De gemiddelde Vlaming checkt plusminus 150x/dag zijn smartphone, waarvan 28% diens mails. De rest wordt verdeeld over allerlei sociale ea. apps. Google en Apple hebben nu ook zelfs hun aandacht verschoven naar meer ‘well-being’ en introduceerden niet zolang geleden oa de ‘schermtijd-app’, om ons smartphonegebruik in de gaten te houden. Ook dealers hebben blijkbaar een hart..

En volgens verslavingsexperts klopt het excuus niet dat “we geen tijd hebben”, aangezien gemiddeld genomen een volwassene 4u/dag neust in en kleeft aan diens toestelletje. Deze ‘checkhouding’ heeft met het bevredigingshormoon ‘dopamine’ te maken, een natuurlijke beloningsdrug, waaraan we megaverslaafd zijn. Face it.

Met zijn allen (dopamine)verslaafd

Ik stel het al lang vast, en ’t gaat van kwaad naar erger: online zijn is de roes, de smartphone de nieuwe drug. Als dopamine-junkies willen we steeds op de hoogte zijn en blijven, zien en gezien worden, geliket en gevolgd worden. Vandaag misschien het sociale sterretje van de dag, morgen het object van eenieders lach. We scrollen, filteren, posten, verzamelen, (ont)vrienden en swipen er gedreven op los. De maatschappij lijkt het van ons te vragen, te eisen zelfs: steeds meer geautomatiseerd, korter, sneller, efficiënter. De hyperactiviteit, hoogsensitiviteit, uitputting, en andere aandoeningen nemen we er ook gewoon bij. We fixen het wel met psy-pil, powernap, Redbull, online shopping & ‘hot or not’ zijn op Instagram. Graag kant-en-klare oplossingen (zo goedkoop mogelijk, op maat, en liefst nu aub), want the (rat)race continues…

Contactarmoede, het maakt me triest en ’t moet van mijn hart. Ik belichtte het reeds in het licht van mijn 8-minuten wandelingetje richting ’t kantoor (toen nog) te Gent.

Binnen en buiten mijn dagelijkse praktijk stel ik onthutsende dingen vast die om meer aandacht schreeuwen. Het lijkt er namelijk steeds meer op dat we het afgeleerd of moeilijker hebben met de volgende individuele en collectieve fenomenen:

  • tegenslag, verlies, trauma op een rustige en natuurlijke wijze te verwerken
  • echt naar elkaar te luisteren, elkaar aan te spreken, werkelijk betrokken te zijn
  • echt contact te hebben met ons lichaam, ons denkapparaat en onze gevoelswereld
  • gewoon blij te zijn, te spelen en echt plezier te maken
  • bij het eigen (levens, werk, relatie) plan te blijven
  • harmonieus te (blijven) communiceren en relateren
  • de juiste (dosis) verantwoordelijkheid op te nemen
  • de ander te zien en soms eens belangeloos te helpen

Welkom in de ‘wegwerp- en verdwaalmaatschappij’, waar vermoeide en kompasloze zielen lijden aan infobesitas, geleid door de dorstige kapitein ‘ego‘, geautomatiseerd het pad opgaand als compulsieve ééndagsjournalist, met het schermpje als symptoom van én middel tegen emotionele en culturele verarming.

Het nieuwe roken, zeg maar, waarbij de tijd en vooral de kwaliTIJD steeds meer in virtuele rook lijkt op te gaan. “Who cares?” We doen het toch met zijn allen? Bijna toch, en steeds meer, steeds langer, het straatbeeld, de huislijke en allerhande sociale ontmoetingsplaatsen spreken voor zich. Pure droefheid is het. Zo virtueel verbonden met elkaar en tegelijk zo vervreemd van elkaar in de realiteit.

Corona- e.a. virussen maken ons wakker van onze werkelijke verbinding met elkaar, maar dat we elkaar voortdurend ‘besmetten’ met sociale afwezigheid, dat dringt amper door. Waar we ook zijn, daar zijn wel zelden echt. Het is al lang geen gevaarlijke trend meer maar een status praesens. We geven nooit thuis, noch in lijf, noch bij de ander. En dit terwijl gezien en geliefd zijn de motor blijft. Hoe paradoxaal, en triest..

Groeiende eenzaamheid

Dit is geen louter pessimistisch betoog, het is een oproep, een wakkerschudder voor de grootste pandemie van het moment: vereenzaming.

In zijn boek ‘Het gebroken hart: medische gevolgen van eenzaamheid’, schetst Dr. James Lynch recente ontdekkingen die uitleggen hoe dergelijke uiteenlopende sociaal isolerende ervaringen als schoolfalen, echtscheiding en alleen leven een gemeenschappelijke ziekte delen, een “communicatief ongemak” dat letterlijk de macht heeft het menselijke hart breken. Hij adviseert ons daarbij vooral dat “oefeningen om de communicatieve gezondheid te verbeteren” net zo serieus moeten genomen worden als dat oefeningen op loopbanden dat voor de lichamelijke gezondheid betekenen.”

Het is nu ook zelfs wetenschappelijk aangetoond dat aanhoudende eenzaamheid even nefast is voor ons immuunsysteem als 15 sigaretten/dag. Er zou namelijk een significante wisselwerking bestaan tussen cytokine (een afweerhormoon) en het sociale interactiepeil. In mensentaal: hoe meer en beter de interactie en het sociaal gevoel hoe weerbaarder men zich voelt en ook werkelijk is. In de UK hebben ze reeds een minister voor eenzaamheid die deze teneur beleidsmatig bewaakt en nationale acties coördineert. Ondertussen rijst ook hier steeds meer de nood aan sociale innovatieve projecten, aan laagdrempelige co-creatie ter bevordering van emotioneel en gemeenschapswelzijn, aan minder contact via schermpjes, aan elkaar aanspreken, de luister(kwali)tijd verhogen, aan back-2-basics als je het mij vraagt.

Bottom line is dat zo lang mensen zich niet realiseren dat ze verslaafd zijn is de brug naar dieper commitment een brug te ver. Vervreemding van zichzelf is de basis van relationele en emotionele armoede. Eigenliefde is de sleutel doorheen de eigen hardheid en tot het hart van anderen. Onze verslaafde en verdwaalde samenleving zal dus meer dan 30 dagen tournées behoeven om uit de greep van individuele en collectieve compulsiviteit en verstrikking te geraken.

Van online naar inline. Hoe dan?

Online kennen we. Maar kennen we inline?

In lijn zijn met jezelf, met je omgeving, met anderen, met de natuur, de wereld om je heen? Hoe verbonden ben jij met je lijf, je hart, je ziel, met je afkomst, je roots, je talenten, je schaduwen, je potentieel? Hoe belangrijk is werkelijke levenskwaliteit voor jou, en durf je dat ook te eisen van je omgeving, je dierbaren?

Er is amper nog voeling, voeling met de binnenkant, voeling met de buitenkant, voeling met de onderstroom des levens. De maatschappij mensen, dat zijn wij, verwerping daarbuiten weerspiegelt de verwerping naar onszelf, het begint dus in de eerste plaats bij onszelf. Maar beseffen we dat wel? En willen we dat onder ogen zien en dieper onderzoeken? Een verwerpende houding beschadigt tot diep op cellulair niveau, het schept chronische pijn en een immens groot (verborgen) verdriet.

‘De tranen die niet gehuild worden door de ogen, worden gehuild door onze organen.’ – James Lynch

Daarom een ode aan het willen ‘consuminderen, het (digitaal) detoxen, het durven verstillen en dagdromen, het bewuster ademen, het tijd maken voor verrassing en de ruimte creëren om even te pauzeren en gewoon te niksen, het ontwapenende oogcontact, het groeien in spontaneïteit en oprechtheid, de magie van de intieme verbinding, het leren luisteren tot de laatste noot, spelvreugde, gewoon het vriendelijker en lief zijn tout court.’

De fenomenen die ik hierboven beschreef, ze vragen bijzondere aandacht en we moeten ze met zijn allen (te beginnen met onszelf) dringend terug aanleren. Finaal kunnen we korte en lange reizen maken, maar de moedigste en meest duurzame trip is wel deze: van online naar meer offline, en van offline naar steeds meer inline, in baby-stapjes desnoods maar wel gedisciplineerd, omdat het nodig is, opdat we terug wakkerder en vrijer worden, rustiger worden en kunnen groeien in waarachtig zelfvertrouwen en vertrouwen in elkaar.

– Steve Van Herreweghe –

In 8 psychologische effecten die uw blik kunnen verruimen lichtte ik reeds een tipje van de sluier omtrent het waarom van enkele mentaal-sociale fenomenen en waarom ‘de dingen niet altijd of net wel lopen zoals we willen … of denken’.

Ook in de blogtekst over denkfouten verwees ik naar hoe we soms door het eigen denkapparaat op het verkeerde been kunnen worden gezet. Misleid worden door ons eigen brein, het is een wetenschappelijk gegeven waar we niet om heen kunnen.

Vandaar dat ik hier wil inzoomen op de li-‘mythe’-n van positief denken. Vooral omdat het zo vaak wordt gehypet en – hoe goed bedoeld ook – te snel en ondoordacht als ‘boodschap’ meegegeven. Met vaak als gevolg dat we opgezadeld geraken met een gevoel van ‘iets’ verkeerd te doen, en onszelf en het leven niet onder controle lijken te hebben, hoe positief we ook (willen) denken.

Misverstand

We gaan er namelijk van uit dat door ‘anders’ of ‘positiever’ te denken onze (binnen)wereld verandert en we ons beduidend beter gaan voelen. En dat gebeurt ook, maar soms ook niet, en bovendien levert het zelden een garantie op een duurzaam effect af. Ietwat vergelijkbaar met een roesmiddel: het werkt voor even, maar meestal blijven we met een kater zitten (het effect ervan geraakt ‘uitgewerkt’).

Het misverstand is dat men ervan uitgaat dat een ‘stemming’ veranderen vooral neerkomt op het aanpassen of switchen van gedachten (alleen). De oorzaak van een bepaalde stemming ligt voor alle duidelijkheid niet enkel in mentaal maar ook in emotioneel gebied en wordt trouwens versterkt of verzwakt door de context waarin we vertoeven. Dat stemmingen (zonder de inmenging van positief denken) bijvoorbeeld snel kunnen veranderen door een andere omgeving, andere mensen en activiteiten weten de sensitieve zielen onder ons heel goed. Het is dan ook niet verrassend wanneer ik zeg dat film, muziek, kunst, sport, huisdieren, kinderen, panoramische views je stemming danig kunnen kleuren én switchen.

Mentale overspoeling

Maar we zijn nu eenmaal mentaal overactieve wezens, en dus als we ervaren ‘vast te zitten’ denken we in het mentale ook een uitweg te kunnen vinden, of liever ‘short cut’. Het past ook perfect in de tijds’geest’ van vandaag waar alles liefst instant, snel en met minimum aan inspanning wordt aangepakt.

Volgens het Standford Research Institute (Washington, VS) denken we gemiddeld 120.000 gedachten per dag, een stijging van 70.000 ten opzichte van 20 jaar geleden, toen men het onderzoek begon. Een groot deel hiervan is niet effectief en zelfs belemmerend voor ons functioneren. Het zijn de zogenaamde nutteloze gedachten als ‘wat denkt hij van mij, ik ben niet goed genoeg, waarom dit nu weer’, enz. Bovendien bevestigt de neurowetenschap dat ‘elke gedachte ‘neurochemisch spoor’ nalaat in het lichaam en dat die ‘sporen’ dieper gaan wanneer we dergelijke ‘loops’ blijven herhalen (bijv. bij overmatig piekeren). Of hoe gedachten tot stofjes verworden en zich in ons lijf gaan nestelen.

Dat onze gedachten wel degelijk een bijzondere invloed en uitwerking hebben staat buiten kijf. Het is echter maar de vraag hoeveel van die duizenden gedachten van bij ontwaken tot het inslapen we wel degelijk bewust denken en kennen? En bijkomend, wat gaan die 5 à 10 eventuele positieve countergedachten dan kunnen veroorzaken? Het neigt naar dweilen met de kraan open, niet?

Het vergeten zuur

Duurzaam en ingebakken positivisme is natuurlijk wel gezond, laat daarover geen twijfel bestaan aub. Overdreven positivisme – echter – kan wel als een soort van verdringingsmechanisme werken en jouw zin voor (gevoelsmatige) realiteit en de connectie met je diepere verlangens en dromen overschaduwen. ‘Positief denken’ werkt dan een beetje zoals vers fruit op een zure taart, helemaal warm en verlekkerd word je er niet van.

Als in de rest van ons lijf namelijk veel ‘weerstand’ zit, dan landt het lekkere gedachtenfruit in een zure bodem van oude pijn (verdriet, zelfverwijt, angst, enz) en werkt het verzet zoals ‘de wet van communicerende vaten’, namelijk de overdruk op het ene vat zorgt ervoor dat het andere vat gaat overlopen. Herkenbaar toch? Hoe reageer jij zelf (meestal) op commando’s van een ander: “wees eens lief, spontaan, blij, gelukkig?” Inderdaad…

Via de psycho-neuro-immunologie weten we al jaren dat (emotionele) stress, zeker deze die chronisch aansleept, een impact heeft op ons psychosomatisch ziek- en welzijn. Meer recent wetenschappelijk bio-genetisch onderzoek verwijst zelfs naar een heel duidelijke link tussen onze (dieperliggende) emoties en de structuur van ons DNA! Emoties kleuren niet alleen ons leven, ze beïnvloeden blijkbaar ook het erfelijk materiaal van waaruit we gevormd worden.

Think about it, and think again. Daarom werken quotes, oneliners ea. goedbedoelde positief denken suggesties niet echt in de diepte: het zuur overheerst, kleurt en vraagt om aandacht en aanpak. Ik besprak dit proces ook deels in het licht van zelfdoding via de metafoor van zure melk.

Verbindingsvrees

Het brengt me bij de vraag die ik af en toe gesteld krijg: “‘Emotionele vervreemding’, wat is dat nu precies, Steve?”

Tussen de prikkels die we krijgen en de reacties die we geven ligt een vergeten oceaan van voelen, antwoord ik dan. Het probleem – echter – is dat we koudwater- en duikangst lijken te hebben (ontwikkeld) vanuit onze ‘hoofd’cultuur, waar koning ratio regeert en gevoelsmatigheid tot verzwakte knecht wordt gedegradeerd. Schrik voor de zuurtegraad van onze taart, emmer- of verbindingsvrees kan je het ook noemen, het is een steeds groter wordend probleem voor ons lijf én samenleving, en het is er één met jammerlijke effecten, thuis, op kleine en op grotere schaal.

Emotionele vervreemding werkt ook besmettelijk, het zou met spiegelneuronen (hersencellen die weerspiegelen wat ze extern ervaren) te maken hebben waardoor we elkaars vermijdingsgedrag spontaan gaan kopiëren. Het werkt ook in de tegenovergestelde richting, vandaar het belang van rolmodellen en voorbeeldgedrag.

Wat dan wel?

Via de waarnemings-, de zelfdeterminatietheorie en de neurobiopsychologie weten we ondertussen dat…

wie (1) de eigen perceptie verzorgt, (2) het eigen denken bewuster stuurt in de richting van eigen waarden, dromen en doelen, (3) het eigen gevoelsleven onderzoekt, beschrijft, bespreekt, ontzuurt en creatief uitwerkt, (4) dagelijks inzet op activiteiten die de goedgevoelhormonen aanwakkeren (lachen, spelen, sporten, natuur, dieren, aanraking, …) en (5) assertief de eigen grenzen aangeeft, en deze moedig durft te verleggen 

… die de eigen macht en invloed naar een verbeterd welbevinden ontwikkelt, en zodoende ook minder vervalt in het uit handen geven van voldoening, plezier en geluk.

Dit is echter geen evidente stap, de weg is vaak hobbelig en lang, maar het proces loont, en de resultaten volgen soms sneller dan verwacht.

Om bewuster en anders te leren denken besprak ik hier samenvattend enkele tips inclusief het belang van ‘meer en dieper durven voelen, navoelen en doorvoelen’.

En aangezien we met zijn allen last hebben van drukte, gejaagdheid en compulsiviteit is leren pauzeren op deze 3 domeinen ook bijzonder wenselijk.

Het komt in essentie neer op het principe van ‘wie zich beter wil voelen, dient het voelen te verbeteren’, d.w.z. de realiteit durven onder ogen zien zoals ze is, de gevoelsvervlakking leren onderkennen en bespreekbaar maken bij onszelf en de ander, inclusief de hele resem ‘verbergtaktiekjes’ die daaraan zijn gekoppeld.

Het is m.a.w. ‘beter’ of ‘gezonder’ je af te vragen wat je gemoed je vertelt, je influistert en wat maakt dat jij je precies (nu) zo ‘negatief’ gestemd voelt. Is het verdriet, pijn, eenzaamheid, gemis, verveling, enz..?

Herverbinding

De weg van hoofd naar hart betreft slechts 40 cm, en toch is het vaak de langste reis die mensen maken. Voelen verbindt je hoofd met je hart en onze harten onderling. Maar dan is de voorwaarde op zijn minst dat je elke crisisperiode of tegenslag ook als een groeikans dient te zien, zoals ik hier en hier besprak. Neem dus meer tijd om in de diepte van eigen emmer te duiken, het zuur te begrijpen, dat versterkt zowel je eigenliefde als je vermogen om in de diepte bij anderen te gaan en te blijven. Met deze 3 wegwijzers geraak je trouwens ook een hele eind verder.

Luisteren naar je lijf, in dialoog gaan met je gevoelens, je onderliggende verlangens leren begrijpen, hierover durven praten of schrijven, dit werkt finaal (veel) beter, net als de vraag aan een ander “hoe voel jij je (werkelijk)?” beter werkt dan een ‘feel good quote’. Anderzijds kunnen ze wel inspireren, verhelderen en ondersteunend zijn.

Laat dus de dingen nog meer bezinken en landen, schrijf wat vaker over de innerlijke landschappen van je gevoelsleven. Zoek de natuur ook op, wandel meer, en laat je gevoelens opborrelen, luister zoveel mogelijk zonder oordeel en leer van natuurlijke herkauwers én zenmeesters zoals de koetjes!

Meer over emotioneel werk? lees hier!

– Steve Van Herreweghe –

Claire’s pensioen nadert.

Ze kijkt terug op meer dan 30 jaar als zorgcoördinator in een basisschool. “Met hart en ziel een klein steentje verlegd”, spreekt haar mond sereen, terwijl haar lijf haar ingetogen bescheidenheid beaamt.

Ze vertelt over Mona, een meisje van 11. Thuis gaat papa’s aandacht naar de fles, deze van mama naar haar ziekte, en Mona, in haar jonge schoot ligt vooral de zorg voor haar jongere broer en zus.

Het viel ook juf Caro op dat Mona zich vaker afzonderde, en in onbereikbaarheid een soort ontroostbaarheid verborg. Met de steun van Claire overhandigden ze haar een zorgenpopje, of ‘worry doll’, een met de handgemaakt kleurrijk poppetje uit Guatemala. “Om het overal mee te nemen en ook onder uw kussen te leggen, want het poppetje neemt uw zorgen over zodat je heerlijk kunt slapen en ’s morgens onbezorgd en met een glimlach kunt ontwaken.”

Met Mona ging het gaandeweg de betere kant op, ook al bleef haar thuissituatie moeilijk. Ze had Rani (zo had ze haar poppetje genoemd, naar ‘rain’, maar dan beter) overal bij zich, vond makkelijker aansluiting bij haar klas en had al enkele nieuwe vriendinnetjes gemaakt. Met dank aan juf Caro en Claire werd Mona gezien: in haar nood, in haar klein zijn, in haar (te vroeg) groot (willen) zijn ook.

Ook al houdt Claire niet zo van de schijnwerpers, het inspireerde me wel om haar in de bloemetjes te zetten en haar te danken voor dit sprekend verhaal, daar achter de coulissen van een schooltje, een verhaal over zorgzame aandacht, samenwerking en de magische kracht van een zorgenpopje.

– Steve Van Herreweghe –

“Imagine (all the people, living life in peace)”

Wie kent de legendarische song van J. Lennon nu niet? Een universeel gebed is het, groots in zijn eenvoud, een tijdloze melodie van de hoop, in soms barre tijden van toenemende vervreemding, polarisering en radicalisering.

In harmonie leren leven – echter – zowel met je directe omgeving, je belangrijkste relaties, maar ook vreemden (in alle betekenissen van het woord), dat is vaak een ander paar mouwen. Vaak kiezen we nog teveel voor de ontkenning, de ontvluchting maar ook de minimalisering van de situatie. Of, we trekken als ruiters ten strijde, om vervolgens eindeloos in conflict te (blijven) vervallen.

Een volwassen verzoenende benadering is vaak het laatste waar we aan denken. Het is trouwens in dat denken van ons dat het vaak hapert, ook al zijn we ons daar amper van bewust: we ervaren de wereld buiten ons door denkfilters en -fouten, we externaliseren, generaliseren en projecteren er op los. Mensen hebben het au fond bijzonder lastig met zichzelf en hun emoties, ‘denk’ ik dan luidop…

De paradox is dat we dit eigenlijk deep down niet echt willen, maar oude overlevings- en gedragspatronen zitten nu eenmaal diep ingebakken in ons systeem(geheugen) en sociaal DNA.

Ik verwijs in de marge ook graag naar hoe je kunt leren ruziën in stijl en ook hoe jij je ego moedig kunt tackelen om nog wijzer in verbinding te groeien.

Beter leren fil(t)eren

Verandering kan, mits we ons aangeboren onderscheidingsvermogen intelligenter leren gebruiken. Het (cognitieve) fileermes, zeg maar, dat helpt om – binnen de veelheid waaraan we worden blootgesteld – een soort mentale scheidingslijn te kunnen trekken tussen wat we wel kunnen vast-/aanpakken en wat net niet.

Je communicatie verbeteren bijvoorbeeld, het is iets wat je wel kan leren, zowel naar buiten toe (interpersoonlijk) als naar binnen toe (intrapersoonlijk).

“Ja maar, ik ben nu eenmaal zo, en door mijn opvoeding en ervaringen is dat zo gelopen”, is een populair en menselijk eerste excuus.

Dat we als mensdieren grotendeels het product zijn van ons verleden, daarover geen enkele twijfel. Hoe er van kindsaf aan met ons werd gecommuniceerd heeft immense indruk gemaakt op geest, lijf, hart en ziel. En dat we naar die ‘oude stemmen’ blijven luisteren, ons leven erop inrichten en ze zelfs papegaaigewijs doorgeven staat als een paal boven water (ook al waren onze intenties anders).

Boodschappen, ze zijn pervasief, ze komen, blijven en gaan, ze geven vleugels of leggen die lam, én het zijn onze kinderen vooral die hierbij onze belangrijkste spiegels en leraren zijn (zie 12 universele boodschappen).

Sleutelzinnen die kunnen verheffen

In twee instructies die je leven kunnen veranderen en pauzeren kan je leren benadrukte ik reeds hoe belangrijk het vergroten van de verwerkingstijd is ’tussen de prikkels die je ontvangt en de reacties die je terug verzendt’. Ik verwees hierbij naar een hulpmiddeltje, het aub-acroniem dat kan helpen: alert zijn voor wat je ontvangt, uitstel van onmiddellijke reactie en de bon-filter goed gebruiken (“is wat ik ga zeggen wel voldoende bedachtzaam, opbouwend en nuttig?”)

Hieronder som ik ter aanvulling 3 sleutelzinnen die wegwijs kunnen bieden naar een rustiger, gemoedelijker en zinvoller intermenselijk verkeer. Het zijn ‘werkzinnen’ die enerzijds helpen in het doorbreken van ‘communicatiestoringen’ met anderen, zowel in thuis-, de vrienden- als in de professionele kringen van jouw leven. En anderzijds tillen ze ook de kwaliteit van de verbinding en de relatie naar een hoger niveau op. Wees wel gewaarschuwd: het leidt tot verrassende effecten en werkt vaak heel snel!

“Jij maakt mij niet … ik maak mezelf …”

Het is niet omdat jij je boos, verdrietig, bang, ontgoocheld voelt dat deze emoties per se gelinkt zijn aan waarheid. Gevoelens – hoe echt ze ook aanvoelen – spelen zich aan de binnenkant af als resultaat van hoe wij de informatie van buitenaf zien en vervolgens verwerken.

De “Jij maakt mij niet (emotie), ik maak mezelf (emotie)” – zin is een uitdagende blikopener van formaat omdat het je confronteert met eigenaarschap over je innerlijk leven. Vooral bij heftige emoties gaan we vaak projecteren op de omgeving en maken we die omgeving verantwoordelijk voor wat we voelen. We gaan in de aanval, kruipen in de verdediging of trekken een muur op, zoals ik oa. hier besprak.

Ik besprak deze sleutelzin tevens als belangrijke woededemper in functie van het bewaren van je eigen macht en het 100% opnemen van je verantwoordelijkheid in de situatie. Jouw emotie als een intern product leren beschouwen, namelijk een complex samenspel van automatische gedachten, overtuigingen, neigingen en onderliggende verlangens, is dé volwassen opdracht.

Een alternatief op deze sleutelzin is “het voelt als waar aan, maar is daarom niet echt”. Daardoor geef je erkenning aan het gevoel zonder het als een absolute waarheid naar de ander te gooien.

“Ik ben niet meer, niet beter dan jij”

De bron van veel communicatielijden ligt in een bewust of onbewust streven naar macht. Het diepere egoverlangen om een sociale situatie onder controle te houden levert een oeroud strijd- en steekspel met als titel ‘gelijk willen hebben en winnen’. Het probleem is echter dat deze honger naar macht zelden wordt gestild en dus nooit echt (innerlijke) peis en vree schept.

“Ik ben niet meer, niet beter dan jij” is daarom een sleutelzin die niet enkel rust maar ook een diepere hartconnectie mogelijk maakt. Persoonlijk en in mijn werk drijft het mij om te luisteren zonder oordeel, om de mens achter de façade te zien en mezelf er in te herontdekken ook. Het is wat me heeft bevrijd van oordeel en strijd en me onderweg toegankelijker en nederiger maakte voor overvolle hoofden, gekwetste harten en verdwaalde zielen.

Het is een sleutelzin die ijs doet smelten, gesloten deuren kan openen, wapens laat vallen en bruggen bouwt over rivieren van angst, strijd en eenzaamheid. Het cultiveert een houding die weliswaar blijvende alertheid en moed vraagt en op de vraag “waar en wanneer kan ik hiermee aan de slag gaan?” is het antwoord: daar waar je nu bent en bij elke volgende ontmoeting met de mens die jouw pad kruist.

Ongeacht of het om een ouder, kind, partner, collega, familielid, vriend, vijand of vreemde gaat, met die ene zin baan jij je een weg naar een nieuwe wereld waarin de waan van individualiteit en vervreemding beetje bij beetje opgaat in een sfeer van dieper bewustzijn, voeling en gemeenschappelijkheid.

“Jij bent mijn spiegel, en ik de jouwe”

‘We zijn niet een druppel in de oceaan’, zo sprak Rumi, ‘we zijn de oceaan in een druppel’.

De gelijkheids- en universaliteitsgedachte. Ofwel de ander als spiegel zien (en gebruiken) in plaats van als doelwit. Wat een wereld van verschil schep je door “Jij bent mijn spiegel …” te denken. Niet eenvoudig, zeker niet bij spanning, maar o zo leerrijk!

Het geldt trouwens als één van de grote gemene delers in veel psychodynamische, spirituele e.a. levensbeschouwelijke theorieën. En bovendien wordt dit steeds meer door de kwantumwetenschap gedragen, namelijk dat er ‘een allesomvattend elektromagnetisch kwantumveld bestaat waarbinnen alles en iedereen met elkaar is verbonden via niet-zintuiglijk waarneembare ‘draden’ én buiten de tijd- en ruimtedimensie.

Iedereen heeft een geschiedenis, een verhaal, behoeften en een nog af te leggen weg. En, iedereen worstelt achter de schermen wel met ‘iets’, groots of kleins. Of het nu om jouw vriend, een vreemde, maar ook een eventuele tegenstander gaat, denk daaraan. Doorprik jouw strijd om macht, trek je eigen aannames in twijfel en stel je nieuws- en leergierig open voor het contact.

Tot (voorlopig) slot. Voorbij elk oordeel op zoek (blijven) gaan naar het mooie en de diepere versie van de ander, maakt je niet enkel toegankelijker maar ook immens aantrekkelijker. En bovendien geef je die ander de gelegenheid om zichzelf te herontdekken zoals hij werkelijk is, voorbij alle schijnbaarheid en boodschappen die hem hebben gevormd en getekend…

– Steve Van Herreweghe –

Burn–out, het is anno 2022 nog steeds een heel erg ‘brandend’ actueel thema. Als dat geen contradictio in terminis is, dan weet ik het ook niet… Vergeef me a.u.b. de licht – ironische ondertoon, het is absoluut geen teken van enig ontluikend cynisme (wat nota bene één van de kernsymptomen van een ‘opgebrande status’ zou zijn).

De cijfers zijn duizelingwekkend: eind 2021 zal naar schatting bijna een half miljoen mensen meer dan een jaar arbeidsongeschikt zijn en dus het statuut van invalide hebben. Dat betekent dat op de plusminus 4,9 miljoen werkenden in België ongeveer 10% langer dan 1 jaar afwezig zijn op het werk door ziekte. Het aantal invaliden in België steeg tussen 2010 en 2020 met meer dan 71 %: ze zijn nu met 1,5 keer meer dan het aantal werklozen. Voor de overheidsuitgaven betekent dit dat er nu 12 % van de totale begroting van de sociale zekerheid, d.w.z. bijna 9 miljard euro, wordt besteed aan arbeidsongeschiktheid. In 2015 werd de maatschappelijke kost van burn-out geschat op € 6,4 miljard, een bedrag dat de totale kost aan werkloosheidsuitkeringen (€ 5,7 miljard) ruim oversteeg.

Nieuwsberichten (november 2018) onthullen dat 1 op 4 Belgen op zondag lijdt aan ‘een slecht gevoel door het werk’, 1 op 10 zich er zelfs diep ongelukkig voelt, maar in 70% van de situaties men de werkomgeving niet verlaat. Bovendien riskeert 15-20% van de werkende bevolking doorheen de loopbaan ‘ooit’ een burn-out te krijgen.

Hoe kan je van dergelijke cijfers gelukkig worden? Er is iets fundamenteels fout, zoveel is zeker, en het ligt mijns inziens niet enkel aan de werkomgeving an sich.

Wijze beleidsmensen, leidinggevenden en het naar adem happend medewerkersgros erkennen steeds meer dat burn-out geen individueel of bij uitbreiding een teamfenomeen is, maar een organisatie- en sociaal-maatschappelijk symptoom is van een ‘steeds-meer-en-snellere-vooruitstuw-en-spuw-cultuur’.

Over wat hebben we het nu eigenlijk, feitelijk?

Met het oog op een goede definitie van burn-out heeft de Hoge Gezondheidsraad (september ’17) ervoor gekozen, zich te beperken tot burn-out in een professioneel kader. Burn-out werd gedefinieerd als:

de uitputting die het gevolg is van een (langdurig) gebrek aan reciprociteit tussen de investering en wat iemand ervoor terugkrijgt. Dat heeft een impact op de beheersing van de emoties en het cognitieve vermogen, wat op zijn beurt kan leiden tot een verandering in het gedrag en de attitudes (mentaal afstand nemen). Dit leidt dan weer tot een gevoel van professionele onbekwaamheid.”

Wat een definitie! Komt dus volgens deze definitie neer op een chronisch onevenwicht tussen wat je professioneel gegeven hebt en wat je ervoor in de plaats hebt gekregen. Voor velen een wellicht heel herkenbare zaak. Alleen leidt dit onevenwicht niet bij iedereen gaandeweg tot toenemende uitputting, verbittering en gevoel van ‘nog weinig te kunnen’. Er is dus meer aan de hand..

Burn-out is, net als stress (en bij uitbreiding vele psychiatrische stoornissen, check), een heel rekbaar containerbegrip. En containerbegrippen zijn m.i. als hedendaagse minirokjes: ze worden alsmaar breder, ze onthullen doorgaans wel iets interessant, maar als puntje bij paaltje komt verbergen ze veelal de diepte van de zaak. #droog

Het is dus stellig aan te raden om niet te snel zelf een diagnose in de mond te nemen en zich daarentegen te beroepen op één of meerdere deskundigen (arts, psychiater, psycholoog) aangezien er een klinisch differentiatieonderzoek moet gebeuren die bijv. uitsluit of het niet om een majeure depressie, persoonlijkheidsstoornis en neurologische (degeneratieve) aandoening gaat. De gelijkenis met depressieve symptomen bijvoorbeeld is frappant maar bij een depressie overheerst vaak (en kort door de bocht) ‘het niet meer willen’, terwijl bij een burn-out ‘het niet meer kunnen’ centraal staat.

Een collectieve (en triestige) neerwaartse spiraal

Werkgebonden stress en burn-out worden gezien als dé ziektes binnen het werkveld van de 21ste eeuw. Ook binnen de Vlaamse overheid worden we er dagelijks mee geconfronteerd. Sinds 1 september 2014 werd ook de welzijnswet gewijzigd waardoor werkgevers verplicht zijn om de nodige maatregelen te nemen om psychosociale risico’s – inclusief risico’s voor burn-out – te voorkomen.

We groeien ‘mijns inziens’ precies ook steeds meer (en tot groot jolijt van de farmaceutische, verzekering-, vorming-, coaching- en therapeutische industrie) meer naar een zgn. ‘burn-out samenleving’:

een weinig samenhangende en toenemende geïndividualiseerde en gefragmenteerde verzameling van overladen en overprikkelde automatische piloten, die (1) goochelen met multitasking, (2) hoofd- versus bijzaken nog moeilijk kunnen onderscheiden, en vooral, (3) die emotioneel vervreemden van zichzelf, buren, geliefden en anderen, en die (4) gulzig dopamine-verslaafd compenseren met medicatie, smartphone e.a. roesmiddelen, overvloedig consumeren, vluchten in absenteïsme, presenteïsme en met onbetrokkenheid als desastreus neveneffect.

In een tijdperk waarin de mogelijkheden en kansen quasi onbegrensd zijn is de biopsychosociale gezondheid bij eenieder ver zoek, net als het innerlijk levenskompas trouwens. Burn-out is in die zin een groeiend sociaal-maatschappelijk syndroom dat een collectieve verdwal/zing en vereenzaming maskeert. Het is m.a.w. te kortzichtig om dit gehypet fenomeen enkel binnen de contouren van jobcontext en -satisfactie te beschouwen.

Misschien moeten we – zoals Jean-Marie De Decker het strijdvaardig omschrijft meer gaan ‘bumperen’ ipv te ‘pamperen’, meer recht- dan kromveren, meer sociaal verdampen ipv verkrampen. Think about it. Een collectief gedoogde pamperpolitiek bestendigt quasi altijd de kleuterattitude. En de kleuters van nu zijn de ouders en leiders van straks. Straffere taal dus.

Het vuur brandende houden in burn-out tijden vraagt niet alleen diepe wortels en sterke vleugels maar ook het doorbreken van de klassieke paternalistische kijk op werk, die zorgt voor de instandhouding van afhankelijkheid en aangeleerde hulpeloosheid. Met de werkomgeving als herinnering aan de afwezige ouder. Waardering en motivatie dient finaal meer intrinsiek te groeien en minder van extrinsieke aard te blijven.

Deze “Sunday neurosis”, dixit Viktor Frankl is al heel oud. Lees zijn “Mens search for meaning”. Het is m.i. meer dan ooit tijd om naar een diepe cultuurwijziging te evolueren niet in de eerste plaats van de werkomgeving maar binnenin het individuele bewustzijn, ook al helpt het natuurlijk dat elke onderneming deze ‘shift’ ook doormaakt.

Met respect voor de complexe realiteit waarin we leven, de disharmonieuze toestand waarin we (kunnen) verkeren, en de lessen die ouderen en stervenden ons blijven influisteren weerhoud ik drie boodschappen voor eenieder (de werkenden maar ook niet-werkenden onder ons).

I. Wie te vaak naar vakantie verlangt leeft wellicht verkeerd

Leven van weekend naar weekend en van verlof naar verlof is om problemen vragen. Temeer omdat er slechts 52 weekends zijn die dan vaak ook opgaan in verplichte gezins- en familiale activiteiten. Bovendien zijn er gemiddeld 30-40 verlofdagen (als je voltijds werkt) die dan ook volgepropt worden om zo weinig mogelijk te ‘missen’.

We zijn gewoonteverslaafd en beseffen amper welke ballast we meezeulen. Zicht krijgen op jouw rugzak (de diverse lagen, de zwaarte én duur van irritaties, frustraties en aanslepende zorgen) en de herevaluatie naar zinvolheid en bruikbaarheid zijn daarom belangrijk in het verschuiven van de prioriteiten en de levensfocus. ‘Wat boeit me nu werkelijk (en wat niet), waar ga ik vooral van branden (en wat niet meer)?’, zijn dé vragen die echt om diepere confrontatie vragen.

Het meisje in de regen indachtig, de bottom line is deze: jouw leven is een geschenk, daarom is jouw beschikbare tijd als 100% vakantietijd te beschouwen, met focus op wat werkelijk telt, voor jou, en op wat jij wil doen met je tijd, je leven, je talenten en dromen. Verantwoordelijkheid is dus niet enkel het herhalen en kopiëren van anderen, maar vooral zelf- en eindigheidsbewust het vakantiegevoel aanhouden en cultiveren in alles wat je doet.

II. Het ligt niet allemaal aan jou (alleen)

Het burn-out fenomeen is een complex samenspel van interne en externe, bewuste (zichtbare) en onbewuste (onzichtbare), professionele én niet professionele factoren. De toestand van uitputting of het opgebrand zijn is slechts het topje van een slapende vulkaan en vaak het gevolg van een (chronisch sluimerend) proces van onevenwicht tussen wat we verdragen (hebben) en waar we werkelijk heen willen. Opvoeding, belangrijke (niet-verteerde) life-events, relaties kunnen daar dus ook een rol in spelen.

Er zijn dus niet enkel de persoonlijke maar ook de contextuele omstandigheden, binnen en buiten de werkomgeving. Die lakse niet-empathische leidinggevende, de zuurstofarme werkplek, de negatieve sfeer, de pesterijen, etc., daar verwijzen we ook meestal eerst naar, zeker als het over onszelf of dierbaren gaat. Als het echter gaat over vreemden of personen waar we minder sympathie voor voelen, is het meestal andere koek. In de psychologie noemen we dat een ‘attributiefout’ (één van de vele denkfouten) : de neiging om te vaak naar interne factoren te verwijzen ipv de externe ook in rekening te brengen (zeker bij anderen).

Kort samengevat. Er is de zeer herkenbare tendens van (1) met steeds minder, steeds meer te moeten verwerken, (2) de toenemende administratieve verplichtingen, (3) de collectieve online-modus, (4) de krimping van ons tijd-, ruimte- en ordegevoel, (5) het gemis aan helden… ‘Drukte’ is er – in de marge – trouwens niet enkel in onze agenda, maar ook op onze wegen, in het straatbeeld, er is de vergrijzing enz. We zijn met veel, veel teveel en we nemen elkaars tijd en ruimte in, gevraagd, maar ook vaak ongevraagd en ongepast. Wist je dat er wereldwijd dagelijks 200.000 mensen bijkomen?! In 2065 zouden er tien miljard mensen op aarde leven. Think again.

III. Je hebt wel degelijk meer invloed dan je denkt

‘Je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden’, zei één van mijn cliënten ooit. Groeien uit de zwaarte van je leven naar meer lichtheid is een moeilijke weg, maar wel één die veel wijsheid baart.

Bij een toenemende ervaring van ‘opgebrand zijn’ daalt het gevoel van autonomie, zelfvertrouwen en verbondenheid. Hét sleutelbegrip hierbij is : ‘controle‘.

In tijden van teveel (dis)stress verdwijnt ons controle(gevoel) waardoor we ons absurd genoeg nog meer gaan inspannen om dat gevoel van ‘controle’ terug te verwerven. Een overprikkelde ‘sympaticus’ (de gaspedaal van ons autonoom zenuwstelsel) smacht in feite naar het omgekeerde maar geraakt niet uit ‘de ban’, tot de veer(kracht) breekt. Onderweg vertoont ons zorgzame lichaam wel al voldoende signalen (vermoeidheid, prikkelbaarheid, geheugenklachten, hartkloppingen, hoofdpijn, gedaalde frustratietolerantie, psychosomatische klachten, …) waar we vooral ‘ontkennend’, ‘minimaliserend’ op reageren. Men gaat maar door op hetzelfde elan want “ja maar” en “de plicht roept”… tot een toestand wordt bereikt waarbij het helemaal niet meer gaat.

Evolueren van een kwantitatief naar een kwalitatiever leven vraagt echter bezinning over je kleine en grote keuzes, de bouwstenen van je leven, grondig opruimwerk, een toekomstgerichte herplanning, en herwaardering van leegte, ruimte en stilte om creatief te kunnen herbeginnen. Ik verwijs hierbij verder naar deze survivalkit in het Coronatijdperk, de 9 voedzame take aways, het belang van pauzeren op minstens deze 3 domeinen en het ontwikkelen van een reisattitude in het leven.

Mijn vurig slot in een notendop:

“Keep your fire burning en leef nu, het is al veel later dan je denkt…”

– Steve Van Herreweghe –

Dat wij mensen complexe wezens zijn hoeft geen betoog.

Alle goedbedoelde ‘feel good’ intenties én adviezen ten spijt, soms lukt het echt niet om aan bijvoorbeeld de zweem van ‘positief denken’ (check waarom) een lange termijn te koppelen, of aan de dorstige tweeling van ‘perfectionisme & uitstelgedrag’ te weerstaan – ondanks het bestaan (en de verheerlijking) van vele zelfhulpboeken en -goeroe’s. Ook op het waarom van die blijvende aantrekking tot alle zgn. ‘verboden vruchten’ kennen we vaak het antwoord niet, net zomin als hoe het komt dat we stiekem blijven houden van inefficiënte tegendraadsheid in woord, daad en onze relaties.

Het heeft natuurlijk met diep werkzame psychologische mechanismen van ons brein en cognitief-emotionele wetmatigheden te maken. En bovendien omvatte het één van de kernmotieven van de schrijver dezes om de geheime en bijzonder intrigerende schatkamers van de (diepte)psychologie en filosofie in te duiken en zich erin te verdiepen.

Van het placebo-effect daar hebben we wellicht al meermaals van gehoord, inclusief de duizenden verwante studies die aantonen dat ‘geloof werkt’, ofwel dat er naast het substantiële effect van een middel ook een niet-substantieel effect is dat wortelt in het mentaal-imaginaire vermogen (lees: onze ‘aannames’) als basis van neurobiologische veranderingen. Maar wisten jullie ook bijvoorbeeld dat het feit dat we de zaken die we in ons leven (nog) niet afgewerkt hebben meestal wel herinneren, en de dingen die we wel hebben verwezenlijkt meestal niet (meer), dat dit in se niks met negativisme of perfectionisme heeft te maken maar omschreven wordt als het Zeigarnik-effect?

In de psychologie, ofwel de studie van het menselijk gedrag, de emotie en de cognitie, worden heel wat dagelijkse herkenbare fenomenen onderzocht die typisch ‘menselijk’ en dus ook ‘wederkerig’ zijn. Veel van deze fenomenen worden als (sociaal-)psychologische ‘effecten’ gelabeld. Er zijn er wel >100 (check). Deze effecten verklaren op zich niet hetgeen er oorzakelijk gebeurt, ze geven er echter wel fenomenologisch een naam aan waardoor je er verder onderzoek kunt naar doen.

Ik neem me via dit artikel de vrijheid om er een 8-tal uit te halen die je iets meer inzicht kunnen verwerven in het bestaan en het waarom van soms moeilijk verklaarbare verschijnselen. Ik hoop jullie daarmee ook ergens te kunnen prikkelen om niet zomaar dingen ‘aan te nemen’ omdat ‘het nu eenmaal zo is’, maar om toch te leren iets dieper te reflecteren op wat we doorgaans onze ‘realiteit’ noemen.

Nadien weten jullie ook (iets beter) waarom

(1) kwetsbaarheid en imperfectie tonen echt wel positief ‘werkt’

Het wordt meestal met enige argwaan benaderd wanneer men zegt dat ‘het goed is je iets kwetsbaarder op te stellen’. Maar tegelijkertijd stellen we vast dat kwetsbaarheid quasi op een magnetische wijze onze sympathie opwekt, toch? Breekbaarheid nodigt blijkbaar uit. Zelfspot bijvoorbeeld maakt niet enkel stand-up comedianten succesvol, het maakt iemand ook sociaal toegankelijker, minder vatbaar voor isolement en ook wel aantrekkelijker. In de Japanse filosofie noemt men dit de praktijk van Wabi-sabi, ofwel de kracht van imperfectie.

In de psychologie noemt men dit het Pratfall-effect.

Tip van de psycholoog: deel eens een geheim of een uitschuiver zonder deze te verbergen of uit te vergroten, het maakt je menselijker.

(2) enthousiaste mensen makkelijker anderen kunnen verheffen

Het is niet zozeer de hoeveelheid kennis die je bezit, noch je lijst met diploma’s of je verzamelde credentials, noch je lengte of huidskleur dat ervoor zorgt dat mensen zich door jou geïnspireerd of gemotiveerd voelen om te willen leren en daarmee ook hun eigen grenzen te verleggen. Het is het vuur in je taal, het enthousiasme waarmee jij je verhaal brengt en vooral ook het vertrouwen in de natuurlijke groei der dingen en mensen die het werkelijke verschil maakt. Op deze manier – en gestimuleerd door de spiegelneuronen – gaan anderen jouw innerlijk geloof in iets, jezelf of iemand ook op zichzelf ook gaan toepassen.

In de psychologie noemt men dit het Pygmalion-effect

Tip van de psycholoog: als mensen aan jou twijfelen zegt dat niet altijd iets over jou, spiegel en omring je wat meer aan/met enthousiaste mensen en vertrouw op je eigen doelen en leerproces.

(3) ‘less is more’ wel degelijk een waarheid als een koe is

We leven in tijden van overvloed aan keuzemogelijkheden, en dit op alle vlakken. En toch zorgt het – paradoxaal genoeg – voor keuzestress omdat hoe meer keuzemogelijkheden we krijgen, hoe meer ons dit lijkt te verzwakken i.p.v. te versterken in beslissingsvaardigheid. Dit zie je ook in groepen of teams waarbij hoe groter de groep (wordt) hoe groter de neiging (wordt) om als individu minder inspanning te leveren dan wanneer dezelfde taak alleen zou worden uitgevoerd. Het lijkt dat we wat verdwijnen in het massale der aanbod of aantal en daardoor minder present, scherp en daadkrachtig worden.

In de psychologie noemt men dit het Ringelann-effect

Tip van de psycholoog: maak van vereenvoudigen een dagelijkse praktijk, onderzoek je persoonlijke waarden en doelen, en ga assertief-selectief voor kwaliteit in werk, relaties en leven.

(4) groepsdruk willens nillens een vorm van antisociaal gedrag kan veroorzaken

De experimenten van J. Milgram in de jaren ’60 toonden ons hoe mensen – onder invloed van autoriteit – hun medemensen (tegen het eigen geweten in) pijn kunnen doen. Dat we als mens tot veel in staat zijn staat buiten kijf (zowel in goede als in kwade zin) ook zonder inmenging van een autoriteit. Het ramptoerisme bijvoorbeeld – dat van alle tijden is, nota bene – heeft er met de komst van de sociale media anno 21ste E. zelfs nog een extra karikaturale toets bijgekregen. Want, voor het ‘always-online-en-op-selfie-en-sensatiegerichte gros’ primeert de ‘vindikleuk-(v)angst’ boven veiligheid, bedachtzaamheid, menselijkheid en verbondenheid. Dat mensen zelfs in een situatie van gevaar van een ander in groep vaak minder beschermend optreden dan wanneer ze er alleen zouden bij zijn is eveneens van alle tijden.

In de psychologie noemt men dit het Bystander-effect.

Tip van de psycholoog: waar je ook bent tracht met wat je kan en bezit het verschil te maken en het ethisch principe van “handelen alsof de hele wereld toekijkt” (ook al doen de anderen niks, of ben je alleen) te eren.

(5) angst ‘jezelf te zijn’ vaak gebaseerd is op een geconditioneerde illusie

“Wat gaat de ander wel niet denken”, is een heel herkenbare vraag. Het zorgt ervoor dat we ons meestal uit angst gaan aanpassen, dingen niet durven zeggen of vragen, dat we een masker opzetten als we ons niet goed voelen enz. Erbij horen, ergens inpassen, het is een diepe sociaal-psychologische nood. Het probleem echter is dat mensen algemeen teveel en onnodig belang gaan hechten aan de waarde van de mening van anderen. Ook al kennen ze deze niet, en durft men zelfs deze veronderstelde mening niet te checken. Al die andere mensen zijn immers ook met zichzelf bezig en letten helemaal niet op jou (zoals je vermoedt). Mensen hebben daarom vaak het onjuiste idee dat ze in de schijnwerpers staan en dat iedereen hen de hele tijd ziet, terwijl dat helemaal niet zo is.

Dit wordt in de psychologie het Spotlight-effect genoemd.

Tip van de psycholoog: geloof in je unieke zelf en twijfel wat meer en vaker aan je remmende overtuigingen, oefen vooral met spontaneïteit en gemeende interesse naar anderen toe

(6) bescheidenheid een gecultiveerde vorm van zelfvertrouwen en intelligentie is

De Britse filosoof – historicus Bertrand Russel zei ooit dat “In de wereld van vandaag de domkoppen overlopen van zelfverzekerdheid, terwijl de slimmeriken één en al twijfel zijn.”
Binnen de waarnemingsleer erkent men het bestaan van verschillende soorten illusies, één daarvan is de illusie van het zelfvertrouwen: incompetente mensen overschatten nogal eens hun eigen kunnen, en daardoor wanen ze zich bovengemiddeld competent. Mensen die werkelijk bovengemiddeld competent zijn, hebben daarentegen de neiging hun eigen kunnen te onderschatten. In de volksmond wordt wel eens “holle vaten klinken het hardst” gezegd.

Dit wordt in de psychologie het Dunning-Kruger-effect genoemd

Tip van de psycholoog: hou de balans tussen zelfzeker en bescheiden zijn in het vizier, plaats de dingen ook wat vaker in een groter perspectief, vergelijk jezelf met anderen (maar ook niet continu), doorzie de relativiteit der dingen, oefen met zelfspot.

(7) een open kritische blik behouden belangrijk is ook al lijkt het ‘waar’ te zijn

Er zijn heel wat denkfouten die willens nillens in ons denkapparaat – dat we ons brein noemen – naar binnen sluipen. Te snel conclusies trekken of generaliseren bijvoorbeeld is er één van: over mensen, situaties, de wereld, ons verleden, de toekomst enz. Het heeft met onze nood aan houvast te maken en deze wortelt in ons overlevingsinstinct. Studies tonen meermaals aan hoe snel en krachtig onze eerste indrukken werken in de verdere inschatting en relatie-ontwikkeling met anderen. We begrijpen de wereld om ons heen op basis van wat we geleerd hebben en kennen en filteren selectief – onbewust wat we niet geleerd hebben of kennen. Via onze waarneming zoomen we dus voortdurend in en uit op wat voor onszelf vertrouwd is.

Dit wordt in de psychologie het Focusing-effect genoemd

Tip van de psycholoog: communiceer je eerste indrukken zo snel mogelijk en check de reacties, wees nieuwsgierig naar wat onbekend voor je is en laat je verrassen

(8) je macht of invloed op een ander altijd beperkter is dan je zou willen

Het beïnvloeden of overtuigen van mensen is geen evidentie. Zeker niet wanneer je mensen in hun gevoel van keuzevrijheid of -onafhankelijkheid raakt. Het gebeurt dan vaak dat men net het tegenovergestelde doet dan datgene wat je vraagt. Het is een vorm van rebellie die aangewakkerd wordt zowel bij kinderen als bij volwassenen en het heeft met behoud van macht en controle te maken, dit reduceert de stress bij mensen. Een dergelijke tactiek wordt ook vaak in de omgang gebruikt als omgekeerde psychologie of averechts redeneren. Het betreft het tegenovergestelde bereiken van wat je wou, ofwel de ‘ezelstaktiek’ in de volksmond.

Dit wordt in de psychologie het Boomerang-effect genoemd

Tip van de psycholoog: wees steeds zo helder mogelijk in de communicatie, over wat je wilt en vooral waarom, en laat de ander ook de ruimte om hierover na te denken en te beslissen. En zelfs al hebben sommigen een duwtje nodig, blijf positief en rechtstreeks.

– Steve Van Herreweghe –

Denken. We doen het met zijn allen. Soms te weinig, maar meestal teveel; soms wel juist, maar meestal onvoldoende ‘bewust’ en ‘gezond’.

In 2 instructies die je leven kunnen veranderen verwees ik reeds naar de ‘sporen’ die de 120k en 150k gedachten per dag nalaten, en hoe belangrijk het zorgzaam bewaken ervan is, net als de woorden trouwens die we dagelijks gebruiken.

‘De Denker’ van A. Rodin stelt Dante voor, zittend voor de poorten van de hel. Dante (1265-1321) beschreef in het driedelig gedicht ‘Divina Commedia’ een reis van de hel, door het vagevuur, naar het paradijs. Rodin bedacht een “Poort van de Hel’ naar het gedicht van Dante. ‘De Denker’ personifieerde het geweten van alle onrecht en gewelddadigheid, hij stond voor het menselijk tekort. Het beeld wordt ook wel ‘Le Poête’ genoemd omdat het eveneens de peinzende dichter Dante voorstelt.

Net als velen kan ook ik er mezelf in terug vinden. De weg doorheen het donker gaat nimmer zonder ‘je denken erover’ in vraag te stellen. En net als bij mij is het ook algemeen zo dat we te weinig ‘door’ hebben dat er in dat denkapparaat van ons soms fouten schuilen. Deze fouten zijn als geconditioneerde misleidingen in onze manier van redeneren, en ze treden vooral op voorbij de schermen van ons eigen weten en bewustzijn om. Anderzijds merken en benoemen we ze in de observaties van de ander wel vaak als eerste (op).

Denkfouten. 

Er zijn er heel wat. En ze stammen in de regel af van de vader der denkfouten: ‘oordeel’. Ik som even de voornaamste op: zwart-wit denken (“ik ben vóór iets of iemand, of er helemaal tegen”), veralgemenen (“alle mannen/vrouwen zijn onbetrouwbaar”), confirmeren (“zie je wel dat je altijd te laat komt”), attribueren (“die tegenslagen hebben met haar karakter te maken”), helderzien (“je denkt waarschijnlijk negatief over mij”), rampdenken (“het gaat nog maar eens fout aflopen met het project”), over/onderwaarderen (“die jongen kan nu eens alles/niets”).

De implicaties van deze denkfouten zijn niet gering, niet enkel omwille van het gegeven dat ze onder de radar van ons weten optreden en dat ze tezelfdertijd onze waarneming selectief sturen in de richting van bevestiging, maar vooral omdat ze ook pijn kunnen doen. 

Ik belicht er een drietal: overhaast concluderen, personaliseren en externaliseren, en hoe je het vooral anders kunt doen (op metacognitief en metacommunicatief vlak).

1.Te snel concluderen… (ofwel ‘jumping to conclusions’)

Het is menselijk, veel voorkomend en komt neer op het te snel en zonder het volledige plaatje te kennen overgaan tot conclusies. Deze (be)grijpreflex is een oeractiviteit van ons brein, met diepe wortels in het overlevingsinstinct. We willen controle over wat we niet kennen of hebben opdat we verder kunnen met .. overleven. Liever snel willen begrijpen en toedekken, dan het ongeduld van ‘niet-weten’ te trotseren en te wachten op het juiste en heldere plaatje, op het ontdekken dus. Ik schreef daarover iets uitgebreider in de (menselijke) valkuil van (zelf)medelijden.

Tijd en afstand nemen, pauzeren tussen denken en besluiten, het even open laten, vragen stellen, de antwoorden laten rijpen, checken i.p.v. vlug invullen (voor jezelf en een ander). Het zijn allemaal alternatieven die ons finaal (weliswaar niet meteen) rustiger, toegankelijker en zelfzekerder kunnen maken.

Leer bijvoorbeeld van de arend, die bij een storm – niet zoals alle andere vogels een schuilplaats zoeken – zich door de kracht van de wind omhoog laat stuwen, ver voorbij de wolken heen, en zodoende ook het overzicht bewaart i.p.v. zich door angst te laten misleiden. We noemen dit ook wel eens de helikopterview (zeker interessant bij ruzie of conflict).

Het is niet omdat je niet begrijpt wat er gebeurt dat dit in se een negatieve situatie hoeft te zijn. Soms is ook even niet krijgen wat je wilt het beste dat je dan in de gegeven omstandigheden kan overkomen, zo leerde bijvoorbeeld deze wijze boer ons.

2.Personaliseren.

Ook dit doen we met zijn allen. Komt neer op alles op jezelf betrekken of het persoonlijk nemen, hetgeen tot een ’trek’ maar ook een manie of ziekte kan evolueren (zoals betrekkingswaan of paranoia).

De dingen buiten jezelf krijgen enkel waarde door de waarde die je er zelf aan geeft. Opmerkingen, kritiek, gedrag van anderen heeft altijd een zekere impact, zeker wanneer de inhoud of de persoon je nauw aan het hart ligt en het mogelijks ook oude wonden aanraakt.

Het is echter een kunst om je algehele zelfbeeld of -vertrouwen er niet door te laten leiden, en het als een momentum, een projectie of leerervaring te beschouwen. Je ruimte van kiezen ‘hoe het te zien’ te vergroten en alternatieve denkopties te creëren. Imperfectie is trouwens deel van ons ‘in proces’ zijn, en maant ons aan om de focus op persoonlijke progressie ipv sociale perfectie te richten.

Je bent noch de regen of de sneeuw die op je neerdaalt, noch de wind of de wolken, het onweer of de immer wisselende seizoenen. Je bent niets van dit alles. “Denk en leef daarom wat meer als een zonnestraal”, een inzicht die ook veel cliënten-in-pijn heeft geholpen.

3. Externaliseren van stress- en geluksbronnen.

Eveneens een menselijke denkfout en misschien wel één van de hoofdoorzaken van chronische stress, aanhoudende zorgen-, conflict- en stemmingmakerij.

Het komt is essentie neer op het (on)bewust verantwoordelijk stellen van de buitenwereld (omgeving, anderen) voor je gevoel van (innerlijk) welbevinden. Want het is ‘dat rotweer’, ‘die rotjob’, ‘die vervelende partner’, ‘de jaloerse vriend’, of ‘die giftige schoonmoeder’, ‘de bekrompen politiek’, die mij somber, negatief en moedeloos maken en mijn gemoed vullen met frustratie (“waar we toch niks kunnen aan doen, toch?”).

Natuurlijk wel dat het d’office aangenamer vertoeven is onder een stralende zon, een heldere hemel, of in het gezelschap van lieve positieve mensenzielen. Natuurlijk ook dat een zuurstofrijke werkomgeving – waar het bruist van enthousiasme en vrolijke collega’s – beter ‘werkt’, of thuis en in sociale kringen waar warmte, begrip en ondersteuning rijkelijk vloeien, het bijzonder fijn is (ook al zijn er – weliswaar – mensen bij wie zelfs dat niet helpt).

Anderzijds weten we ook via bijv. de waarnemings-, de zelfdeterminatietheorie en de neurobiopsychologie dat…

wie (1) de eigen perceptie verzorgt, (2) het eigen denken bewuster stuurt in de richting van eigen waarden, dromen en doelen, (3) het eigen gevoelsleven onderzoekt, beschrijft, bespreekt, ontzuurt en creatief uitwerkt, (4) dagelijks inzet op activiteiten die de goedgevoelhormonen aanwakkeren (lachen, spelen, sporten, natuur, dieren, aanraking, …) en (5) assertief de eigen grenzen aangeeft, en deze moedig durft te verleggen

… die de eigen macht en invloed naar een verbeterd welbevinden ontwikkelt, en zodoende ook minder vervalt in het uit handen geven van voldoening, plezier en geluk.

Dit is echter geen evidente stap, de weg is vaak hobbelig en lang, maar het proces loont, en de resultaten volgen soms sneller dan verwacht.

Kortom en om mee te nemen

  • Check je denken op de oudheid van je automatische gedachten in een situatie
  • Vul niet te snel in voor jezelf, een ander of een mogelijke toekomst. Filter de denkfouten
  • Schakel flexibel in je denken: tussen (1) zo weinig mogelijk, (2) minder, (3) meer, (4) sneller en (5) trager
  • Onderzoek je eigen overtuigingen, traceer de wortels ervan, evalueer naar bruikbaarheid
  • Overdrijf niet met positief denken, want dat werkt niet (altijd)
  • Lees, studeer en test zoveel mogelijk alternatieve zienswijzen
  • Denk sneller dan je praat, denk met meer gevoel, en voel ook met meer verstand
  • Creëer innerlijke verhalen die vòòr je ipv tegen je werken

Succes!

– Steve Van Herreweghe –

We leven in ON-line tijden.

De PLAY-toets is quasi permanent ingedrukt, tussen REWIND of FORWARD wordt kwistig geswitcht, de STOP- en PAUZE-toets lijken wel weeskinderen die uit de aandacht en agenda zijn verbannen (tenzij het van moeten is, ziekte ons dwingt, of als vakantie nadert, hoe kort ook).

Onze mentale focus is hoofdzakelijk gericht op “straks, morgen, gisteren, vorig jaar, volgende week, volgend plan, de vorige en volgende vakantie,” onze actiemodus staat op “gaan, blijven gaan, niet stoppen, doorgaan, opgeven is voor watjes en stilstaan is achteruit gaan.”

Het momentum is niet langer, het ‘hier-en-nu’ lijkt slechts op een zomerkamp voor spirituele zonderlingen.

Alles blijft ook maar doordraaien, ook wij, en niet in het minst onze gedachtestroom, onze gewoontes en onze routines. Tijd om bij te tanken vinden we amper, vakanties en weekends zijn niet alleen wat druppels op een verhitte plaat, ze geraken steeds meer eivol. De levenskwaliteit verwordt tot ijdele hoop, zondebok God gaf de fakkel door aan stress en burn-out loert om de hoek. Leegte, stilte, niksen, we hebben het ergens afgeleerd. Voelen doen we enkel nog als we ergens tegen aan botsen, of tegen iemand, of als we ziek zijn.

Lichaam, geest, ziel en omgeving vormen een eenheid. Iets wordt ‘ziek’ als het ‘zoek’ is in die eenheid. Ziekte is een kans tot herstel van het natuurlijk evenwicht. Echter, je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden, zo leerden patiënten mij trouwens ‘onderweg’…

Vandaar een oproep om dagelijks – te midden van al je gedachten, je activiteiten en drukte – wat meer de ‘pauzetoets’ te gebruiken om zo meer te kunnen genieten en vooral bewust te leren worden van het moment. Om jezelf, je lichaam én ziel de kans te geven dat hoofd van je te kunnen blijven bijbenen. Om te kunnen voelen ook, en zo weer rustiger in (her)verbinding te komen met je omgeving, je dierbaren, jezelf vooral.

Pauzeren vòòr je moe wordt

Intenties alleen werken niet. En pauzeren als je al moe bent is in feite te laat. Elke dag je pauzemomenten vooruit plannen en ze consequent uitvoeren is het devies. Pauzeren vraagt immers geen tijd. Net als ademen. Het is een kwestie van bewuster ‘de tijd of adem’ in je op te nemen, te ervaren en los te laten.

Hoe?

  • Plan er dagelijks 3-5 per dag (kleintjes en grote). Start je dag wat vroeger en ga dus ook wat vroeger slapen. Meer tijd en ruimte om wakker te worden, te verfrissen, te ontbijten en dus ook ook je dag te plannen, zorgt voor een beter tijd- en ruimtegevoel.
  • Vertragen is ook een goede tussenweg. Trager eten en kauwen ook, en ’t liefst zittend eten en enkel je aandacht bij je eten houden.
  • Adem 10x per dag wat bewuster in en uit. Bij elk rood licht een paar x bewust in- en uitademen, eventueel via je buik.
  • Maak wat meer oogcontact en glimlach eens naar 2 vreemden die je die dag ontmoet.
  • Zet die notificaties op je smartphone enkele uren per dag uit of schakel de vliegmodus in.
  • Gebruik meer je zintuigen dan je denken: kijk naar vogels, ruik aan bloemen, proef nieuwe dingen, oefen met aanraking en knuffels.
  • Maak van pauzeren een nieuwe gewoonte. Elke dag pauzeren met je partner en kinderen, van Q-time een dagelijkse gewoonte maken bevordert de intimiteit en dus ook de gezondheid.
  • Ook op het werk je pauzes plannen en nemen, ook als je niet rookt, even 3-4 x per dag een prikkelarme omgeving opzoeken. Een powernap op een bankje nadien, even je lichaam scannen van je voetzolen tot aan je hoofdhuid en terug. Pauze vragen tijdens vergaderingen, tijdig naar toilet gaan, tijdig naar huis gaan, noteren wat je morgen zal doen, je werk niet meenemen naar huis.

Pauzeren vòòr je oordeelt

We moeten eerlijk zijn hierover. Oordelen is een favoriete bezigheid van overvolle, vaak gesloten en egogerichte geesten. In ’the rush’ van ons leven is er steeds minder ruimte voor onbevangenheid, diepgang, beschouwing en bedachtzaamheid. Ons hoofd bulkt van de instant meningen, standpunten en de tong volgt snel, want de klok tikt nu eenmaal. Dieper nadenken, eens doorvoelen, eventueel een extra vraag stellen en zelfs het antwoord ook afwachten, het wordt steeds moeilijker. Jammer, maar helaas. Niemand die er in feite zelf van houdt en toch bezondigen we er ons aan, meerdere keren per dag: over het nieuws, andere weggebruikers, de politiek, onze collega’s, klanten, chef, over onze vrienden, partner(s), kinderen, en ja ook over onszelf. Oordelen is de vader der denkfouten, het werkt zeer destructief  en creëert verdeeldheid en isolement in de maatschappij en in al onze relaties.

En toch is het belangrijk in ons dagelijks leven en onze relaties, zowel privé als professioneel dat we meer mentaal beschikbaar zijn, meer ruimte hebben aan de binnenkant, meer ruimte maken voor anderen.

Hoe?

  • Bouw het veelpraten in gesprekken af. Hou het korter en meer to the point. In een gesprek hoeft niet steeds alle informatie van jou te komen. Zie ontmoetingen als kansen om bij te leren.
  • Stel je onmiddellijke mening wat langer uit, denk eerst goed na, empathiseer vooral, check bij de ander hoe die de situatie ziet.
  • Vermijd te snelle offensieve of defensieve reacties zoals “ja, maar” en laat je verrassen door de informatie van de ander. Wat als een ‘6’ voor jou is, is een ‘9’ voor de ander.
  • Ken je aannames en hou je vooroordelen in de gaten, want die zoeken steeds naar bevestiging. Echt luisteren is vanuit een lege mok, waar de info van de ander kan in geschonken worden. Stel gericht vragen, wees benieuwd naar het antwoord en luister tot de laatste noot sterft.
  • Enkele acroniemen die hierbij kunnen helpen. Gebruik wat meer NIVEA (niet invullen voor een ander). Oefen met sociale LSD (luisteren, samenvatten, doorvragen), en als je denkt denk dan BON (met bedachtzame, opbouwende en nuttige gedachten)

Pauzeren vòòr je kwaad reageert

“Ik hoor niet wat je zegt want wie je bent schreeuwt zo hard.” Persoonlijkheid overschaduwt vaak de boodschap, of anders gezegd boodschappen missen quasi altijd hun doel wanneer kwaadheid overheerst. Waarom? Het overlevingsmechanisme wordt namelijk bij de ander geactiveerd en de gekende stresscopingmechanismen schieten in gang: terugvechten, wegvluchten of zelfs bevriezen. En kwaadheid werkt besmettelijk natuurlijk, weinigen die de kunst verstaan van het doorbreken hiervan. En toch is het mogelijk.

Hoe?

  • Oefen op voorhand met je fantasie. Leef je in in spannende situaties, zie jezelf rustig en beheerst reageren, voel je zelfzeker en ervaar de fierheid nadien.
  • Focus op je ademhaling, adem in adem uit, en denk vooral “jij maakt mij niet boos, ik maak mezelf boos”. Boosheid volgt vaak op een snel innerlijk besluit dat je gemaakt hebt, zonder het totaalplaatje te kennen.
  • Als jij je opwindt, durf het ook te voelen, het kloppen van je hart, de gejaagdheid in je buik, en laat het de ander ook weten. Erken dus je gevoel en onderliggend verlangen. Blijf echter gefocust op het doel en zacht in de relatie.
  • Vermijdt zoveel mogelijk zinnen die beginnen met “jij”, “jij geeft me stress” of “jij windt me op”. Draai de rollen eens om, hoe voelt het als iemand jou viseert met “jij dit of jij dat?”
  • Visualiseer desnoods een grote plakker op je mond, draai je tong 10 maal, bijt op je tanden.
  • Benoem zintuiglijk de feiten met “ik merk, ik zie, ik hoor..”.
  • Vermijd veralgemening, blijf bij de zaak.
  • Verlaat even de ruimte, het gesprek of de activiteit.
  • Hanteer het ABC-tje van woedebeheersing

Veel pauzeplezier en succes!

– Steve Van Herreweghe –

Verhalen (blijven) inspireren.

Zeker in tijden van toenemende gejaagdheid (empathie)moeheid en ook wel ons verzwakt zingevingsvermogen.

Hieronder een mooi uit het leven gegrepen verhaal over de kracht van kinderlijke spontaneïteit en moed.

Het meisje in de regen

Een klein lief meisje stond onder een luifel.

Ze had net boodschappen gedaan in de supermarkt, met haar moeder. Ze zal ongeveer 6 jaar oud zijn geweest, dit prachtige roodharige sproetige beeld van onschuld. Het stortregende buiten. Je weet wel, dat soort regen dat goten en afvoerputjes doet overstromen, zo gehaast om de aarde te raken, dat het geen tijd had om de straal wat zachter te zetten.

We stonden allemaal onder deze luifel aan de ingang van de supermarkt. We wachtten, sommigen geduldig, anderen ‘geïrriteerd’, omdat de natuur hun haastige dag in de war had gegooid. Ik ben altijd wat dromerig als het regent. Ik verdwijn in het geluid en in het gezicht dat de hemel het vuil en het stof van de wereld afspoelt.

Herinneringen van ‘rennen en spetteren’ als een ‘kind’, zo zorgeloos spelen in je gedachten, als een welkome onderbreking van een voorbije dag met zorgen en stress… Haar stem was zo mooi toen het de hypnotische trance onderbrak waar we allemaal in gevangen zaten. ‘Mama, laten we door de regen gaan rennen’, zei ze. ‘Wat?’, vroeg mama.’Laten we door de regen gaan rennen!’, herhaalde ze. ‘Nee, lieverd. We wachten totdat het wat minder wordt’ antwoordde mama. Het kind wachtte nog een minuutje en herhaalde: ‘Mama, laten we door de regen gaan rennen.’ ‘We worden doornat als we dat doen,’ zei mama. ‘Nee, dat zullen we niet, mama. Dat is niet wat je zei vanmorgen’, zei het meisje terwijl ze aan haar mama’s arm trok. ‘Vanmorgen? Wanneer zei ik dat we door de regen konden rennen en niet nat zouden worden?’ Het meisje zei kalmpjes: ‘Weet je dat niet meer? Toen je met papa praatte over zijn kanker, toen zei je: ‘Als we hier samen doorheen komen, komen we door alles heen!’ Iedereen was opeens muisstil. Ik zweer dat je niets anders hoorde dan de regen. We stonden allemaal doodstil.

De volgende minuten kwam er niemand en ging er niemand weg. Mama dacht even na over wat ze zou antwoorden. Sommigen zouden het weglachen of haar voor gek uitmaken. Sommigen zouden zelfs negeren wat ze zei. Maar dit was een moment van affirmatie in een kinderleven. Een moment van onschuldig vertrouwen, dat wanneer het gevoed en verzorgd wordt, zal bloeien in geloof in de goede dingen en de hoop van het leven.’Lieverd, je hebt gelijk. Laten we door de regen rennen. Als het zo moet zijn dat men ons vanuit hierboven nat laat worden, nou, dan hadden we misschien juist een wasbeurt nodig,’ zei mama. Daar gingen ze. We stonden daar allemaal te kijken en te lachen, toen ze daar vooruit sprongen tussen de auto’s door, en jawel, door de plassen. Ze hielden hun boodschappentassen boven hun hoofd voor het geval dat. Ze werden doornat. Maar ze werden gevolgd door enkele anderen die schreeuwden en lachten als kinderen onderweg naar hun auto’s. En ja, ik ook. Ik rende en werd nat. Ik had ook een wasbeurt nodig.

Omstandigheden of mensen kunnen je geld, je materiële bezittingen en je gezondheid wegnemen. Maar niemand kan ooit je dierbare herinneringen wegnemen … Vergeet daarom niet om ’tijd’ te maken en de gelegenheden te pakken om elke dag herinneringen te maken. Voor alles en voor elk doel onder de hemel is er een seizoen en een tijd.

– Steve Van Herreweghe –

Spijkers met gaten

Er was eens een jongen met zeer weinig zelfbeheersing. Zijn vader gaf hem een zak spijkers en zei tegen hem dat elke keer als hij zijn zelfbeheersing verloor, hij een spijker in de achterkant van de schutting moest slaan. De eerste dag sloeg de jongen 37 spijkers in de schutting. Over de volgende paar weken, toen hij leerde om zijn kwaadheid onder controle te krijgen, werd het aantal spijkers dat hij in de schutting sloeg geleidelijk aan minder. Hij zag in dat het gemakkelijker was om zijn zelfbeheersing niet te verliezen, dan al die spijkers in de schutting te slaan. Uiteindelijk, kwam de dag dat de jongen zijn zelfbeheersing niet meer verloor.

Hij vertelde dit aan zijn vader en zijn vader stelde voor dat de jongen nu voor elke dag dat hij zijn zelfbeheersing behield hij een spijker uit de schutting haalde.

De dagen gingen voorbij en de jonge man was eindelijk zover dat hij zijn vader kon vertellen dat alle spijkers waren verdwenen.

De vader nam de jongen bij de hand en ging met hem naar de schutting. Hij zei: “Je hebt het goed gedaan, mijn zoon, maar kijk nu eens naar al die gaten in de schutting. De schutting zal nooit meer hetzelfde zijn. Als je dingen zegt in woede, dan laten ze een litteken achter net als deze gaten. Je kunt iemand met een mes steken en het mes er weer uit trekken. Het maakt niet uit hoe vaak je zegt dat het je spijt, de wond zal er blijven.”

Woede, een universele emotie

Woede. We kennen het allemaal, net als het niet goed kunnen beheersen ervan.

Woede kent diverse gedaanten en is dus alomtegenwoordig. Het is een ongecontroleerde emotie die uit het niets kan tevoorschijn komen en vaak getriggerd wordt door een externe situatie of persoon.

Woede en agressiviteit zijn besmettelijk.  Ongeacht waar het zich afspeelt: in huis, in het verkeer, op het werk, op social media of in het wilde weg. Het heeft met spiegelneuronen te maken en het activeert onmiddellijk ons overlevingsmechanisme dat zetelt in het oude reptielenbrein: (terug)vechten of (weg)vluchten. Begrijpelijk dus dat wanneer het in ‘jouw veld’ te warm wordt door taal of gedrag van een verhitte ander, dat je dan zelf ook gaat gloeien. Het gloeien hoeft echter niet te betekenen dat je er naar moet handelen.

Woede is altijd 100% jouw emotie, de projectie ervan op de situatie, het afreageren op allerlei manieren 100% jouw verantwoordelijkheid.

Gelukkig maar. Want dit betekent dat jij wel degelijk 100% controle kunt ontwikkelen over deze destructieve en toxische energie.

Excuses en mythes

Je eigen woede beheersen. Het is één van de moeilijkste vaardigheden die je toch (!) kunt ontwikkelen.

Echter, heel vaak verschuilen we ons achter de volgende ‘klassieke’ excuses en mythes:

– “Ik ben nu eenmaal zo” => gedrag is als kledij, je kan het veranderen, yes you can!
– “O het was niet mijn bedoeling” => je intenties tellen niet wanneer je gedrag en het effect op een ander pijn doet, draai de rollen eens om.
– “Sorry” => de ‘sorry-plaat’ is er één die best niet teveel blijft hangen. Nadenken vooraleer je praat werkt beter dan excuses. Gif of gal spugen doe je beter in het toilet.

‘Maar hoe kan het dan anders?’

Het ABC-tje van woedebeheersing

Woedebeheersing vraagt inzicht en volwassen ‘ouderlijke’ regulering. Het is oefenen in emotioneel intelligent gedrag en dus leerbaar en coachbaar. Natuurlijk is dat sneller geschreven dan gefixt in de praktijk. Introspectie, oefening en een ervaren mentor zijn hierbij imperatief. Toch zijn hier alvast enkele adviezen: 

Stop met denken dat de ander, de situatie, je werk, de maatschappij verantwoordelijk is voor jouw innerlijke emoties. Het leven buiten je houdt je slechts een spiegel voor en daagt je uit na te denken over je eigen keuzes, je koers, je reactiepatronen, je demonen, je verleden en je toekomst.

Start met denken “jij maakt mij niet boos, ik maak mezelf boos.” Dit en nog twee andere sleutelzinnen kunnen echt voor een doorbraak van jewelste zorgen en vormt trouwens de basis van het boeddhistische zelfreguleringsprincipe.

Onderzoek je denkfouten alsook (!) de wortels van je kwaadheid. Beloftes maken, teren op mooie intenties, het werkt – net als overdreven positivisme – echt niet! Hoe intenser je woede, hoe ouder je pijn en hoe dieper je verdriet. Je zal merken dat niet de actuele situatie noch persoon aan de basis ligt, maar een langer en vaak vergeten verleden.

Experimenteer ook met de transformerende woededempers van pauze, kalmte, plezier en humor. Het cultiveren van deze dempers in je leven, je agenda, je hoofd, je activiteiten bevordert de kwaliteit in je werk, relaties en leven.

‘En wat bij moeilijke relationele situaties?’

Check bijvoorbeeld deze spelregels. Het ABC-tje kan hierbij ook helpen:

Afleiding

Jezelf of de ander afleiden van het object of subject van de woede.

Wees de lamp ipv de lont en schakel over naar een helikoptermodus, activeer daardoor de innerlijke beschouwer, stop met jezelf boos te maken, stop met reageren, verschuif je focus van onmacht naar waar je wel macht (over hebt), verlaat desnoods (even) de situatie, koel af, kijk weg, adem in adem uit, beschouw vanuit rust.

Blootstelling

Eens de temperatuur is gezakt – en de ander ook emotioneel ‘beschikbaar’ is – de situatie op tafel leggen en er volwassen naar kijken, het aanpakken. De confrontatie durven aangaan. Want conflictvermijding is alleen goed in de eerste fase.

Het is raadzaam de situatie of de persoon meer vanuit mededogen en begrip te benaderen, spreek uit wat je voelt en dat je de situatie of ander wil begrijpen, luister, luister nog meer (dan je praat).

Correctie

Dit betreft een ander gedrag tonen, het vragen of voorstellen. Het gaat om het herstellen van veiligheid en vertrouwen.

Benoem je eigen aandeel zonder ‘(ja) maar’, stel de ander de vraag hoe die zich voelt, wat die zou willen, waar de pijn zit, wat die nodig heeft en wat jij kan doen. Verwoord ook voor jezelf hetzelfde naar die ander. Geef je grenzen aan en luister naar deze van de ander. Oefenen met ‘als…dan…’. Schakel eventueel een mentor of bemiddelende derde in.

Onthoud vooral het volgende:

“Beschadigde mensen beschadigen mensen, tot een veranderde houding de verhouding verandert.”

Liefhebben is veel meer dan een werkwoord. Wees aub bij ‘verhitting’ wat meer de held en wat minder het slachtoffer.

En jawel, oefening baart kunst…!

Good luck!

– Steve Van Herreweghe –