereen heeft een “Ja, maar..”- schrift, tracht er aub geen boek of heel oeuvre van te maken. In de podcast mini-reeks rond crisis en wijze coping zoom ik in episode 3 in op de pervasieve impact van je eigen denkpatronen wanneer het ‘tegenzit’. Onder het mom van ‘anders leren denken‘ leg ik uit hoe jouw automatische gedachten aan de basis liggen van geautomatiseerde reacties en deze kleuren op hun beurt je wereld, je realiteit, je resultaten en gevoelens. Voortdurend denken aan hoe vervelend het allemaal is, wat mogelijks niet meer terugkomt, welke beperkingen er zijn enz. haalt je stemming onderuit en verziekt tegelijk ook de sfeer rondom jou. Aan je angstniveau werken betekent actief het piekeren verlaten en inzetten op initiatief en creativiteit. ‘Ieder nadeel eb zijn voordeel’, zei Johan Cruyff. Bekijk daarom wat je met de vrijgekomen tijd, ruimte en mogelijkheden kunt doen, alleen en/of samen. Focus op wat je wel nog kunt en met wie. Schrijf het allemaal op, lees het dagelijks luidop (ook aan je kinderen) en vul aan! Denken in mogelijkheden helpt je trouwens de cyclus van angstdenken te doorbreken, het maakt je creatiever en je behoudt een gevoel van controle en macht over de situatie. Bovendien geef je ook aan het concrete leven (zie Frankl) dat voor je ligt werkelijke positieve zin. Anders gezegd: ‘als jij zorgt voor het ‘nu’, dan zorgt dat nu wel voor ‘later’.
  4. Vermijd negativiteit.
    Vechten tegen de politiek en het onzichtbare enerzijds; gedijen in angst, je verliezen in rampdenken, innerlijke maar ook jammer genoeg relationele strijd anderzijds – ook al is het heel menselijk – het zorgt voor een klimaat en cultuur van (geestelijke) gezondheidsverzwakking en groeiende sociale negativiteit. Ziekenhuizen rapporteren bijvoorbeeld in de rand een verhoogd aantal patiënten dat zich aanmeldt met hyperventilatie. Hoe kan het ook anders met massale verspreiding van angst- en wanhoopinducerende boodschappen? De gezondheidszorg moe(s)t beter georganiseerd worden, zoveel is duidelijk. Ziekenhuizen kreunen natuurlijk (cfr. de besparingen- en fusiegolven). Er was al een burn-out epidemie onder de zorgverstrekkers (teveel werkdruk, overuren, administratie en te weinig waardering en heldere communicatie). Bovendien, waarom propageert men niet meer positivisme? Waarom brengt men niet meer positieve, creatieve oplossingen en verhalen van ‘overlevers’ in de schijnwerpers? Wat is er mis met hoop uitdragen? Ook hoop werkt net als angst: aanstekelijk! We doen er natuurlijk wel allemaal zelf aan mee .. Dus is het zaak om hierin (minimaal ‘iets’) verstandiger te worden. Zoals gezegd is het in lastige tijden cruciaal om je zelfcontrole en dus ook je energie beter te beheren, ofwel veel selectiever om te springen met jouw energiebronnen en jouw energievreters. Hieronder een viertal kritische hulpvragen die je helpen om van eerder vullen naar meer voeden te evolueren:
    1. Wat en wie geeft jou energie (en hoe)?
    2. Wat en wie geef jij energie (en hoe)?
    3. Wat en wie ontneemt jou energie (en hoe)?
    4. Wat en wie ontneem jij de energie (en hoe)?
  5. Blijf werken aan je doelen.
    ‘Fear can hold you prisoner, hope can set you free’ (S. King). Andy Dufresne (zie boven) slaagde er in om zich succesvol in te passen in de gevangenis: hij maakte er vrienden, stichtte er een bieb en leerde oa. analfabeten lezen. Tezelfdertijd werkte hij 20 jaar op eigen houtje aan zijn ultieme ontsnapping. Andy had één doel en stelde alles in het werk om dat doel te bereiken: een nieuw leven hebben in Zihuatanejo (Mexico), de plek waarvan hij altijd droomde. Ook Frankl hield zich meer dan staande door wat hij en anderen in de concentratiekampen voor ogen hielden. Het waren dingen als: de hoop om ooit hun geliefde weer te zien, de verwondering om een zonsondergang die tussen al het gruwelijke mooi kon zijn, het uitzicht op ergens een groene kruin boven een muur. Frankl maakte zich ondertussen ook in de kampen bijzonder nuttig als psychiater en gezondheidseducator: hij stond zowel de soldaten als zijn kamp- en lotgenoten medisch bij, gaf les over slaap- en mentale hygiëne enz. ‘Waar geluk bestaat uit drie dingen’ – zo klinkt een Oosterse tegeltjeswijsheid: ‘iets om van te houden, iets om te doen en iets om op te hopen.’ Ja, zelfs al is de uitputting nabij, staat je gezin op springen, leef je geïsoleerd als single, heb jij je baan of zaak verloren, ben je de oriëntatie wat kwijt, het devies blijft: laat de huidige situatie niet het eindpunt van je fantasieën zijn, maar veeleer de springplank naar een diepere duik in je dromen. Zie je het grotere plaatje even niet? Neem dan extra rust, zet geen druk, laat de tijd voor jou werken, focus op de dagtaken en voeg er iets meer intensiteit en plezier aan toe; vertrouw ook wat meer op kleine ingevingkjes, visualiseer jezelf af en toe denkbeeldig in volle glorie, hou een dagboek bij. Vrijheid, dat is vooral een innerlijke aangelegenheid..
  6. Verbeter je zelfzorg
    Natuurlijk is het allemaal ook lastig. En de ene dag is de andere niet. Daarom zijn positieve dagelijkse zelfversterkend gewoontes zo belangrijk. Want als jij je goed voelt, als jij voor jezelf zorg draagt, dan stimuleer jij je ‘goed-gevoel hormonen’ (dopamine, serotonine, endorfine, oxytocine) en ben je in staat ook beter zorg te dragen voor je dierbaren en je in te zetten voor anderen, indien je dat wil natuurlijk. ‘Wie voor zichzelf zorgt, zorgt steeds voor zijn beste vriend(in)’; vriendschap met jezelf is de zachtste basis van elke relatie met een ander, zowel binnen intieme als professionele context. Zelfzorg is wel voor alle duidelijkheid (ook al het is fijn dat je daarmee start) meer dan enkel je laptop of smartphone eens uitzetten, even te niksen, te luieren, te dagdromen, een warm bad nemen, een massage en lekker kopje thee. Het is vol-wassen aandacht aan en voor jezelf, je wensen, je noden, maar ook je talenten, je dromen, je valkuilen, je vergeten pijn..; het is eigenwaarde en dieper zelfengagement in de dagdagelijkse praktijk gebracht vanuit een ‘wie niet zeeft, die zweeft’ – principe. Met ‘niets minder dan het beste voor mezelf’ als dagelijkse mantra. Zelfzorg is – hoe fijn ook – ook geen instant geneesmiddel, noch een 8-weken training, het is een groeiproces van blijven opstaan en doorgaan na het vallen en uitstellen; het is een levenslang leren integreren van wat voor jou echt nodig is, gezond is en werkt. Een acroniempje hierbij is BRAVO:
    Beweging (elke dag, frequenter, meer trappen, meer te voet, yoga/tai chikwartiertje, dansen – ook thuis, duursporten indien mogelijk)
    Rust (elke dag, intenser, zie pauzeren kan je leren, check de relax nog meer met je zintuigen kaart, liefst zonder pillen)
    Attitude (elke dag, positiever, deze 2 instructies volgen, leren van stervenden, focus op het waardevolle, het mooie, het kleine, liefst zonder pillen)
    Voeding (elke dag, gezonder, biologischer, lichter, minder frequent, af en toe onderbroken vasten, met supplementen, liefst minder bewerkt, voorzichtig met alcohol)
    Ontlading (elke dag, meer, beheerst doch met overgave, in het lachen, spreken, vrijen, schrijven, hulp vragen, zingen, tekenen, op muziek vooral).
  7. Blijf connecteren en nog meer liefhebben
    De natuur gaf ons 2 oren en 1 mond, opdat we meer zouden luisteren dan praten. Het is een tijdloze waarheid, die nog het meest dwingt in tijden van nood en crisis. Hoe moeilijk we het zelf ook hebben, tracht hierin nog meer een rolmodel te worden. We worden met zijn allen waarlijk door elkaar geschud; ingrijpende (historische) gebeurtenissen doen dat nu eenmaal met ons, ook al kunnen we hierdoor veerkrachtiger worden. De kwestie is niet of de ander(en) lijdt(en), de kwestie is hoe zwaar en zichtbaar is dat lijden? Zij die lijden – vergeet dat niet – zijn meesters in vermomming! Voor heel wat mensen gaat deze pandemie hand in hand met 2 andere pandemieën van deze tijd: de (financiële) stress- en eenzaamheidspandemie. Over dat laatste schreef ik een gewaagd, kritisch maar m.i. noodzakelijk stukje. Iedereen rondom jou, ook iedereen die je – virtueel en reëel – nog zult ontmoeten lijdt ofwel luidop ofwel in stilte onder de zorgen, de angst, het verlies, het gevecht. Coronatijden, ze brengen ons inderdaad verder van het werk, cultuur én elkaar, maar tegelijk ook veel dichter bij essenties: bij tijdelijkheid, vergankelijkheid, bij onze gehechtheden, de (toenemende) vervreemding alsook de emotionele afstandelijkheid en zingevingsarmoede. Stuur daarom massaal kaartjes, cadeautjes, bloemen met de post, bel systematisch met (groot)ouders, vrienden en geliefden, wees extra vriendelijk in supermarkten, glimlach met je ogen, wees niet te streng tegen je kinderen, zeg wat vaker mooie hartelijke dingen, bied je vrijwillige hulp aan in de zorg. Treffender dan ‘Doe wat je kan met wat je hebt en waar je ook bent’ (T. Roosevelt), kan ik echt niet besluiten.

Lieve mensen,

Het is een zure mand appelen. Maar laten we hier samen waardig doorbijten en -gaan. Niets blijft duren, ook dit niet. Laten we er het beste van maken en hier sterker, wijzer en liefdevoller door worden. Steek dan nu maar die kaars van je aan ipv het duister te (blijven) vervloeken. Go go go, I’m on your side!

– Steve Van Herreweghe –

De Griekse tragedies, jullie hoorden er wellicht ooit eens van. Ze werden destijds opgevoerd om het publiek een zekere catharsis (zuivering, ontlading) te laten beleven. Ze deden dat door via het schouwspel elos (‘medelijden’) en fobos (‘angst’) op te wekken en er de aanwezige toeschouwer(s) mee te overspoelen. Voor een Griek is het ‘zien lijden’ (mentaal en fysiek) het ergste wat er is.

Dat geldt natuurlijk ook voor elke niet-Griek. Op het theater van ons levens zijn oneindig veel kleine en grote tragedies te aanschouwen die ons raken, ons verstillen of in beweging brengen. Ook kan de ‘Griek-in-onszelf’ wel af en toe eens ontaarden in voyeurisme, in leedvermaak en jawel zelfs tot het pijnlijke ‘we staan erbij en kijken ernaar’– ook wel het Bystander-effect genoemd.

Het zien lijden of ‘afzien’ van een ander beroert onze zintuigen, hersenen en harten, bij de één al meer dan bij de ander. Onze spiegelneuronen zouden er voor iets tussen zitten, dat zijn specifieke hersencellen die ons via waarneming van (en afstemming met) de buitenwereld een soort van gespiegelde ervaring bezorgen. Het houdt ook verband met ons leer- en empathisch vermogen. Maar wat doen we er dan mee, of wat moeten we er eigenlijk mee doen?

(zelf)Medelijden, een bijzonder humane reflex.

Het brengt me bij een andere (klassieke) vraag die ik al meer dan 20 jaar voorgeschoteld krijg: “Steve, zo alle dagen de miserie van een ander aanhoren, hoe hou jij dat vol?” Natuurlijk zijn er meerdere antwoorden mogelijk. Over één kernachtig antwoord wil ik het in deze blogpost ietwat genuanceerder hebben, wellicht herken- en invoelbaar voor iedere gevoelige ziel die zich ook wel eens kan verliezen in de pijn, de zorgen van een ander. Het gaat over medelijden, en vooral de valkuil ervan

Medelijden, het maakt ons schijnbaar zachter en milder, het brengt ons bij kwetsbaarheid, de kleine en grotere hel van de ander, en het maakt ons tevens bewuster van ons eigen (on)geluk, de voorgespiegelde (on)rechtvaardigheden des levens, én het opent debatten naar diepere zingeving en machten.

Dé vraag is echter of (zelf)medelijden echt een toegevoegde waarde biedt, of het werkelijk ‘helpt’ en sterkt, of het daarentegen onszelf en de ander niet eerder gaat kleineren, devalueren en zelfs stagneren?

De geboorte van de vlinder 

Een man zat op een zonnige middag rustig te genieten in zijn tuin. Zijn oog viel op een cocon waar net beweging in kwam. Er verscheen een kleine opening in de cocon en een vlinder probeerde met veel moeite zijn weg naar buiten te vinden door dat kleine gaatje heen. Tot verwondering van de man was de geboorte van de vlinder een niet zo gemakkelijk proces. De vlinder was anderhalf uur bezig om te proberen uit de nauwe opening te komen. Hij raakte daardoor vrijwel uitgeput, want hij deed plotseling niets meer. De man had medelijden met de arme vlinder en liep zijn keuken in, op zoek naar een schaar. Toen hij terugkwam met de schaar, zat de vlinder nog altijd in de cocon, wachtend op wat nieuwe energie. De man knipte de rest van de cocon weg; nu kon de vlinder zich moeiteloos bevrijden. Met een schok stelde de man echter vast dat de vlinder een gezwollen lijf en verschrompelde vleugels had! Hij zag hoe de kreupele vlinder over de grond schrompelde en hij wachtte tevergeefs op het spreiden van de vleugels. Wat bleek? In zijn medelijden had de man niet beseft dat het nauwe gaatje de wijsheid van de natuur voorstelde. De vlinder wordt namelijk gedwongen zich door een klein gaatje te wurmen, omdat daardoor de levenssappen vanuit het lijf in de vleugels worden geperst. Het moeilijke geboorteproces was precies wat nodig was voor de vlinder.

Teveel schrik voor nauwe gaatjes en zure appels

Het transformatieproces van rups tot vlinder wordt sinds oudsher in menige culturele, religieuze en spirituele tradities gebruikt als metafoor voor onze ontpopping van ‘onbewuste-kruipende-aardse-ego-staat’ naar een ‘lichtere-bovenbewuste-spirituele-staat’. Het popstadium wordt daarbij figuurlijk gezien als de overgangs- en natuurlijk dwingende loslaatfase: een lastige doortocht doorheen het donker waarbij in een fase van klaarblijkelijke verstilling en verdwijning in feite de integratie van al het oude (‘vergetene’) geschiedt, en dit als voorbode van een nieuwe verschijningsvorm.

Het verhaaltje hierboven houdt ons een spiegel voor en zit dus boordevol analogie. De man in het verhaal bijvoorbeeld. Hij lijkt alert en wakker, behulpzaam en vol (zelf)medelijden! Hij vertegenwoordigt onze klassieke manier van kijken, denken en probleemhantering. Enerzijds verwijzend naar ons aangeleerd verzet tegen verandering en groei, en de hiermee verbonden angst- en betuttelcultuur (waar we met zijn allen deel van uitmaken). Anderzijds naar onze ‘slaperige en geautomatiseerde staat’ van zijn en leven, waarbij we vooral niet willen en kunnen losmaken van wat vertrouwd is en daardoor angstvallig smachten naar ‘het oude normaal’. In mijn ‘Wakker & Bereid’ podcast zoom ik hier via een eerste mini-reeks dieper op in.

“Wat is er mis met helpen dan?” hoor ik jullie luidop denken. Goeie vraag! Op zich niks mis, alleen, wat is de definitie van helpen en hoe nodig is het precies? En vooral hoe gevraagd en welkom is het werkelijk?

Er ‘doorheen’ groeien kan ook

Zoals ik beschreef in de 9 takeaways naar een kwaliteitsvoller leven is ‘ongemak vaak een voorbode van groei’, en kunnen we naast vlindergeworden rupsen ook heel wat van zich terugtrekkende kreeften leren! Alleen wordt ‘ongemak’ (en bij uitbreiding ‘crisis’) vanuit ons westers denk- en geneesmodel zelden echt zo bekeken. Onmiddellijk comfort daarentegen staat voorop. Weg dus met die (groei)pijn, te nauwe gaatjes en te zure appelen! Onze hedendaagse quick fix mentaliteit en -cultuur met haar favoriete instantoplossingen (zoals overmedicalisering, junk food, Tinder, onlineverheerlijking) worden als meer ‘passend, #yolo en normaal’ beschouwd.

We zijn ergens onderweg vervreemd geraakt van de oerkennis over het diepere ‘waarom’, inclusief het belang, de initiatie en waardering van (overgangs)rituelen. We hebben het afgeleerd om te pauzeren, vertrouwen minder op ons eigen ontwikkelproces en hebben daardoor immens veel moeite om door te bijten en te zetten. We verkrampen bij (grote) crisissen en schieten in vermijdingsgedrag omdat we vergeten zijn dat verandering de enige constante is in het leven. We moeten het willen én durven onder ogen zien: we zijn gebrainwasht en misvoed – én – we geven dit vaak blindelings gewoon verder door aan onze kinderen, onze vrienden en om te beginnen aan onszelf. Graag nieuwe en andere boodschappen dus, boodschappen die ’t liefst sterke wortels en vleugels geven. Ik belichtte er ter info 12 ‘eenvoudige’ hier.

Medelijden naar zichzelf en anderen is dus i.m.o. zelden een goede raadgever want het wortelt in een waarheid van ‘gepercipieerd slachtofferschap’, bij onszelf en vervolgens ook geprojecteerd op onze omgeving. Het biedt schijnbare voordelen en schept een gemeenschappelijke deler van onschuld, gekwetst en bang zijn. Dat menselijk lijden zelden in een groter perspectief wordt geplaatst leerde dit verhaaltje ons. Ook uit de crisispsychologie wordt dit bevestigd: het menselijk lijden kan slechts waarlijk transformeren als ‘de situatie’ niet als (goddelijke) ‘straf’ maar als ‘opportuniteit’ wordt gezien, als doortocht naar meer licht(heid).

We zijn dus geen slachtoffers van de omstandigheden (ook al geloven we dit graag en kunnen de omstandigheden ook behoorlijk uitdagend zijn), maar bezitten het vermogen om te kiezen ons denkpatroon hierover te veranderen en jawel zelfs ‘post-traumatisch veerkrachtig‘ te groeien ipv in het stresssyndroom te blijven hangen.

De imaginaal cellen (eren)

Terug naar de worsteling van de rups. In het popstadium gebeurt de histolyse: alle organen van de rups worden opgelost tot vormloze materie. Hieruit ontwikkelt zich de toekomstige vlinder. Met dank vooral aan de imaginale schijven! Deze ‘schijven’ zijn als kleine groepjes cellen de belangrijkste werkpaarden die de ombouw van de hongerige rups naar kilometervretende vlinder mogelijk maken. Deze cellen ‘lezen’ als het ware die informatie van hun genetische blauwdruk en fungeren als een levendig en dwingend ‘design’ dat de rups tot een andere vorm laat evolueren. Fantastisch toch!

Deze analogie kunnen we zeker ook doortrekken naar elke zich-ontwikkelende-mens. Jezelf of een ander (onwetend of angstvallig) identificeren met ’teveel rups’ is ook vergeten dat er een dieper ‘design’ is dat wil ontwikkeld geraken. Pijn, tegenslag, crisis, het heeft allemaal een functie, tenminste als we dit ook zo willen zien en begrijpen. Zoals ik verhelderde aan de hand van deze 3 metaforen heeft elke crisis naast een vergrootglas- ook ‘brug-functie’: het dicht een kloof, lost altijd iets op en maant ons aan om meer te leren loslaten en meer op het zich ‘ontvouwende en onzekere nieuwe’ te vertrouwen. Wil je nog meer survivaltools in lastige tijden, lees hier dan verder.

Van medelijden naar medeleven, -reizen en -rijzen

Brengt mij tot slot terug bij de gestelde vraag van hierboven (“waarom enthousiast blijven?”). Mijn allerdiepste drijfveer en bron van enthousiasme in het begeleiden van cliënten-in-pijn ligt dus niet in (zelf)medelijden vervat bij maar leeft in de verwondering die elke crisisdoorgang en -doorbraak (en de daarbij potentiële nieuwe evolutievorm die tevoorschijn rijst) met zich kan meebrengen. Wat een ander ‘miserie’ noemt geldt voor mij slechts als een vernauwing van iemands (gevoelsmatige) werkelijkheid.

De pijn, het verdriet, de angst, frustraties, twijfels en uitzichtloosheid waarmee cliënten geconfronteerd worden zie ik dus niet als slotsom of eindpunt aan een menselijk verhaal, en evenmin als een verhaal dat bovenop mijn zgn. denkbeeldige ‘op te lossen berg’ komt te liggen, maar als een mogelijke hergeboorte of ‘ingang naar een dieper en nieuwer leven’. Het actief getuige en medereiziger mogen zijn van diverse wedergeboortes zorgt voor een onvoorstelbare positieve energiestorm die niet enkel elke gedachte aan ‘hoe erg het wel was’ resoluut teniet doet maar tevens de mens-in-mijzelf doet rijzen.

Als hulpverlener en wakker(der) mens leer je ook dat er een verschil bestaat tussen helpen en begeleiden. Je bent geen rasecht technieker die de problemen van een ander eventjes fixt zodat ze vervolgens weer verdwijnen. Begeleiden is ruimer dan en omvat (oa) het helpen. Maar het kan ook perfect iemand met rust laten zijn.

In die zin is medeleven belangrijker en ruimer dan medelijden, want medeleven veronderstelt een gemeende aandachtigheid en betrokkenheid met behoud van respect voor de vrijheid van de ander (tenzij die zichzelf en anderen in gevaar brengt). Medelijden daarentegen verlengt en accentueert het lijden, en onderbreekt het natuurlijke vermogen tot een autonomer, bewuster en innovatiever leven.

– Steve Van Herreweghe –