Tag Archief van: projectiemechanisme

Denken. We doen het met zijn allen. Soms te weinig, maar meestal teveel; soms wel juist, maar meestal onvoldoende ‘bewust’ en ‘gezond’.

In 2 instructies die je leven kunnen veranderen verwees ik reeds naar de ‘sporen’ die de 120k en 150k gedachten per dag nalaten, en hoe belangrijk het zorgzaam bewaken ervan is, net als de woorden trouwens die we dagelijks gebruiken.

‘De Denker’ van A. Rodin stelt Dante voor, zittend voor de poorten van de hel. Dante (1265-1321) beschreef in het driedelig gedicht ‘Divina Commedia’ een reis van de hel, door het vagevuur, naar het paradijs. Rodin bedacht een “Poort van de Hel’ naar het gedicht van Dante. ‘De Denker’ personifieerde het geweten van alle onrecht en gewelddadigheid, hij stond voor het menselijk tekort. Het beeld wordt ook wel ‘Le Poête’ genoemd omdat het eveneens de peinzende dichter Dante voorstelt.

Net als velen kan ook ik er mezelf in terug vinden. De weg doorheen het donker gaat nimmer zonder ‘je denken erover’ in vraag te stellen. En net als bij mij is het ook algemeen zo dat we te weinig ‘door’ hebben dat er in dat denkapparaat van ons soms fouten schuilen. Deze fouten zijn als geconditioneerde misleidingen in onze manier van redeneren, en ze treden vooral op voorbij de schermen van ons eigen weten en bewustzijn om. Anderzijds merken en benoemen we ze in de observaties van de ander wel vaak als eerste (op).

Denkfouten. 

Er zijn er heel wat. En ze stammen in de regel af van de vader der denkfouten: ‘oordeel’. Ik som even de voornaamste op: zwart-wit denken (“ik ben vóór iets of iemand, of er helemaal tegen”), veralgemenen (“alle mannen/vrouwen zijn onbetrouwbaar”), confirmeren (“zie je wel dat je altijd te laat komt”), attribueren (“die tegenslagen hebben met haar karakter te maken”), helderzien (“je denkt waarschijnlijk negatief over mij”), rampdenken (“het gaat nog maar eens fout aflopen met het project”), over/onderwaarderen (“die jongen kan nu eens alles/niets”).

De implicaties van deze denkfouten zijn niet gering, niet enkel omwille van het gegeven dat ze onder de radar van ons weten optreden en dat ze tezelfdertijd onze waarneming selectief sturen in de richting van bevestiging, maar vooral omdat ze ook pijn kunnen doen. 

Ik belicht er een drietal: overhaast concluderen, personaliseren en externaliseren, en hoe je het vooral anders kunt doen (op metacognitief en metacommunicatief vlak).

1.Te snel concluderen… (ofwel ‘jumping to conclusions’)

Het is menselijk, veel voorkomend en komt neer op het te snel en zonder het volledige plaatje te kennen overgaan tot conclusies. Deze (be)grijpreflex is een oeractiviteit van ons brein, met diepe wortels in het overlevingsinstinct. We willen controle over wat we niet kennen of hebben opdat we verder kunnen met .. overleven. Liever snel willen begrijpen en toedekken, dan het ongeduld van ‘niet-weten’ te trotseren en te wachten op het juiste en heldere plaatje, op het ontdekken dus. Ik schreef daarover iets uitgebreider in de (menselijke) valkuil van (zelf)medelijden.

Tijd en afstand nemen, pauzeren tussen denken en besluiten, het even open laten, vragen stellen, de antwoorden laten rijpen, checken i.p.v. vlug invullen (voor jezelf en een ander). Het zijn allemaal alternatieven die ons finaal (weliswaar niet meteen) rustiger, toegankelijker en zelfzekerder kunnen maken.

Leer bijvoorbeeld van de arend, die bij een storm – niet zoals alle andere vogels een schuilplaats zoeken – zich door de kracht van de wind omhoog laat stuwen, ver voorbij de wolken heen, en zodoende ook het overzicht bewaart i.p.v. zich door angst te laten misleiden. We noemen dit ook wel eens de helikopterview (zeker interessant bij ruzie of conflict).

Het is niet omdat je niet begrijpt wat er gebeurt dat dit in se een negatieve situatie hoeft te zijn. Soms is ook even niet krijgen wat je wilt het beste dat je dan in de gegeven omstandigheden kan overkomen, zo leerde bijvoorbeeld deze wijze boer ons.

2.Personaliseren.

Ook dit doen we met zijn allen. Komt neer op alles op jezelf betrekken of het persoonlijk nemen, hetgeen tot een ’trek’ maar ook een manie of ziekte kan evolueren (zoals betrekkingswaan of paranoia).

De dingen buiten jezelf krijgen enkel waarde door de waarde die je er zelf aan geeft. Opmerkingen, kritiek, gedrag van anderen heeft altijd een zekere impact, zeker wanneer de inhoud of de persoon je nauw aan het hart ligt en het mogelijks ook oude wonden aanraakt.

Het is echter een kunst om je algehele zelfbeeld of -vertrouwen er niet door te laten leiden, en het als een momentum, een projectie of leerervaring te beschouwen. Je ruimte van kiezen ‘hoe het te zien’ te vergroten en alternatieve denkopties te creëren. Imperfectie is trouwens deel van ons ‘in proces’ zijn, en maant ons aan om de focus op persoonlijke progressie ipv sociale perfectie te richten.

Je bent noch de regen of de sneeuw die op je neerdaalt, noch de wind of de wolken, het onweer of de immer wisselende seizoenen. Je bent niets van dit alles. “Denk en leef daarom wat meer als een zonnestraal”, een inzicht die ook veel cliënten-in-pijn heeft geholpen.

3. Externaliseren van stress- en geluksbronnen.

Eveneens een menselijke denkfout en misschien wel één van de hoofdoorzaken van chronische stress, aanhoudende zorgen-, conflict- en stemmingmakerij.

Het komt is essentie neer op het (on)bewust verantwoordelijk stellen van de buitenwereld (omgeving, anderen) voor je gevoel van (innerlijk) welbevinden. Want het is ‘dat rotweer’, ‘die rotjob’, ‘die vervelende partner’, ‘de jaloerse vriend’, of ‘die giftige schoonmoeder’, ‘de bekrompen politiek’, die mij somber, negatief en moedeloos maken en mijn gemoed vullen met frustratie (“waar we toch niks kunnen aan doen, toch?”).

Natuurlijk wel dat het d’office aangenamer vertoeven is onder een stralende zon, een heldere hemel, of in het gezelschap van lieve positieve mensenzielen. Natuurlijk ook dat een zuurstofrijke werkomgeving – waar het bruist van enthousiasme en vrolijke collega’s – beter ‘werkt’, of thuis en in sociale kringen waar warmte, begrip en ondersteuning rijkelijk vloeien, het bijzonder fijn is (ook al zijn er – weliswaar – mensen bij wie zelfs dat niet helpt).

Anderzijds weten we ook via bijv. de waarnemings-, de zelfdeterminatietheorie en de neurobiopsychologie dat…

wie (1) de eigen perceptie verzorgt, (2) het eigen denken bewuster stuurt in de richting van eigen waarden, dromen en doelen, (3) het eigen gevoelsleven onderzoekt, beschrijft, bespreekt, ontzuurt en creatief uitwerkt, (4) dagelijks inzet op activiteiten die de goedgevoelhormonen aanwakkeren (lachen, spelen, sporten, natuur, dieren, aanraking, …) en (5) assertief de eigen grenzen aangeeft, en deze moedig durft te verleggen

… die de eigen macht en invloed naar een verbeterd welbevinden ontwikkelt, en zodoende ook minder vervalt in het uit handen geven van voldoening, plezier en geluk.

Dit is echter geen evidente stap, de weg is vaak hobbelig en lang, maar het proces loont, en de resultaten volgen soms sneller dan verwacht.

Kortom en om mee te nemen

  • Check je denken op de oudheid van je automatische gedachten in een situatie
  • Vul niet te snel in voor jezelf, een ander of een mogelijke toekomst. Filter de denkfouten
  • Schakel flexibel in je denken: tussen (1) zo weinig mogelijk, (2) minder, (3) meer, (4) sneller en (5) trager
  • Onderzoek je eigen overtuigingen, traceer de wortels ervan, evalueer naar bruikbaarheid
  • Overdrijf niet met positief denken, want dat werkt niet (altijd)
  • Lees, studeer en test zoveel mogelijk alternatieve zienswijzen
  • Denk sneller dan je praat, denk met meer gevoel, en voel ook met meer verstand
  • Creëer innerlijke verhalen die vòòr je ipv tegen je werken

Succes!

– Steve Van Herreweghe –