Worden we nu beter in de psychiatrie?

Bijna nergens ter wereld belanden zoveel psychiatrische patiënten in ziekenhuisbedden als in België. Maar worden ze ook beter van een opname? We slikken massaal psychofarmaca en hebben 1 van de hoogste zelfdodingcijfers van Europa. Wie is er nu precies geestesziek en waarom? Hoe worden zij geholpen en heeft dit effect? Hoe meetbaar is de behandeling? Wat kost dat precies voor hen, aan de staat, en dus aan ons…?

De Morgen
(en ik) nemen jullie -‘vrank en vrij – ‘via ‘Het Grote Psychiatrierapport’ mee achter de dikke gordijnen van het nog steeds zo taboe- en dramarijke schouwspel dat we ‘de psychiatrie’ noemen. Mijn ongezouten comments hierbij zijn gefundeerd op 17jr ervaring in de sector (als leidinggevende – psycholoog – groepstherapeut – vertrouwenspersoon – beleidsadviseur). Het betreft zeer interessante materie voor iedereen die hier (on)rechtstreeks mee te maken heeft (gehad). Onderaan het artikel kan je telkens ook alle gerelateerde en becommentarieerde artikels lezen.

De ‘journalisten-zonder-troebelwatervrees’ Sara Vandekerckhove en Femke Van Garderen, bestudeerden de voorbije jaren – met toestemming maar ook veel weerstand (!) – diverse inspectieverslagen van 105 psychiatrische voorzieningen in gans Vlaanderen en gingen in dialoog met experten en patiënten – ervaringsdeskundigen. Alle verslagen zijn hiervan online in te kijken! Zij belichten verder 5 knelpunten en illustreren via de 5 gezichten (Micha, Nadia, Davy, Hanne en Willy) hoe het er anno 2017 in de psychiatrie aan toe gaat.

Wat alvast heel duidelijk is is dat er voor de buitenwereld en dus statistisch gezien nog heel veel onduidelijk is, nog heel veel niet geweten is, nog heel veel niet onderzocht werd, en nog heel veel misverstanden bestaan. En ondertussen wordt er wel naar hartenlust voorgeschreven door psychiaters (die mogen) en door huisartsen (die eigenlijk niet mogen), slibben heel veel voorzieningen dicht, verschuift de psychiatrie stilaan van ‘achter gesloten deuren’ naar de vele ‘huiskamers’ en ‘wachtkamers van huisartsen’ binnen, doen de laag bezette psychiatrie-veldwerkers dagelijks hun stinkende best om de nog steeds machtige arts-psychiater, de 1001 verplichte registraties, de – terecht – mondiger wordende en rechten-verdedigende patiënt een meer dan degelijke ‘hoofd-hart-handen’ zorg te bieden, tot ze er soms ook zelf – en steeds meer – bij neervallen … Gelukkig zijn er nog psychologen bij wie men echt op verhaal kan komen.

“So what & who cares?”, hoor ik sommigen denken.

Inderdaad, ‘de psychiatrie’, het roept nog steeds en zonder pardon enkele automatische reflexen bij ons op en deze zijn – de beleefde “aha’s”, “oohh’s”, “hmm’s” en “tja’s” buiten beschouwing gelaten – verre van fraai, laat staan ‘up to date’ en – net als onze dementerende oude tante in het PVT – een eerder ‘ver van mijn bed’ kwestie … Vermijdingsgedrag, het is des mensen, en heel begrijpelijk in de huidige turbo-, ego- en ‘smart’phone-cultuur.

Tot natuurlijk één van onze geliefden of wijzelf ge(k)raakt worden. Tot het plots heel donker wordt, de tank helemaal leeg, de vaste grond onder onze voeten drijfzand wordt, het kompas én onze zelfbeheersing zoek zijn geraakt. Tot wanneer de huisarts, de arbeidsgeneesheer of een ander specialist met het labeltje afkomt van ‘burn-/bore-out’, ‘majeure depressie’, ‘bipolaire, compulsieve en / andere angststoornis.’ Tot wanneer je via dr Google of via een vriend(in) ontdekt dat die partner van je, of jijzelf overeenkomsten vertoont met een Borderline- of Narcistische persoonlijkheidsstructuur. Plotse vertwijfeling, paniek alom, schaamte ook, maskers die afvallen. “Fuck! Waar moet ik heen? Wie kan mij helpen? Is dat normaal wat ik doormaak? Terug naar de huisarts dan maar. Pillen? Bij de psycholoog? In opname? Jeetje, wat gaan de mensen denken of zeggen? Straks verlies ik mijn werk nog…?! Neen, dan maar liever doorbijten, camoufleren, keeping up that smiling face, hopen dat het allemaal als vanzelf overwaait… Hmmm, of dan toch maar die pillen, het ligt nu eenmaal – dat zegt de dokter trouwens – aan mijn overhoop liggende chemische huishouding…”

Micha V.

Op haar dertiende (!) komt Micha V. voor het eerst met de psychiatrie in aanraking. Iets meer dan dertig jaar later is ze ‘uitbehandeld’.

Haar verhaal is dat van een geesteszorg die maar zelden nagaat of een opname helpt. Micha was een zgn. ‘draaideurpatiënt’, iemand met wie de psychiatrie geen raad weet, een ‘complex of in de volksmond ‘zot’ geval’, zeg maar. Doorheen de tijd besmeurd met 101 etiketten : van “eetstoornis, bipolaire stoornis, tot psychose, paranoia, verslaving, opstandigheid, borderline…”

Micha had echter ook een verhaal, een verleden, en dan vooral één van het traumatisch zwaarste kaliber. Maar zoals Micha zijn er spijtig genoeg veel. Haar verhaal doet je huiveren, het maakt je stil, niet enkel omwille van de ingrijpende aard van haar vroege ervaringen, maar vooral ook omwille van de soms betreurenswaardige (én gevaarlijke) onmondigheid, de gekunsteldheid en het determinerende karakter van het huidige psychiatrische kader.

“Mijn leven liep al verkeerd nog voor het goed en wel begonnen was”, zegt Micha. Als baby te vondeling gelegd in de straten van Seoel, geadopteerd door een Vlaams gezin, seksueel misbruikt door een vriend van de familie en op haar dertiende weggelopen van huis. Onthecht, ontworteld en radeloos. Vanaf die leeftijd leert ze ook de psychiatrie kennen en amper drie jaar later bevalt ze van haar enige zoon. Haar grote geluk, zegt ze zelf. “Ik moest wel een mens zijn, als ik zoiets moois kon maken.” Maar met die zwangerschap komt ook de eerste psychose en een nieuwe rist opnames. Een scenario dat zich de decennia erna regelmatig zal herhalen. “Ik heb me in de psychiatrie zelden een ‘mens’ gevoeld. Voor het merendeel van de artsen en verplegers blijf je de ‘krankzinnige’. Alles wat je zegt of doet, wordt van tafel geveegd omdat je zogezegd niet goed bij je hoofd bent. Er werd maar zelden echt naar mij geluisterd.” Als je het haar vraagt, dan heeft 30 jaar in ziekenhuizen weinig soelaas gebracht… Op 24/12 overleed Micha – in aanwezigheid van zoon, zus, moeder en vriend – door euthanasie.

– Steve Van Herreweghe –

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *