Burn–out, het is anno 2022 nog steeds een heel erg ‘brandend’ actueel thema. Als dat geen contradictio in terminis is, dan weet ik het ook niet… Vergeef me a.u.b. de licht – ironische ondertoon, het is absoluut geen teken van enig ontluikend cynisme (wat nota bene één van de kernsymptomen van een ‘opgebrande status’ zou zijn).

De cijfers zijn duizelingwekkend: eind 2021 zal naar schatting bijna een half miljoen mensen meer dan een jaar arbeidsongeschikt zijn en dus het statuut van invalide hebben. Dat betekent dat op de plusminus 4,9 miljoen werkenden in België ongeveer 10% langer dan 1 jaar afwezig zijn op het werk door ziekte. Het aantal invaliden in België steeg tussen 2010 en 2020 met meer dan 71 %: ze zijn nu met 1,5 keer meer dan het aantal werklozen. Voor de overheidsuitgaven betekent dit dat er nu 12 % van de totale begroting van de sociale zekerheid, d.w.z. bijna 9 miljard euro, wordt besteed aan arbeidsongeschiktheid. In 2015 werd de maatschappelijke kost van burn-out geschat op € 6,4 miljard, een bedrag dat de totale kost aan werkloosheidsuitkeringen (€ 5,7 miljard) ruim oversteeg.

Nieuwsberichten (november 2018) onthullen dat 1 op 4 Belgen op zondag lijdt aan ‘een slecht gevoel door het werk’, 1 op 10 zich er zelfs diep ongelukkig voelt, maar in 70% van de situaties men de werkomgeving niet verlaat. Bovendien riskeert 15-20% van de werkende bevolking doorheen de loopbaan ‘ooit’ een burn-out te krijgen.

Hoe kan je van dergelijke cijfers gelukkig worden? Er is iets fundamenteels fout, zoveel is zeker, en het ligt mijns inziens niet enkel aan de werkomgeving an sich.

Wijze beleidsmensen, leidinggevenden en het naar adem happend medewerkersgros erkennen steeds meer dat burn-out geen individueel of bij uitbreiding een teamfenomeen is, maar een organisatie- en sociaal-maatschappelijk symptoom is van een ‘steeds-meer-en-snellere-vooruitstuw-en-spuw-cultuur’.

Over wat hebben we het nu eigenlijk, feitelijk?

Met het oog op een goede definitie van burn-out heeft de Hoge Gezondheidsraad (september ’17) ervoor gekozen, zich te beperken tot burn-out in een professioneel kader. Burn-out werd gedefinieerd als:

de uitputting die het gevolg is van een (langdurig) gebrek aan reciprociteit tussen de investering en wat iemand ervoor terugkrijgt. Dat heeft een impact op de beheersing van de emoties en het cognitieve vermogen, wat op zijn beurt kan leiden tot een verandering in het gedrag en de attitudes (mentaal afstand nemen). Dit leidt dan weer tot een gevoel van professionele onbekwaamheid.”

Wat een definitie! Komt dus volgens deze definitie neer op een chronisch onevenwicht tussen wat je professioneel gegeven hebt en wat je ervoor in de plaats hebt gekregen. Voor velen een wellicht heel herkenbare zaak. Alleen leidt dit onevenwicht niet bij iedereen gaandeweg tot toenemende uitputting, verbittering en gevoel van ‘nog weinig te kunnen’. Er is dus meer aan de hand..

Burn-out is, net als stress (en bij uitbreiding vele psychiatrische stoornissen, check), een heel rekbaar containerbegrip. En containerbegrippen zijn m.i. als hedendaagse minirokjes: ze worden alsmaar breder, ze onthullen doorgaans wel iets interessant, maar als puntje bij paaltje komt verbergen ze veelal de diepte van de zaak. #droog

Het is dus stellig aan te raden om niet te snel zelf een diagnose in de mond te nemen en zich daarentegen te beroepen op één of meerdere deskundigen (arts, psychiater, psycholoog) aangezien er een klinisch differentiatieonderzoek moet gebeuren die bijv. uitsluit of het niet om een majeure depressie, persoonlijkheidsstoornis en neurologische (degeneratieve) aandoening gaat. De gelijkenis met depressieve symptomen bijvoorbeeld is frappant maar bij een depressie overheerst vaak (en kort door de bocht) ‘het niet meer willen’, terwijl bij een burn-out ‘het niet meer kunnen’ centraal staat.

Een collectieve (en triestige) neerwaartse spiraal

Werkgebonden stress en burn-out worden gezien als dé ziektes binnen het werkveld van de 21ste eeuw. Ook binnen de Vlaamse overheid worden we er dagelijks mee geconfronteerd. Sinds 1 september 2014 werd ook de welzijnswet gewijzigd waardoor werkgevers verplicht zijn om de nodige maatregelen te nemen om psychosociale risico’s – inclusief risico’s voor burn-out – te voorkomen.

We groeien ‘mijns inziens’ precies ook steeds meer (en tot groot jolijt van de farmaceutische, verzekering-, vorming-, coaching- en therapeutische industrie) meer naar een zgn. ‘burn-out samenleving’:

een weinig samenhangende en toenemende geïndividualiseerde en gefragmenteerde verzameling van overladen en overprikkelde automatische piloten, die (1) goochelen met multitasking, (2) hoofd- versus bijzaken nog moeilijk kunnen onderscheiden, en vooral, (3) die emotioneel vervreemden van zichzelf, buren, geliefden en anderen, en die (4) gulzig dopamine-verslaafd compenseren met medicatie, smartphone e.a. roesmiddelen, overvloedig consumeren, vluchten in absenteïsme, presenteïsme en met onbetrokkenheid als desastreus neveneffect.

In een tijdperk waarin de mogelijkheden en kansen quasi onbegrensd zijn is de biopsychosociale gezondheid bij eenieder ver zoek, net als het innerlijk levenskompas trouwens. Burn-out is in die zin een groeiend sociaal-maatschappelijk syndroom dat een collectieve verdwal/zing en vereenzaming maskeert. Het is m.a.w. te kortzichtig om dit gehypet fenomeen enkel binnen de contouren van jobcontext en -satisfactie te beschouwen.

Misschien moeten we – zoals Jean-Marie De Decker het strijdvaardig omschrijft meer gaan ‘bumperen’ ipv te ‘pamperen’, meer recht- dan kromveren, meer sociaal verdampen ipv verkrampen. Think about it. Een collectief gedoogde pamperpolitiek bestendigt quasi altijd de kleuterattitude. En de kleuters van nu zijn de ouders en leiders van straks. Straffere taal dus.

Het vuur brandende houden in burn-out tijden vraagt niet alleen diepe wortels en sterke vleugels maar ook het doorbreken van de klassieke paternalistische kijk op werk, die zorgt voor de instandhouding van afhankelijkheid en aangeleerde hulpeloosheid. Met de werkomgeving als herinnering aan de afwezige ouder. Waardering en motivatie dient finaal meer intrinsiek te groeien en minder van extrinsieke aard te blijven.

Deze “Sunday neurosis”, dixit Viktor Frankl is al heel oud. Lees zijn “Mens search for meaning”. Het is m.i. meer dan ooit tijd om naar een diepe cultuurwijziging te evolueren niet in de eerste plaats van de werkomgeving maar binnenin het individuele bewustzijn, ook al helpt het natuurlijk dat elke onderneming deze ‘shift’ ook doormaakt.

Met respect voor de complexe realiteit waarin we leven, de disharmonieuze toestand waarin we (kunnen) verkeren, en de lessen die ouderen en stervenden ons blijven influisteren weerhoud ik drie boodschappen voor eenieder (de werkenden maar ook niet-werkenden onder ons).

I. Wie te vaak naar vakantie verlangt leeft wellicht verkeerd

Leven van weekend naar weekend en van verlof naar verlof is om problemen vragen. Temeer omdat er slechts 52 weekends zijn die dan vaak ook opgaan in verplichte gezins- en familiale activiteiten. Bovendien zijn er gemiddeld 30-40 verlofdagen (als je voltijds werkt) die dan ook volgepropt worden om zo weinig mogelijk te ‘missen’.

We zijn gewoonteverslaafd en beseffen amper welke ballast we meezeulen. Zicht krijgen op jouw rugzak (de diverse lagen, de zwaarte én duur van irritaties, frustraties en aanslepende zorgen) en de herevaluatie naar zinvolheid en bruikbaarheid zijn daarom belangrijk in het verschuiven van de prioriteiten en de levensfocus. ‘Wat boeit me nu werkelijk (en wat niet), waar ga ik vooral van branden (en wat niet meer)?’, zijn dé vragen die echt om diepere confrontatie vragen.

Het meisje in de regen indachtig, de bottom line is deze: jouw leven is een geschenk, daarom is jouw beschikbare tijd als 100% vakantietijd te beschouwen, met focus op wat werkelijk telt, voor jou, en op wat jij wil doen met je tijd, je leven, je talenten en dromen. Verantwoordelijkheid is dus niet enkel het herhalen en kopiëren van anderen, maar vooral zelf- en eindigheidsbewust het vakantiegevoel aanhouden en cultiveren in alles wat je doet.

II. Het ligt niet allemaal aan jou (alleen)

Het burn-out fenomeen is een complex samenspel van interne en externe, bewuste (zichtbare) en onbewuste (onzichtbare), professionele én niet professionele factoren. De toestand van uitputting of het opgebrand zijn is slechts het topje van een slapende vulkaan en vaak het gevolg van een (chronisch sluimerend) proces van onevenwicht tussen wat we verdragen (hebben) en waar we werkelijk heen willen. Opvoeding, belangrijke (niet-verteerde) life-events, relaties kunnen daar dus ook een rol in spelen.

Er zijn dus niet enkel de persoonlijke maar ook de contextuele omstandigheden, binnen en buiten de werkomgeving. Die lakse niet-empathische leidinggevende, de zuurstofarme werkplek, de negatieve sfeer, de pesterijen, etc., daar verwijzen we ook meestal eerst naar, zeker als het over onszelf of dierbaren gaat. Als het echter gaat over vreemden of personen waar we minder sympathie voor voelen, is het meestal andere koek. In de psychologie noemen we dat een ‘attributiefout’ (één van de vele denkfouten) : de neiging om te vaak naar interne factoren te verwijzen ipv de externe ook in rekening te brengen (zeker bij anderen).

Kort samengevat. Er is de zeer herkenbare tendens van (1) met steeds minder, steeds meer te moeten verwerken, (2) de toenemende administratieve verplichtingen, (3) de collectieve online-modus, (4) de krimping van ons tijd-, ruimte- en ordegevoel, (5) het gemis aan helden… ‘Drukte’ is er – in de marge – trouwens niet enkel in onze agenda, maar ook op onze wegen, in het straatbeeld, er is de vergrijzing enz. We zijn met veel, veel teveel en we nemen elkaars tijd en ruimte in, gevraagd, maar ook vaak ongevraagd en ongepast. Wist je dat er wereldwijd dagelijks 200.000 mensen bijkomen?! In 2065 zouden er tien miljard mensen op aarde leven. Think again.

III. Je hebt wel degelijk meer invloed dan je denkt

‘Je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden’, zei één van mijn cliënten ooit. Groeien uit de zwaarte van je leven naar meer lichtheid is een moeilijke weg, maar wel één die veel wijsheid baart.

Bij een toenemende ervaring van ‘opgebrand zijn’ daalt het gevoel van autonomie, zelfvertrouwen en verbondenheid. Hét sleutelbegrip hierbij is : ‘controle‘.

In tijden van teveel (dis)stress verdwijnt ons controle(gevoel) waardoor we ons absurd genoeg nog meer gaan inspannen om dat gevoel van ‘controle’ terug te verwerven. Een overprikkelde ‘sympaticus’ (de gaspedaal van ons autonoom zenuwstelsel) smacht in feite naar het omgekeerde maar geraakt niet uit ‘de ban’, tot de veer(kracht) breekt. Onderweg vertoont ons zorgzame lichaam wel al voldoende signalen (vermoeidheid, prikkelbaarheid, geheugenklachten, hartkloppingen, hoofdpijn, gedaalde frustratietolerantie, psychosomatische klachten, …) waar we vooral ‘ontkennend’, ‘minimaliserend’ op reageren. Men gaat maar door op hetzelfde elan want “ja maar” en “de plicht roept”… tot een toestand wordt bereikt waarbij het helemaal niet meer gaat.

Evolueren van een kwantitatief naar een kwalitatiever leven vraagt echter bezinning over je kleine en grote keuzes, de bouwstenen van je leven, grondig opruimwerk, een toekomstgerichte herplanning, en herwaardering van leegte, ruimte en stilte om creatief te kunnen herbeginnen. Ik verwijs hierbij verder naar deze survivalkit in het Coronatijdperk, de 9 voedzame take aways, het belang van pauzeren op minstens deze 3 domeinen en het ontwikkelen van een reisattitude in het leven.

Mijn vurig slot in een notendop:

“Keep your fire burning en leef nu, het is al veel later dan je denkt…”

– Steve Van Herreweghe –

Denken. We doen het met zijn allen. Soms te weinig, maar meestal teveel; soms wel juist, maar meestal onvoldoende ‘bewust’ en ‘gezond’.

In 2 instructies die je leven kunnen veranderen verwees ik reeds naar de ‘sporen’ die de 120k en 150k gedachten per dag nalaten, en hoe belangrijk het zorgzaam bewaken ervan is, net als de woorden trouwens die we dagelijks gebruiken.

‘De Denker’ van A. Rodin stelt Dante voor, zittend voor de poorten van de hel. Dante (1265-1321) beschreef in het driedelig gedicht ‘Divina Commedia’ een reis van de hel, door het vagevuur, naar het paradijs. Rodin bedacht een “Poort van de Hel’ naar het gedicht van Dante. ‘De Denker’ personifieerde het geweten van alle onrecht en gewelddadigheid, hij stond voor het menselijk tekort. Het beeld wordt ook wel ‘Le Poête’ genoemd omdat het eveneens de peinzende dichter Dante voorstelt.

Net als velen kan ook ik er mezelf in terug vinden. De weg doorheen het donker gaat nimmer zonder ‘je denken erover’ in vraag te stellen. En net als bij mij is het ook algemeen zo dat we te weinig ‘door’ hebben dat er in dat denkapparaat van ons soms fouten schuilen. Deze fouten zijn als geconditioneerde misleidingen in onze manier van redeneren, en ze treden vooral op voorbij de schermen van ons eigen weten en bewustzijn om. Anderzijds merken en benoemen we ze in de observaties van de ander wel vaak als eerste (op).

Denkfouten. 

Er zijn er heel wat. En ze stammen in de regel af van de vader der denkfouten: ‘oordeel’. Ik som even de voornaamste op: zwart-wit denken (“ik ben vóór iets of iemand, of er helemaal tegen”), veralgemenen (“alle mannen/vrouwen zijn onbetrouwbaar”), confirmeren (“zie je wel dat je altijd te laat komt”), attribueren (“die tegenslagen hebben met haar karakter te maken”), helderzien (“je denkt waarschijnlijk negatief over mij”), rampdenken (“het gaat nog maar eens fout aflopen met het project”), over/onderwaarderen (“die jongen kan nu eens alles/niets”).

De implicaties van deze denkfouten zijn niet gering, niet enkel omwille van het gegeven dat ze onder de radar van ons weten optreden en dat ze tezelfdertijd onze waarneming selectief sturen in de richting van bevestiging, maar vooral omdat ze ook pijn kunnen doen. 

Ik belicht er een drietal: overhaast concluderen, personaliseren en externaliseren, en hoe je het vooral anders kunt doen (op metacognitief en metacommunicatief vlak).

1.Te snel concluderen… (ofwel ‘jumping to conclusions’)

Het is menselijk, veel voorkomend en komt neer op het te snel en zonder het volledige plaatje te kennen overgaan tot conclusies. Deze (be)grijpreflex is een oeractiviteit van ons brein, met diepe wortels in het overlevingsinstinct. We willen controle over wat we niet kennen of hebben opdat we verder kunnen met .. overleven. Liever snel willen begrijpen en toedekken, dan het ongeduld van ‘niet-weten’ te trotseren en te wachten op het juiste en heldere plaatje, op het ontdekken dus. Ik schreef daarover iets uitgebreider in de (menselijke) valkuil van (zelf)medelijden.

Tijd en afstand nemen, pauzeren tussen denken en besluiten, het even open laten, vragen stellen, de antwoorden laten rijpen, checken i.p.v. vlug invullen (voor jezelf en een ander). Het zijn allemaal alternatieven die ons finaal (weliswaar niet meteen) rustiger, toegankelijker en zelfzekerder kunnen maken.

Leer bijvoorbeeld van de arend, die bij een storm – niet zoals alle andere vogels een schuilplaats zoeken – zich door de kracht van de wind omhoog laat stuwen, ver voorbij de wolken heen, en zodoende ook het overzicht bewaart i.p.v. zich door angst te laten misleiden. We noemen dit ook wel eens de helikopterview (zeker interessant bij ruzie of conflict).

Het is niet omdat je niet begrijpt wat er gebeurt dat dit in se een negatieve situatie hoeft te zijn. Soms is ook even niet krijgen wat je wilt het beste dat je dan in de gegeven omstandigheden kan overkomen, zo leerde bijvoorbeeld deze wijze boer ons.

2.Personaliseren.

Ook dit doen we met zijn allen. Komt neer op alles op jezelf betrekken of het persoonlijk nemen, hetgeen tot een ’trek’ maar ook een manie of ziekte kan evolueren (zoals betrekkingswaan of paranoia).

De dingen buiten jezelf krijgen enkel waarde door de waarde die je er zelf aan geeft. Opmerkingen, kritiek, gedrag van anderen heeft altijd een zekere impact, zeker wanneer de inhoud of de persoon je nauw aan het hart ligt en het mogelijks ook oude wonden aanraakt.

Het is echter een kunst om je algehele zelfbeeld of -vertrouwen er niet door te laten leiden, en het als een momentum, een projectie of leerervaring te beschouwen. Je ruimte van kiezen ‘hoe het te zien’ te vergroten en alternatieve denkopties te creëren. Imperfectie is trouwens deel van ons ‘in proces’ zijn, en maant ons aan om de focus op persoonlijke progressie ipv sociale perfectie te richten.

Je bent noch de regen of de sneeuw die op je neerdaalt, noch de wind of de wolken, het onweer of de immer wisselende seizoenen. Je bent niets van dit alles. “Denk en leef daarom wat meer als een zonnestraal”, een inzicht die ook veel cliënten-in-pijn heeft geholpen.

3. Externaliseren van stress- en geluksbronnen.

Eveneens een menselijke denkfout en misschien wel één van de hoofdoorzaken van chronische stress, aanhoudende zorgen-, conflict- en stemmingmakerij.

Het komt is essentie neer op het (on)bewust verantwoordelijk stellen van de buitenwereld (omgeving, anderen) voor je gevoel van (innerlijk) welbevinden. Want het is ‘dat rotweer’, ‘die rotjob’, ‘die vervelende partner’, ‘de jaloerse vriend’, of ‘die giftige schoonmoeder’, ‘de bekrompen politiek’, die mij somber, negatief en moedeloos maken en mijn gemoed vullen met frustratie (“waar we toch niks kunnen aan doen, toch?”).

Natuurlijk wel dat het d’office aangenamer vertoeven is onder een stralende zon, een heldere hemel, of in het gezelschap van lieve positieve mensenzielen. Natuurlijk ook dat een zuurstofrijke werkomgeving – waar het bruist van enthousiasme en vrolijke collega’s – beter ‘werkt’, of thuis en in sociale kringen waar warmte, begrip en ondersteuning rijkelijk vloeien, het bijzonder fijn is (ook al zijn er – weliswaar – mensen bij wie zelfs dat niet helpt).

Anderzijds weten we ook via bijv. de waarnemings-, de zelfdeterminatietheorie en de neurobiopsychologie dat…

wie (1) de eigen perceptie verzorgt, (2) het eigen denken bewuster stuurt in de richting van eigen waarden, dromen en doelen, (3) het eigen gevoelsleven onderzoekt, beschrijft, bespreekt, ontzuurt en creatief uitwerkt, (4) dagelijks inzet op activiteiten die de goedgevoelhormonen aanwakkeren (lachen, spelen, sporten, natuur, dieren, aanraking, …) en (5) assertief de eigen grenzen aangeeft, en deze moedig durft te verleggen

… die de eigen macht en invloed naar een verbeterd welbevinden ontwikkelt, en zodoende ook minder vervalt in het uit handen geven van voldoening, plezier en geluk.

Dit is echter geen evidente stap, de weg is vaak hobbelig en lang, maar het proces loont, en de resultaten volgen soms sneller dan verwacht.

Kortom en om mee te nemen

  • Check je denken op de oudheid van je automatische gedachten in een situatie
  • Vul niet te snel in voor jezelf, een ander of een mogelijke toekomst. Filter de denkfouten
  • Schakel flexibel in je denken: tussen (1) zo weinig mogelijk, (2) minder, (3) meer, (4) sneller en (5) trager
  • Onderzoek je eigen overtuigingen, traceer de wortels ervan, evalueer naar bruikbaarheid
  • Overdrijf niet met positief denken, want dat werkt niet (altijd)
  • Lees, studeer en test zoveel mogelijk alternatieve zienswijzen
  • Denk sneller dan je praat, denk met meer gevoel, en voel ook met meer verstand
  • Creëer innerlijke verhalen die vòòr je ipv tegen je werken

Succes!

– Steve Van Herreweghe –

We leven in ON-line tijden.

De PLAY-toets is quasi permanent ingedrukt, tussen REWIND of FORWARD wordt kwistig geswitcht, de STOP- en PAUZE-toets lijken wel weeskinderen die uit de aandacht en agenda zijn verbannen (tenzij het van moeten is, ziekte ons dwingt, of als vakantie nadert, hoe kort ook).

Onze mentale focus is hoofdzakelijk gericht op “straks, morgen, gisteren, vorig jaar, volgende week, volgend plan, de vorige en volgende vakantie,” onze actiemodus staat op “gaan, blijven gaan, niet stoppen, doorgaan, opgeven is voor watjes en stilstaan is achteruit gaan.”

Het momentum is niet langer, het ‘hier-en-nu’ lijkt slechts op een zomerkamp voor spirituele zonderlingen.

Alles blijft ook maar doordraaien, ook wij, en niet in het minst onze gedachtestroom, onze gewoontes en onze routines. Tijd om bij te tanken vinden we amper, vakanties en weekends zijn niet alleen wat druppels op een verhitte plaat, ze geraken steeds meer eivol. De levenskwaliteit verwordt tot ijdele hoop, zondebok God gaf de fakkel door aan stress en burn-out loert om de hoek. Leegte, stilte, niksen, we hebben het ergens afgeleerd. Voelen doen we enkel nog als we ergens tegen aan botsen, of tegen iemand, of als we ziek zijn.

Lichaam, geest, ziel en omgeving vormen een eenheid. Iets wordt ‘ziek’ als het ‘zoek’ is in die eenheid. Ziekte is een kans tot herstel van het natuurlijk evenwicht. Echter, je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden, zo leerden patiënten mij trouwens ‘onderweg’…

Vandaar een oproep om dagelijks – te midden van al je gedachten, je activiteiten en drukte – wat meer de ‘pauzetoets’ te gebruiken om zo meer te kunnen genieten en vooral bewust te leren worden van het moment. Om jezelf, je lichaam én ziel de kans te geven dat hoofd van je te kunnen blijven bijbenen. Om te kunnen voelen ook, en zo weer rustiger in (her)verbinding te komen met je omgeving, je dierbaren, jezelf vooral.

Pauzeren vòòr je moe wordt

Intenties alleen werken niet. En pauzeren als je al moe bent is in feite te laat. Elke dag je pauzemomenten vooruit plannen en ze consequent uitvoeren is het devies. Pauzeren vraagt immers geen tijd. Net als ademen. Het is een kwestie van bewuster ‘de tijd of adem’ in je op te nemen, te ervaren en los te laten.

Hoe?

  • Plan er dagelijks 3-5 per dag (kleintjes en grote). Start je dag wat vroeger en ga dus ook wat vroeger slapen. Meer tijd en ruimte om wakker te worden, te verfrissen, te ontbijten en dus ook ook je dag te plannen, zorgt voor een beter tijd- en ruimtegevoel.
  • Vertragen is ook een goede tussenweg. Trager eten en kauwen ook, en ’t liefst zittend eten en enkel je aandacht bij je eten houden.
  • Adem 10x per dag wat bewuster in en uit. Bij elk rood licht een paar x bewust in- en uitademen, eventueel via je buik.
  • Maak wat meer oogcontact en glimlach eens naar 2 vreemden die je die dag ontmoet.
  • Zet die notificaties op je smartphone enkele uren per dag uit of schakel de vliegmodus in.
  • Gebruik meer je zintuigen dan je denken: kijk naar vogels, ruik aan bloemen, proef nieuwe dingen, oefen met aanraking en knuffels.
  • Maak van pauzeren een nieuwe gewoonte. Elke dag pauzeren met je partner en kinderen, van Q-time een dagelijkse gewoonte maken bevordert de intimiteit en dus ook de gezondheid.
  • Ook op het werk je pauzes plannen en nemen, ook als je niet rookt, even 3-4 x per dag een prikkelarme omgeving opzoeken. Een powernap op een bankje nadien, even je lichaam scannen van je voetzolen tot aan je hoofdhuid en terug. Pauze vragen tijdens vergaderingen, tijdig naar toilet gaan, tijdig naar huis gaan, noteren wat je morgen zal doen, je werk niet meenemen naar huis.

Pauzeren vòòr je oordeelt

We moeten eerlijk zijn hierover. Oordelen is een favoriete bezigheid van overvolle, vaak gesloten en egogerichte geesten. In ’the rush’ van ons leven is er steeds minder ruimte voor onbevangenheid, diepgang, beschouwing en bedachtzaamheid. Ons hoofd bulkt van de instant meningen, standpunten en de tong volgt snel, want de klok tikt nu eenmaal. Dieper nadenken, eens doorvoelen, eventueel een extra vraag stellen en zelfs het antwoord ook afwachten, het wordt steeds moeilijker. Jammer, maar helaas. Niemand die er in feite zelf van houdt en toch bezondigen we er ons aan, meerdere keren per dag: over het nieuws, andere weggebruikers, de politiek, onze collega’s, klanten, chef, over onze vrienden, partner(s), kinderen, en ja ook over onszelf. Oordelen is de vader der denkfouten, het werkt zeer destructief  en creëert verdeeldheid en isolement in de maatschappij en in al onze relaties.

En toch is het belangrijk in ons dagelijks leven en onze relaties, zowel privé als professioneel dat we meer mentaal beschikbaar zijn, meer ruimte hebben aan de binnenkant, meer ruimte maken voor anderen.

Hoe?

  • Bouw het veelpraten in gesprekken af. Hou het korter en meer to the point. In een gesprek hoeft niet steeds alle informatie van jou te komen. Zie ontmoetingen als kansen om bij te leren.
  • Stel je onmiddellijke mening wat langer uit, denk eerst goed na, empathiseer vooral, check bij de ander hoe die de situatie ziet.
  • Vermijd te snelle offensieve of defensieve reacties zoals “ja, maar” en laat je verrassen door de informatie van de ander. Wat als een ‘6’ voor jou is, is een ‘9’ voor de ander.
  • Ken je aannames en hou je vooroordelen in de gaten, want die zoeken steeds naar bevestiging. Echt luisteren is vanuit een lege mok, waar de info van de ander kan in geschonken worden. Stel gericht vragen, wees benieuwd naar het antwoord en luister tot de laatste noot sterft.
  • Enkele acroniemen die hierbij kunnen helpen. Gebruik wat meer NIVEA (niet invullen voor een ander). Oefen met sociale LSD (luisteren, samenvatten, doorvragen), en als je denkt denk dan BON (met bedachtzame, opbouwende en nuttige gedachten)

Pauzeren vòòr je kwaad reageert

“Ik hoor niet wat je zegt want wie je bent schreeuwt zo hard.” Persoonlijkheid overschaduwt vaak de boodschap, of anders gezegd boodschappen missen quasi altijd hun doel wanneer kwaadheid overheerst. Waarom? Het overlevingsmechanisme wordt namelijk bij de ander geactiveerd en de gekende stresscopingmechanismen schieten in gang: terugvechten, wegvluchten of zelfs bevriezen. En kwaadheid werkt besmettelijk natuurlijk, weinigen die de kunst verstaan van het doorbreken hiervan. En toch is het mogelijk.

Hoe?

  • Oefen op voorhand met je fantasie. Leef je in in spannende situaties, zie jezelf rustig en beheerst reageren, voel je zelfzeker en ervaar de fierheid nadien.
  • Focus op je ademhaling, adem in adem uit, en denk vooral “jij maakt mij niet boos, ik maak mezelf boos”. Boosheid volgt vaak op een snel innerlijk besluit dat je gemaakt hebt, zonder het totaalplaatje te kennen.
  • Als jij je opwindt, durf het ook te voelen, het kloppen van je hart, de gejaagdheid in je buik, en laat het de ander ook weten. Erken dus je gevoel en onderliggend verlangen. Blijf echter gefocust op het doel en zacht in de relatie.
  • Vermijdt zoveel mogelijk zinnen die beginnen met “jij”, “jij geeft me stress” of “jij windt me op”. Draai de rollen eens om, hoe voelt het als iemand jou viseert met “jij dit of jij dat?”
  • Visualiseer desnoods een grote plakker op je mond, draai je tong 10 maal, bijt op je tanden.
  • Benoem zintuiglijk de feiten met “ik merk, ik zie, ik hoor..”.
  • Vermijd veralgemening, blijf bij de zaak.
  • Verlaat even de ruimte, het gesprek of de activiteit.
  • Hanteer het ABC-tje van woedebeheersing

Veel pauzeplezier en succes!

– Steve Van Herreweghe –

In vertrouwen kunnen (her)verbinden, het is zo essentieel.

Het wordt – echter – stilaan een kostbare curiositeit in de samenleving, een met uitsterven bedreigde ervaring én gewoonte, ook al zal de behoefte eraan nooit verdwijnen. Het zit namelijk ingebakken in ons evolutionair DNA, het is het fundament waarop we ons (over)leven, onze projecten, onze relaties en onze wereld (uit)bouwen.

Jammer genoeg stel ik in de dagdagelijkse praktijk, op straat, op sociale media, op de werkvloer en ook op feestjes echter vast dat – voorbij glimlach en façade, voorbij virtuele schijn (de hedendaagse kwalen en ziektes incluis) – enorm veel verborgen pijn, teleurstelling, angst en vereenzaming schuilt. Het stemt me triest, maar ook gedreven en opstandig (soms). Zijn er grenzen aan oppervlakkigheid? Is er aan de afwezigheid van werkelijk contact een vervaldatum gekoppeld? Ik ben er helemaal van overtuigd!

In de magistrale film Crash (2004) begint het verhaal met een botsing. Een voice-over vertelt dat “het in LA allemaal anders gaat als in andere steden. In LA raakt niemand elkaar aan. Ze verstoppen zich liever achter metaal en glas. Soms botsen ze tegen elkaar; gewoon om te voelen…” Herkenbaar ‘fenomeen’, niet?

‘Ik, we lijk(en) wel emotioneel gehandicapt’, ik hoor het steeds vaker. Voelen doen we precies enkel nog wanneer we compleet overdonderd worden door tegenslag, breuk, accidenten, aanhoudende pijn, verliefdheden … en overlijden. Drama als wakkerschudder, maar hoeft het zo?

Heel wat psychische kwalen en stoornissen waarmee we te kampen hebben vinden au fond hun oorsprong in vroegere (intieme) relaties; in beschadigde verbindingen, oude verbindingen die – net als ruis – de muziek in het hier en nu blijft overstemmen of zelfs overheersen. En ondanks dat we deze storende echo’s uit een ver verleden vooral willen dempen met eten, drinken, pillen of andere roesmiddelen, en onuitputtelijk veel verslavende gewoontes, loopt de enige werkelijke weg naar diepteherstel en -genezing via het opnieuw aangaan van relaties met anderen, maar dan wel anders, bewuster, voorzichtiger, sensitiever, authentieker én liefdevoller. Ahum.

“De snelweg naar essentiële kennis loopt via steden van bedrog naar de kust van ontwaakte verstomming”, quote ik reeds eerder. Maar, soms is  – zoals in het verhaal van Bruno – de opgelopen schade zo omvangrijk en zit dit zo diep verankerd dat we die kust niet halen en dat noch kennis en transformatie, noch de nieuw aangeknoopte verbindingen maar vooral ‘gevecht’ en ‘(uit)vlucht’ de enige relaties zijn die men nog kan of durft aangaan. Oppervlakkigheid dan maar…

Groeien in menselijkheid

Om te kunnen groeien als mens – en dus in menselijkheid onder de mensen – zullen we van online naar inline, van verblinding naar verbinding en van conflict naar contact moeten overschakelen. De ‘ruis’ als kans zien naar finetuning ipv de radio uit te zetten. Neen. Rustig leren worden in contact – eerst en vooral dicht bij onszelf blijven – én zo dichter bij de ander geraken, en terug, als een soort perpetuum mobile, een blijvend heen en weer pendelen tussen binnen- en buitenkant. Daarbij én helder bewust blijvend van de eigen roots, de diepere waarden, de bezochte steden van bedrog én tegelijk ook deze van je directe naasten, je omgeving, en alles en iedereen die op je pad komt. Ja ook vreemden en zelfs vijanden. Huh?

Jawel. Het moet moeite vragen, anders groeien de diepere sociale aanhechtingsspieren niet. Hieronder een zestal uitdagingen voor het gulzig, pronkerig en ‘zich-exclusief-wanend-deel-in-onszelf’: het ego, jammer genoeg nog al te vaak het middelpunt van ons boeiend maar o zo kort aards bestaan. Een alledaagse oefening in spiritualiteit, het liefst, op weg naar – wie weet – een vriendelijker, jovialer, enthousiaster en ko(s)mischer geïnspireerde maatschappij.

1Oordeel vermijden

“Een oordeel is moeilijker te splitsen dan een atoom”, zo sprak A. Einstein, meer dan een eeuw geleden. Nagels met koppen. Oordelen, het is van alle tijden en we doen het allemaal, en alle dagen, bewust en onbewust. Het is een zeer geliefd sociaal tijdverdrijf van het ego en haar pijlen missen elke vorm van diepgang, maar zelden de kwetsbare harten en zielen. Het wortelt vooral in geestelijke luiheid en blindheid en ligt aan de basis van taboevorming en dus verdrukking. Het werkt zeer destructief en creëert verdeeldheid en isolement in de maatschappij en in al onze relaties. Oordeel schept afstand, maakt onzeker en wakkert een defensieve houding aan. Check de 4 ruiters op het toneel van intieme relaties.

Mensen streven naar inclusie, naar ‘erbij horen’, zich opgenomen voelen in de ‘samen’leving. De baarmoederervaring zit nu eenmaal diep ingebakken in en drijft elk van ons naar de ander, en alle anderen toe. Iedereen heeft, ongeacht huidskleur, taal, religie, geaardheid, afkomst het recht om – met behoud van fundamenteel respect voor elk ander levend wezen – zijn/haar leven te leiden zoals hij/zij dat voor ogen heeft en dus verkiest. Het is niet omdat je de keuzes, het uitzicht, de vorm en geschiedenis van een ander niet begrijpt dat je zelf beter bent. Want dat is de boodschap achter elk oordeel: “ik ben beter dan jij”.

William James – de man die de moderne Europese psychologie naar de Verenigde Staten bracht – lanceerde ooit het volgende: “Mensen zijn als eilanden in de zee, aan de oppervlakte gescheiden, maar in de diepte verbonden.” De natuur als dankbare spiegel. Ga dus in dialoog met elkaar, leer de ander kennen, diens verhaal en geschiedenis, ontdek de persoonlijkheid voorbij diens façade en jouw eenzijdige perceptie. Finaal zijn we mensen, en dat (ver)bindt ons, de rest zijn slechts details.

Bezinningsvraag: hoeveel ruimte en vrijheid schenk jij de ander doorgaans in diens waarheid?

2Verdediging loslaten

Niks mis met het ego, we hebben het ergens nodig om onszelf te kunnen identificeren en dus onderscheiden. Maar, het is wel slechts een gereduceerde versie van onszelf, een afkooksel van ons volledig potentieel. En, het werkt als een mentaal-emotioneel programma, een soort verlevendigd script dat wil blinken door zich kritisch af te scheiden. Kritiek en verdediging horen vaak samen en vormen ‘de Siamese tweeling van conflict’. Waar de ene is, is quasi altijd de ander. Met onze kritiek plaatsen we onszelf boven en buiten de ander en zien we de ander als minder. Die ander reageert quasi instinctief en pareert de kritiek met verdediging omdat hij/zij zich gekleineerd of gedomineerd voelt, in casu het ego. Onze verdedigingsreflex zit natuurlijk heel diep in ons overlevingsmechanisme ingebakken, de vraag is echter of het wel nog nodig is, nuttig is, of het ons vooruit helpt en ons wel degelijk beschermt?

Wie zich vereenzelvigt met zijn/haar ego zit – bij een ervaren aanval – vrij snel gewapend in het zadel. Het uit elkaar halen van deze Siamese tweeling is geen sinecure, het is van lange duur en vraagt precisiewerk en vakmanschap. Belangrijk om weten is dat beiden niet zonder elkaar lijken te kunnen en ook wel als concurrenten strijden om voeding en macht. Macht is bij uitstek hét lievelingsvoedsel van het ego. En zowel via de kritiek als via de verdediging willen we die macht (terug)halen hetgeen tot een heuse uitputtingsslag kan leiden.

Het snel en gericht doorbreken van dit diep ingesleten ‘sociaal spel’ is dé uitdaging. Wat kan helpen hierbij zijn de volgende 4 reminders. Onthoud dat die (kritische) ander (1) zelf mogelijks niet goed in zijn vel zit, (2) een vorm van aandacht en geldingsdrang heeft (die identiek is of verschillend van de jouwe) maar ook (3) jou uitdaagt om zelf te groeien in ‘minder ego en reactie’ en (4) eventueel zelfs een leerrijke boodschap brengt. De kritiek(situatie) dus leren beschouwen als ‘vreemd voedsel’: ervan proeven met nieuwsgierigheid en zonder grillen, en wat je niet lust of niet voedzaam, gezond of lekker is laat je gaan. Voor meer hierover verwijs ik naar enkele spelregels rond ruziën.

Bezinningsvraag: hoe vaak schiet jij in verdediging en hoe bewust ben jij je daarvan?

3Kwetsbaarheid delen

Taboe lokte recent wekelijks 1,5 miljoen Vlaamse kijkers en is mijns inziens één van de beste sociaal-maatschappelijke programma’s van de laatste jaren! Waarom? Het brengt ludiek de verborgen maar alomtegenwoordige onderwerpen op een humane wijze in het licht, én het geeft vooral de mensen achter de aandoening een gezicht. Een uniek recept met humor als ‘de lekkerste saus’. De humanisering van psychische kwetsbaarheden, adhd, hoogsensitiviteit, depressie en burn-out is een trend die ik wel kan appreciëren, ook al gaan de gordijnen vrij snel weer dicht. Want op het toneel der ego’s weerklinkt het luid: “the show must go on”.

Het is nog steeds mijn vurig statement dat ‘in elke patiënt finaal een kwetsbare mens schuilt’, iemand met een verhaal, een diepere pijn en vaak immens verborgen verdriet, maar ook wel onrijpe dromen en verborgen verlangens. En kwetsbaarheid, dat is tevens de gedeelde natuur des mensen. Daarom schuilt ook in elke mens een patiënt, tot spijt van wie dit niet wil of durft te erkennen. Oogkleppen dus best af, het harnas van oordeel durven loslaten, de eigen broosheid erkennen en met sensitieve voelsprieten empathisch de brug oversteken naar het hart van eenieder. Het doorbreken van relationele en maatschappelijke verharding wordt ongetwijfeld één van de lastigste uitdagingen.

Bezinningsvraag: hoe moedig kan jij je eigen tere plekken laten zien, en wat vertel jij tegen jezelf om dit net niet te doen?

4Veranderlijkheid zien

Niemand houdt van verandering en zeker het ego niet. En toch is het de enige constante in ons leven. Van een tegenstrijdigheid én heuse uitdaging gesproken! Verandering vraagt dat we ‘ja’ zeggen tegen obstakels, omleidingen en koerswijzigingen, dat we controle op het/ons plan durven loslaten, een open geest en enthousiast hart bewaren ten aanzien van het onbekende, een reisattitude cultiveren in het leven en durven groeien in excellentie. Hola Pola!

Alles gaat voorbij. Slechts drie woorden, waarin o zoveel wijsheid steekt. Woorden die zowel troost kunnen bieden, in donkere tijden, maar ook de voetjes op de grond houden, bij voorspoed. Woorden die steek houden en resoneren met moeder natuur en al haar bijzondere wetten.

Iedereen gaat (dus ook) voorbij. Ontmoetingen, contacten, vriendschappen, relaties, ze zijn allemaal slechts tijdelijk én veranderlijk. Dit onthouden zorgt voor veel meer spontaneïteit, echtheid, empathie en waardering in contact, en dus ook voor minder negativiteit, wrok, haat en andere vormen van emotie-onderdrukking.

Bezinningsvraag: Hoe bereid ben jij om – onderweg naar je bestemming – je te blijven open stellen voor wat en wie er op je afkomt?

5Eindigheid aanvaarden

Van carpe diem tot memento mori, we gebruiken het te pas en te onpas. We leven in tijden van #yolo #metoo en #hierennu waarin alles zo intens mogelijk beleefd, nagestreefd en liefst zoveel mogelijk gedeeld moet worden. Dit past natuurlijk allemaal in het kraam van het ego, dat genoegzaam in de handen wrijft en deze oude levensprincipes dankbaar en gretig uitspeelt.

Het Ik boven alles, de idiotie van een zandkorrel dat zich woestijn en eeuwig waant. Een grappige, gevaarlijke tristesse is het. Vroeger hadden we de hemel nog als perspectief, maar de hemel is niet meer. Op rijstpap met gouden lepeltjes zitten we heus niet meer te wachten, de onmiddellijkheid der dingen is waar het nu om draait: onmiddellijk leuk, onmiddellijk geleverd, onmiddellijk geld, onmiddellijk succes, onmiddellijke matchkes, onmiddellijk in bed, onmiddellijk gescheiden. Onmiddellijkheid als nieuwe opium voor het volk, met opgejaagdheid, rusteloosheid, ontevredenheid en groeiende vervreemding als logische afkickverschijnselen.

Het ego ontziet en ontloopt de onzekerheid en de angst die de dood, het ultieme einde uitademt. Ook alles wat daar mogelijks aan herinnert wordt vanuit een angstvallige superioriteit weggehoond. Het dieper existentieel reflecteren hierop is nochtans een uitstekend antigif en geneesmiddel voor dit oeverloze vluchtgedrag. De diepe, ontwapenende en stralende glimlach van een boeddhistisch monnik bijvoorbeeld wortelt in dagelijkse meditatie op de eindigheid en vergankelijkheid. De dood als vriend, leraar en bron van waarachtige bevrijding en mededogen.

Bezinningsvraag: Hoe is je band met afscheid, einde, vergankelijkheid en nietigheid in het leven?

6Eeuwigheid herontdekken

In een Ik-gerichte samenleving telt de buitenkant, de status, de zichtbare resultaten, het (na te streven) bezit. De wereld aan de binnenkant, met name het afdalen in gedachten en gevoelens, het beschouwen van het samenspel der behoeften, het rijk der diepere machten en schaduwen, het waarom en waartoe der dingen en mensen, is voor het ego als het betreden van een spookkasteel, daar ook waar ‘die bizarre introverten’ onder ons zich zich vaak het meest thuis voelen.

De werkelijke zoektocht naar het goud is niet een uiterlijke maar een innerlijke, en ze brengt ons via de smalle straten der gedachten, naar moerassen en meren vol gevoelens en zo naar een diepere oceaan van mysterieuze realiteiten, mogelijkheden en waarheden. Het brengt ons bij het besef dat we ko(s)mische miscroscopische stofjes zijn, bestaande uit miljarden dansende cellen zich ingenieus groeperend tot een tijdelijk zichtbaar lichaam, dat – voorbij de zintuiglijke domheid en spirituele armoede van het ego – hunkert naar wasdom, verbinding en zielsverheffing. Het brengt ons bij verzoening met misschien wel één van de grootste paradoxen des levens: grootsheid (durven) ervaren in het nietige, en nietigheid (durven) ervaren in het grootse.

Bezinningsvraag: Hoe frequent richt jij je aandacht wat dieper naar de binnenkant en durf je in dialoog te gaan met het mysterieuze niet-weten?

 

– Steve Van Herreweghe –

 

#30dagenzonderklagen.

Het mogen er ook 30.000 zijn, wat mij betreft. Let op, een klaag- of roddelkwartiertje kan wel eens deugd doen, zeker wanneer we er bewust van zijn, zuur verdient dan ook een plaats, zoals kiwi in een fruitmand, of citroen op een glas cola of in het vispannetje, maar het hoeft niet de hele mand in beslag te nemen, noch het gerecht of de sfeer te overheersen.

Bewuste mensen weten dat tegenslag, verlies, omwentelingen net als eb en vloed, de seizoenen, en de vele biopsychoemotionele cycli deel uitmaken van de stroom des levens. Zij vertrekken vanuit een interne locus of control en winnen aan energie en macht door een proactieve attitude.

Onbewuste mensen zien de buitenwereld als gescheiden van zichzelf en vervallen in klaagzangen, waarnemings-, attributie- en andere denkfouten. Zij vertrekken vanuit een externe locus of control en verliezen vaak aan energie en macht door een reactieve attitude.

Groeien in bewustzijn kan, maar het vraagt bijzonder veel moed, kritische introspectie, onderscheidingsvermogen, verantwoordelijkheidszin en assertief-empathische communicatie.

Aan de basis van ons wereld- en werkelijkheidsbeeld, ligt vaak ons zelfbeeld. Het zelfbeeld fungeert als een soort lens waardoor we de wereld gaan bekijken. De staat ervan steunt grotendeels op 2 pijlers: de interne en externe dialogen die we voeren en gevoerd hebben én het geheel van ons zichtbaar en verdoken gedrag.

Vandaar een bijzondere aandacht voor deze 2 boodschappen die echt het verschil kunnen maken op weg naar een (nog) bewuster, milder en positiever leven:

1. Draag zorg voor je gedachten wanneer je alleen bent

Volgens het Standford Research Institute (Washington, VS) denkt een gemiddeld mens zo’n 120.000 gedachten per dag, een stijging van 70.000 ten opzichte van 15 jaar geleden, toen men het onderzoek begon. Een groot deel hiervan is niet effectief en zelfs belemmerend voor ons functioneren. Het zijn de zogenaamde nutteloze gedachten als ‘wat denkt hij van mij, ik ben niet goed genoeg, waarom dit nu weer’, enz. Bovendien weten we dankzij de neuro- en biopsychomedische wetenschappen dat ‘elke gedachte die we opvangen of produceren bepaalde ‘neurochemische sporen’ nalaat in het lichaam en dat die ‘sporen’ dieper gaan wanneer we dergelijke ‘loops’ blijven herhalen (bijv. bij overmatig piekeren). In een wereld waarin individueel en collectief mentale overbelasting overheerst is het steeds moeilijker geworden om het overzicht te bewaren, controle te ervaren en ons innerlijk echt ‘vrij’ te voelen.

Het is m.a.w. niet langer een kwestie van ‘hoe gedachten mij met rust moeten laten maar veeleer hoe ik mijn gedachten met rust moet leren laten’. Toegepaste zachtheid naar binnen als mentale zorgoefening. Want gedachten zijn als voorbijtrekkende wolken: nu eens traag, dan weer snel, soms licht of zwaar en bij tijden ook heel donker, maar altijd, altijd trekken ze voorbij, tenminste als we ze ook zo beschouwen. Jij hoeft je er niet aan vast te klampen, noch erdoor te laten meevoeren of ze als waar te beschouwen, is de boodschap. En oefening baart kunst. Je gedachten meer opschrijven werkt bevrijdend, net als “Er is de gedachte aan …” uitspreken kan helpen om er afstand van te nemen en met “brengt deze gedachte me dichter of verder bij mijn doel?” als bijkomende hulpvraag.

2. Draag zorg voor je woorden wanneer je met anderen bent

Woorden kunnen goden maken, maar ook duivels kraken. En je maakt jezelf ook nooit witter door een ander zwart te maken. Onbegrip en negatieve projectie vormen vaak de motor van conflict en gevecht, met chronische stress en angst als olie, onwetendheid als sleutel en met toenemende emotionele afstand, ziekte en weerstandsdaling als onverbiddelijk resultaat. En dit terwijl we met zijn allen hetzelfde nastreven: ons erkend, begrepen en geliefd voelen. Ik las ooit dat “één goed woord wel voor drie winters warmte kan voorzien, terwijl één kwaad woord voor zes maanden vorst zorgt.” Mooie en treffende beeldspraak. Nadenken alvorens we ‘schieten’ dus, want tijd om een woord toe te voegen is er wel, tijd om er één terug te nemen niet. En bovendien hebben mensen al – diep verscholen – schotwonden genoeg…

Alleen inkeer en bewustwording van je diepere kern en(on)zichtbare verbondenheid met alles en iedereen rondom kan soelaas en verlichting bieden. De echt gelukkigen onder ons gebruiken de ander als spiegel en niet langer als doel(wit). Toegepaste zachtheid naar buiten als sociale zorgoefening. Want de echt gelukkigen onder ons stellen veeleer grenzen i.p.v. deze bij anderen te overschrijden. Denk daarom ook steeds sneller dan je praat, bouw wat meer aub in je communicatie: alert voor wat je binnenkant gebeurt, uitstel van onmiddellijk reageren en een secuur gebruik van bon-woorden?” (bedachtzaam, opbouwend en nuttig).

Succes!

– Steve Van Herreweghe –

“Wie teveel naar vakantie verlangt, leeft verkeerd.”

Als doordenker kan dit wel tellen, niet? Het klopt ook, in waarheid en hopelijk ons ook (een beetje) meer wakker. Wakker waaruit dan? Uit het “doen,doen,doen” en “moeten, moeten, moeten” – deuntje waarmee we onszelf en anderen blijven opjagen en zelfs irriteren, tot het deuntje zelfs uitmondt in een doffe cynische klaagzang. Moderne voorbode van burn-out, empathie-, levens- e.a. moeheden.

We lijken wel duracellkippen geworden, met onze AAA – batterijen ontzettend in het rood: in Ademnood hijgend, zuchtend – vol van kleine en grotere Angsten – en steeds Agressiever in woord en (over)daad, opgejaagd door vreemde agenda’s, rennend naar (n)ergens, en troost zoekend in gezonde en minder gezonde afrodisiaca.  En dit i.p.v. gezond en wel én crisis’wijs’ (check podcast) het groen in: de stroom des levens Accepterend – er zich wijs aan Adapterend – en met correct assertieve Acties er doorheen groeiend.

Wel, hoe tevreden ben jij eigenlijk? Ja jij! En neen, niet enkel over je werk, maar over jezelf, je relaties, je ontwikkeling? Check eens – als je wilt en tijd hebt – via deze quick scan hoe het met je globale tevredenheid, je prioriteiten en aandachtspunten op diverse levensdomeinen is gesteld.

De kom van je leven

Op een dag werd een oude professor gevraagd een lezing te geven over efficiënt tijdsbeheer. Hij nam het woord en zei: ‘Laten we beginnen met een experiment’. Hij haalde een aardewerken pot onder de tafel vandaag en zette die voorzichtig voor zich neer. Daarna nam hij een twaalftal grote stenen die hij voorzichtig in de pot legde. Toen deze gevuld was, richtte hij zijn blik langzaam naar zijn publiek en vroeg: ‘Is deze pot vol?’. Deze vraag werd unaniem met ‘ja’ beantwoord. De professor bukte zich opnieuw en nam een pot met kiezelsteentjes. Minutieus goot hij ze over de stenen. De kiezeltjes vielen tussen de stenen tot op de bodem van de pot. Opnieuw vroeg de professor: ‘Is deze pot vol?’. Zijn toehoorders begrepen zijn opzet en één van hen antwoordde: ‘Waarschijnlijk niet…’. Daarop haalde de professor onder de tafel een zakje met zand vandaan, dat hij aandachtig in de grote pot leeggoot. Het zand vulde de plaats tussen de grote stenen en de kiezelsteentjes. Wederom vroeg de professor: ‘Is deze pot vol?’. Ditmaal schudde zijn publiek eensgezind het hoofd. ‘Goed’, zei de professor, en alsof iedereen het verwachtte, nam hij een kannetje water en vulde de pot tot de rand en vroeg: ‘Welke grote waarheid laat dit experiment ons zien?’. De moedigste antwoordde: ‘Het laat zien dat onze agenda nooit zo gevuld is als we wel denken en dat er, als we het echt willen, nog altijd wel wat tijd is voor meer afspraken en meer activiteiten’. ‘Nee’, zei de professor, ‘daar gaat het niet om … de grote waarheid die in dit experiment schuilt, is de volgende: als je niet eerst de grote stenen in de pot doet, krijg je ze er achteraf nooit meer in’. ‘Wat zijn jouw grote stenen in jouw leven: je familie,  je vrienden, je dromen, gezondheid? Als we meer belang hechten aan de futiliteiten zoals het zand en de kiezelsteentjes, zullen ze alle plaats in beslag nemen en blijft er geen tijd meer over voor de belangrijkste dingen in het leven. Daarom mag je niet vergeten jezelf de vraag te stellen wat de grote stenen van je leven zijn, om ze vervolgens in de pot te leggen’.

Het is een heel herkenbaar menselijk fenomeen dat we pas echt grondig in actie schieten wanneer we vaak al ‘te ver’ in de alarmfase vertoeven. Uitstelgedrag, het is des mensen. Wachten tot het begin van een nieuw jaar om de goede voornemens (terug) uit de diepvries te halen is in feite totaal ineffectief als strategie. Wachten op ziekte hoeft al evenmin. Je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden, schreef een wijze ooit. Een regelmatige en dus structurele reflectie (dagelijks, wekelijks, maandelijks) daarentegen werkt veel constructiever.

De Australische palliatieve verpleegkundige Bronnie Ware verzorgt mensen op hun sterfbed. Zij schreef het boek ‘The Top Five Regrets of the Dying’. Deze vijf punten sluiten naadloos aan bij het carpe diem en het memento mori beginsel en niet in het minst Abraham Lincolns wake – up quote dat “op het einde niet zozeer de hoeveelheid jaren in je leven tellen maar eerder de hoeveelheid leven in je jaren.”

Enkele ‘take – away’ BOODSCHAPPEN (inclusief oefening) vanuit het experiment :

1. Krijg zicht op JOUW bokaal

Evolueren of veranderen vertrekt steeds vanuit een confrontatie met de realiteit, jouw realiteit. En dit kan je zelf in kaart brengen door te inventariseren waar jij al je kostbare tijd aan spendeert. Hoe ziet jouw feitelijke agenda er vandaag werkelijk uit? Uit welke ingrediënten bestaat deze? Zit er een goede spreiding in werk, privé, sociaal? Ben je gelukkig met de gang van zaken? Is er evenwicht tussen diverse domeinen (professioneel, relationeel, hobby, familie, cultuur)? Hanteer jij wel de wetenschappelijke 8 (u werk)/8 (u privé)/8 (u slaap) gezondheidsregel?

Oefening : zet je neer en noteer eens alles wat je doet van maandag – zondagavond, dit is jouw bokaal, het is tevens de vertaling van jouw prioriteiten, focus en (actueel) leven. Maak vervolgens je TO DON’T lijst eens op. Check nadien ook de vuistregels omtrent intelligent tijdsbeheer.

2. Bezinnen over je grote stenen

Heb jij zicht op je waardenschaal, jouw bucket list? Waar droom(de) jij van als kind, als tiener, als (jong)volwassene? Heb je het gevoel dat je reële agenda dicht en heel ver van je droomagenda ligt? Waar zou jij (later) spijt over hebben nooit te hebben ondernomen, gedaan, gedurfd? Wat zou ‘je toekomstige zelf’ jou adviseren? Wat als je nog 1 jaar te leven zou hebben, wat zou je dan (niet meer) doen? Wat zou je doen wetende nooit te kunnen falen? (her)Opbouw van eigenwaarde is een dagelijkse oefening, begin vandaag nog!

Oefening : maak een collage (‘moodbord’, ‘mindmap’), met in het hart jezelf en er omheen alles waar je van houdt / hield en waar je heen wenst. Proactief visualiseren begint met een inspirerend design, dat weten we van architecten. Tip : gebruik wat meer Pinterest.

3. Erover praten met anderen

Reflectie is 1 ding, het allemaal helder krijgen iets anders. ‘Praten helpt’ zo luidt het cliché, en het blijft een waarheid als een koe. Niet alleen wanneer je vastzit of jij je down voelt of zelfs helemaal het noorden kwijt. Ook om zicht te krijgen op je waardenschaal, je diepere wensen en doelen kunnen gesprekken met anderen helpen. Een goede mix van vertrouwde – neutrale en deskundige ‘anderen’ werkt nog het best. Durf hen te betrekken, tijd en steun te vragen jou om je te helpen bij de uitklaring van je diepere waarden. En als praten nog niet goed lukt, begin dan met schrijven, kleine stukjes, langere, het liefst regelmatig (15min / dag). Schrijven (‘journaling’) is trouwens een heel gezonde zelfs therapeutische start om taal te geven aan wat onduidelijk of vaag is (ook bij bij conflict en ruzie)

Oefening : werk aan een lijstje van 5-10 mensen die jou zouden kunnen helpen in je verdere onderzoek naar jezelf. Dit kunnen mensen uit je kring maar ook (en het liefst) buiten je kring zijn. Doelgerichte netwerking verhoogt je zelfsturing en veerkracht. Stuur hen een mail / smsje, of beter nog : bel hen, nu!

4. Je identiteit niet verloochenen

Leef jij je eigen leven of voel jij je eerder geleefd worden? Blijf je eerder steken in het verleden van ‘hoe (goed) het vroeger was’ of klamp je vast aan ‘hoe het zou kunnen zijn’ – fantasieën, of heb je zelfs reeds die best case scenario’s opgeborgen? Veel levenswetenschappers maken in hun betogen, boeken ea media gewag van het belang van authentiek in het leven staan als basis van dieper geluk en voldoening. Voeling krijgen met wat werkelijk telt voor jou. Want wie zich beter wil voelen, dient ook het voelen te verbeteren. Tijd, ruimte en orde scheppen voor jezelf, het kan zelfs starten met 5-10 min / dag. Lang leve de reisattitude want je werkagenda moet in je levensvalies kunnen passen, nooit omgekeerd!

Oefening : denk eens na en schrijf neer wat je zou doen mocht je slechts nog 1 jaar te leven hebben. Wat zou je minder doen, wat meer, waarmee zou je stoppen, wie zou je opzoeken, met wie zou je breken, waar zou je heen willen gaan, welke oude dromen zou je van onder het stof halen, enz. En giet dit in een persoonlijke wensenkaart.

5. Van reactief naar proactief

Veel mensen ervaren hun werk, relaties en leven als ‘reageren op de omstandigheden die hen overkomen’, of ‘brandjes blussen’, of ‘dweilen met de kraan open’. Het kan zorgen voor een daling in het controlegevoel en je mate van eigenaarschap doen afzwakken. Investeren in jezelf, je doelen, je dromen vraagt spontane en gerichte actie én dus zelfvertrouwen. Maar zelfvertrouwen groeit ook door spontane en gerichte actie. Faalangst, drempelvrees, verlegenheid, het heeft altijd betrekking met en zit vastgeroest in verhalen uit het verleden, verhalen die we zelf blijven herhalen. Om deze vervelende cirkel te doorbreken vormen creatieve fantasie en gepast assertief gedrag dé sleutel. Nieuwe verhalen creëren aan de binnenkant schept de basis voor best case scenario’s aan de buitenkant. Niemand, hoe lief, goed, deskundig ook kan je over de brug helpen naar meer zelfvertrouwen indien jijzelf niet aan die nieuwe verhalen gaat werken. Of jij nu gelooft of niet gelooft dat het kan, je hebt altijd gelijk.

Oefening :  Verdeel een A4-tje in ligstand in 5 kolommen. Uiterst links plaats je jouw frustraties. Daarnaast wat je in de plaats zou willen (wensen – doelen). Rechts ervan maak je een kolom met als titel “Ja, maar” (jouw ‘verhalen’). Rechts in de 4de kolom bedenk je een alternatieve gedachte. Uiterst rechts : “to do (+timing)”

6. Streven naar progressie ipv perfectie

Uit diverse studies blijkt een sterk verband tussen perfectionisme en (verhoogde kans op bijv.) burn – out. Perfectionisme kan motiverend maar ook verlammend en destructief werken, dit hangt af van de totale persoonlijkheidsstructuur en de effectieve graad van perfectionisme. Perfectionisten hebben een ingebakken voorkeur te focussen op wat ontbreekt, wat nog niet af is of goed is en lijden ook vaak aan uitstelgedrag. Dit wordt ook vaak als het Zeigarnik-effect omschreven (check hier). Het is dus beter je scope te verbreden via de vragen (1) van waar kom ik (2) waar wil ik werkelijk heen en zo van je dromen doelstellingen maken door ze in een plan te gieten en deze te voorzien van haalbare stappen maar ook wel uitdagende deadlines. Vermijd hierbij teveel vergelijken en angstig vooruitzien en laat ‘beter worden dan wie ik gisteren was’ voortaan je motto worden.

Oefening : Lees meer autobiografieën. Lees meer tout court. Plan een 5-10 tal / boeken jaar. Suggesties : Leef voor jezelf (Ph. Mc Graw), Hoe overleef ik mijn familie (J. Cleese), Macht der gewoonte (J. Duhigg), Denken als Da Vinci (M. Gelb). Tip: maak je lijstje en recensies op via Goodreads

7. Grenzen kennen, stellen en bewaken

Verwijzend naar het homeostatisch principe is het van belang om je (biopsychosociaal en professioneel) evenwicht niet alleen te behouden maar het ook proactief te scheppen : leren doseren dus tussen moeten én willen, tussen geven én vragen, tussen activiteit én intimiteit.

Een dag bestaat finaal slechts uit 24u en deze deel je best structureel in volgens het 8/8/8 – principe. Plannen doe je best elke dag. Rust in bouwen (4x15min) is een dagelijkse maar ook wekelijkse must (4u). Verplichte bezoeken aan ouders, familie herbekijk je best, er zijn maar 52 weekends in een jaar! Kwaliteit der contact is belangrijker dan de kwantiteit. Sommige zaken moeten nu eenmaal gebeuren, da’s waar, doe het dan wel met enthousiasme, voeg meer willen toe aan het moeten, maar ook meer moeten aan het willen. Vergeet ook niet echt contact te (blijven) maken met je geliefden (op een dagelijkse basis) en als je iets nodig hebt of graag zou willen, verwacht het niet maar vraag!

Oefening : inventariseer eens je versterkende en verzwakkende relaties met anderen en zet er naast hoeveel tijd je er telkens aan besteedt. Check ook Pauzeren kan je leren en print de infografiek Relaxeren vanuit je 5 zintuigen af

8. Ongemak als voorbode van groei

Ongemak, stress, verandering, niemand die er echt van houdt. De klassieke geneeskunde trouwens ook niet. Lang leve het comfort en de bestrijding der symptomen. Crisissen in je leven kan je anders leren bekijken, ik verwijs terug naar mijn podcast mini-reeksje rond wijze coping en enkele andere blogteksten (3 verhelderende metaforen en post-traumatische groei). Leren omgaan met pijn is trouwens een vaardigheid die van pas komt bij nieuwe moeilijkheden en tegenslagen. Deze ‘copingskills’ maken je sterker en veerkrachtiger. Dit wordt vaak vergeten terwijl het net heel normaal – natuurlijk is gezien wij ‘voortdurende in ontwikkeling zijnde wezens’ zijn. Via dit filmpje wordt verduidelijkt wat we van kreeften kunnen leren over stress, weerstand tegen verandering en groei. Wil je nog meer survivaltools in lastige tijden, lees hier dan verder.

Oefening : 4xG. ga eens terug in je persoonlijke geschiedenis en lijst je dieptepunten links chronologisch op een blad (Gebeurtenis). Zet vervolgens in een kolom ernaast hoe jij ermee bent om gegaan (Gedrag) en in de derde kolom wat het Gevolg hierbij was, hoe ben je er uit gekomen, wie is in je leven gekomen, wie verdwenen, wat is er veranderd? In de laatste kolom schrijf je uit wat je liever had gehad dat gebeurde (Gewenst).

9. Schakel een mentor in

“Alleen jij kan het, maar je kan het nooit alleen”, zo luidt de centrale gedachte in een bekende organisatie voor verslavingszorg. Verslaafd zijn we ergens allemaal, aan kleine en grotere zaken. Gewoontes doorbreken, evolueren van verslaafd naar toegewijd, het vraagt enorm veel moed, wilskracht en .. inspirerende helpers onderweg! Je kan veel alleen maar je hebt hulp nodig en hulp inschakelen getuigt van bijzonder veel moed, lef en proactieve intelligentie!

Succes gewenst!

Mentor nodig? Welkom!

– Steve Van Herreweghe –

“Had ik maar…”

‘Berouw komt na de zonde’, we kennen het gezegde allemaal. Je hoeft echter niet te gezondigd te hebben – in de strikte zin van het woord – om berouw en spijt te voelen over de keuzes die je hebt gemaakt of net niet hebt gemaakt in je leven.

In de jachtigheid, verleidelijkheid en turbulenties van ons leven ontbreekt het ons vaak aan diepere reflectie over onze ware en dus diepere behoeften en waarden. En dit terwijl we net het enige levende wezen zijn dat dit vermogen tot beschouwing bezit. “Life is what happens to you, while you’re busy making other plans”, zei John Lennon ooit.. We worden inderdaad soms zo overladen door wat naar ons toekomt dat het onze blik op ons ‘geliefkoosde morgen’ vertroebelt. En in ons dikwijls dwangmatig streven naar zekerheid, schuwen we krampachtig de enige echte zekerheid die we bezitten: de dood, onze dood en deze van dierbaren.

De Australische palliatieve verpleegkundige Bronnie Ware verzorgt mensen op hun sterfbed. Zij schreef het boek ‘The Top Five Regrets of the Dying’. Jullie hebben er waarschijnlijk al eens van gehoord. Oude wijn in nieuwe vaten zeer zeker, maar ze blijft wel smaken! De vijf punten waar mensen op hun sterfbed het meeste spijt van hadden lijken universele vraagstukken en liggen in de lijn van de oude Latijnse gezegden ‘carpe diem’ en vooral ‘memento mori’ ofwel ‘gedenk je sterfelijkheid’. Niet wachten op ziekte of sterfbed bijv. om kwalitatiever te leven, te geven, te voelen, te zijn … zoals je echt wil zijn. Bronnie werkte jaren op palliatieve zorgen, waar ze de laatste gesprekken met patiënten voerde. Hieronder de top 5 in de spijtlijst van stervenden.

1 Keuzes

“Ik wou dat ik de moed had gehad om mijn eigen leven te leiden. Niet dat wat anderen van mij verwachten.”

“Hier hebben mensen het vaakst spijt van,” schrijft Ware in haar boek. “Wanneer mensen beginnen beseffen dat hun leven op zijn einde loopt en ze erop terugkijken, zien ze duidelijk hoeveel dromen ze niet hebben verwezenlijkt. Dat komt dan omdat ze zelf bepaalde keuzes hebben gemaakt, of net niet hebben gemaakt.”

Het is hierbij essentieel dat we de moed vinden onze eeuwigheidswaan, onze zelf – saboterende excuses en uitstelgedrag onder ogen zien. Zolang we deze 3 belemmerende factoren niet erkennen blijven we gewoon doorgaan op hetzelfde veelal existentieel slaperige elan.

2Werk

“Ik wou dat ik minder hard gewerkt had.”

“Bijna alle mensen die ik de laatste zorgen toediende, hadden er heel veel spijt van dat ze zoveel tijd van hun leven hadden doorgebracht op het werk,” schrijft Ware.

Werken is gezond en nuttig, zeker wanneer we er passie en plezier aan toevoegen want deze bevorderen de aanmaak van gelukshormonen in ons lichaam. Vluchten in je werk echter duidt net als bij alle andere verslavingen op een onderliggende problematiek, en heeft een houdbaarheidsdatum. De werkagenda dient vooral ingebed te zijn in de levensagenda, best niet omgekeerd.

3 Gevoelens

“Ik wou dat ik de moed had gehad om mijn gevoelens uit te drukken.”

“Veel mensen onderdrukken hun gevoelens om anderen niet voor het hoofd te stoten,” schrijft Ware. “Dat resulteert dan in een middelmatig leven, waarin ze nooit helemaal de persoon zijn geworden die ze hadden kunnen zijn. Er zijn ook mensen die hier heel verbitterd door raken op het einde van hun leven, en net daardoor ziek worden.”

Velen hebben het verleerd om het kind in zichzelf toe te laten en spontaan uit te drukken wat hen innerlijk bedrukt. Het is wetenschappelijk bewezen dat onderdrukking van gevoelens nefast is voor je gezondheid. Hetgeen niet impliceert dat overmatig afreageren dat wel is. Emotionele intelligentie wijst op het rustig en zelfbeheerst kunnen zeggen wat je denkt, voelt en wilt en wat niet, en dit op het juiste moment en tegen de juiste persoon. Het betekent eveneens een verschuiving naar meer begrijpen van ipv alleen begrepen te willen worden, van ego naar ziel. Wie zich beter wil voelen dient dus m.a.w. ook zijn voelen te beteren…

4 Vriendschap

“Ik wou dat ik contact had gehouden met mijn vrienden.”

“Heel vaak beseffen mensen op het einde van hun leven pas hoe waardevol hun vriendschappen zijn. Velen gaan zo op in hun eigen leven dat ze vriendschappen door hun vingers laten glippen doorheen de jaren. Er zijn dan ook veel mensen die spijt hebben dat ze te weinig moeite en tijd in vrienden hebben gestoken, terwijl die dat wel verdienden.”

Vriendschap is als één ziel in twee lichamen, zei Aristoteles. Vriendschap schept rust, vertrouwen, en relativering, het kleurt je dag, moedigt aan en biedt geborgenheid en troost in moeilijke tijden. Maar de enige manier om dit werkelijk te kunnen ervaren en krijgen is door er zelf één te zijn of (terug) te worden. Dit vraagt dus priori – ’tijd’, ruimte én inspanning, het liefst op regelmatige basis.

5 Geluk

“Ik wou dat ik mezelf gelukkiger had laten zijn.”

“Deze komt verbazend vaak voor. Velen beseffen niet tot op het einde van hun dagen dat gelukkig zijn een keuze is. Ze blijven steken in oude patronen en gewoonten. Ze raken gevangen in hun  ‘comfortzone’, en maken zichzelf wijs dat ze gelukkig zijn, omdat verandering hen angst inboezemt.”

Geluk zit in een klein hoekje, in het hoekje waar jij helemaal jezelf mag, kan en laat zijn. Als je gelukkiger wil worden, wees het dan, er zijn steeds redenen genoeg zelfs al vind je er geen. Jij zit aan het stuur en jij bepaalt naar waar je heen wil gaan, welke zender je opzet en wie er met je mag of zelfs moet meerijden. Gun jezelf en de besten in je leven wat meer ‘ja’, en de rest wat meer ‘neen’. En onthoud vooral dat je hart altijd en in de eerste plaats voor jezelf klopt.

– Steve Van Herreweghe –

Net terug van een memorabele 8 – daagse solorondreis doorheen Peloponessos, het grootste schiereiland van Griekenland ten zuiden van het Griekse vasteland, tevens mythologisch grondgebied der Griekse goden én bakermat van onze Westerse ‘beschaving’, wetenschap en cultuur. Van Athene naar Athene met de auto, in ‘wijze’rzin en geflankeerd door Egeïsche, Ionische en Middelandse zeeën. 1500km – vnl. fenomenale bergen, landschappen en uitzichten – later is ‘grandioos’ echt het enige woord dat in de buurt komt van deze intens verrijkende ervaring.

En dan kom je thuis en weergalmt het van de typische “en nu back 2 reality!” – reacties…

Euh, over welke realiteit hebben jullie het precies? De realiteit van het ‘moeten’? Ons gevecht met de klok? De groeiende intermenselijke do(o)fheid? De echte en ingebeelde ziektes, de inherente bepampering en commerce?

No thanks!

Vergeef me de arrogantie maar ‘geleefd worden’ is echt wel een keuze hoor, hoe groot de zwaartekracht van onze gewoontes en geautomatiseerde levenswandel ook is (geworden), hoe zwaar die obese agenda ook weegt, hoe vaak we ook met “ja, maar” – reacties schermen, hoe sterk die genotscompenserende roesmiddelen ook werken en verdoven. Het dagelijkse donker – dat we ‘onze realiteit’ noemen – smacht naar veel meer en systematisch toegepast ‘reislicht’, naar geopende ogen, handen, harten en zielen vooral. Want, wie te vaak naar vakantie zucht, leeft simpelweg verkeerd

Ik ben voor alle duidelijkheid diep ontroerd, gelukkig en vol inspiratie teruggekeerd om met nog meer historisch – filosofisch getinte diepgang mijn dromen verder te stretchen tòt ze helemaal realiteit zijn geworden. Voor minder dan het beste ga ik niet, nu niet, nooit niet, en dat geldt evenzeer voor jou, voor jullie, voor elke zichzelf respecterende ander. Het hoeft geen betoog dat het leven kort en zo voorbij is, het hoeft ook geen betoog dat je perse en effectief moet reizen om je horizon te verbreden. Het gaat veeleer om de reisattitude in het leven :

“los van elke bestemming, nieuwsgierig en onbevangen blijven voor je omgeving, je indrukken, dromen van jezelf en ook deze van anderen, het wonder der natuur, het bijzondere der (on) toevallige ontmoetingen, het geluk te kunnen ademen, te kunnen bewegen, te kunnen genieten van wat er wél is, en dit in volle bewondering voor het mysterieuze micro- en macrokosmische spel dat we lot en zelfs noodlot noemen.”

En welke lichtpuntjes haal ik verder nog uit mijn reiskoffer? Dat :

1

Ook al schenkt het solo-reizen een immense rijkdom, het delen van deze ervaringen echter is echt van onschatbare waarde

Je komt meermaals jezelf tegen, dat klopt, in de planning, de tocht, het genieten, het grootse maar ook in de stilte, de eenzaamheid, de ongeplande blokkades, het vergankelijke. Dit ervaren zorgt gevoelsmatig voor een heel rijke ervaring, het delen of liever het niet kunnen delen ervan werpt een schaduw. Geen licht zonder schaduw, zoveel is duidelijk. Het is – zoals Aristoteles zei – dat we vooral ‘in donkere momenten goed gefocust moeten blijven op het licht’. Sterretjes zien dus, in alle betekenissen. All-één leren zijn met jezelf is een kunde, all-één leren zijn met jezelf en tegelijk echt samen met één ander een ware kunst.

2

Ook al schept een goede voorbereiding rust, het is de situationele flexibiliteit onderweg die pas echt vleugels geeft

Angst is vaak een gebrek aan kennis en voorbereiding. ‘To be prepared is half the victory’, zei Cervantes, en dat klopt als een bus (als je van controle houdt). Wanneer je echter bandenpech hebt in de bergen (des levens) of Zeus je met hagel en bliksems bekogelt en daarbij je (levens)pad soms gigantisch glad maakt en slipgevaar dreigt, dan is trager rijden, een hier –  en – nu focus, en misschien wel je reisschema bijsturen de enige echte gezonde en veilige optie, tenzij je hardleers bent natuurlijk. Op die manier ontdek je ook andere plekken en mensen of de plekken en mensen op een totaal andere manier.

3

Ook al maakt zoveel natuurlijke en historische pracht je bijzonder nietig, tegelijk wakkert het de herinnering aan van onze gedeelde oorsprong én grootsheid

We zijn slechts een kosmisch stofje dat hier tijdelijk ronddwarrelt en zo weggeblazen kan worden. We worden zo gevormd door een persoonlijk, een collectief, een historisch verleden. Je kan je pas echt vrij beginnen voelen door enerzijds (h)erkenning, herinnering van én eerbied voor je eigen en collectieve afkomst én anderzijds door in dankbaarheid – om alleen en samen dit avontuur te mogen beleven – te gedijen. En tegelijkertijd bruist het van groeiend weten dat je deel uitmaakt van iets sterkers en groters dat het petje van je vaak bekrompen ego ver te boven gaat.

4

Waar je ook bent, schoonheid en helpende handen aanwezig zijn, tenminste als je ervoor openstaat, en je mond durft open te doen

De werkelijke diepe wortels van schoonheid schuilen in een open geest en hart, de ogen, die volgen alleen maar. Wie scheef denkt, kijkt scheef en gaat scheef.. Mooie uitzichten, mooie mensen, mooie dingen, ze zijn alomtegenwoordig, tenminste als je er aandacht voor hebt, het wil ontdekken en zien. Wanneer je enkel stormt doorheen de tijd, de activiteit én de intimiteit zie je niks van werkelijke waarde. En wanneer er een blokkade op je pad komt, je op pech wordt getrakteerd dan bulderlachen die grapjassen van goden in koor, want, echte ontmoetingen die vinden pas plaats wanneer in kwetsbaarheid het hart van de ander wordt geraakt, en diens handen uit de mouwen schieten.

5

Blijven werk maken van je dromen veel gezonder én leuker is dan blijven dromen over je werk

Niet wachten op verlof, ziekte, nieuwjaar of tegenslag en crisis is dé boodschap. Momenten van herbronning inplannen, dagelijks, wekelijks, maandelijks is niet enkel gezond, het zorgt tevens voor opening naar je werkelijke dromen, je diepere wensen en doelen. Alleen door grenzen te stellen schep je ruimte. Op die manier blijf je waarlijk in contact en hou je echt voeling met jezelf en je omgeving, hetgeen essentieel is in een wereld vol af- en verleiding, verblinding en vervlakking. Zo blijf je niet dromerig maar wakker, geraak je niet verdwaald maar blijf je op koers, dooft je kaars niet helemaal maar blijft ze branden, verwarmen en ook voor warmte zorgen.

– Steve Van Herreweghe –

Soms gebeuren er dingen waarvan je denkt: “Waar heb ik dat aan verdiend, waarom ik toch (weeral)?!”

Pech onderweg, niemand die ervan wordt gevrijwaard, de één natuurlijk wat meer dan de ander.

’t Leven lijkt een soort ondoorgrondelijke onrechtvaardigheid in petto te hebben waar we geen vat op kunnen krijgen. Zingeving in tijden van tegenslag, het is een lastige ontdekkingsreis, waar we zelden de landkaart of handleiding bij krijgen, en jammer genoeg begint deze vaak na de feiten, zelden ervoor. Het is dus het laatste wat we doen, terwijl net veel filosofen schreeuwen dat – idealiter – het eerste is wat we zouden ‘moeten’ doen.

En als we – in tijden van lijden –  ‘geluk’ hebben is er misschien in onze omgeving wel iemand dichtbij en ’t liefst gewillig om te luisteren. Iemand die dan idealiter zo oordeelvrij en emotioneel beschikbaar mogelijk je verhaal aanhoort, je probeert te doorvoelen, te begrijpen, en jou misschien wat steun en advies biedt. Empathie, brug naar het hart, zalf voor de ziel, het is echter ook een steeds holler begrip aan het worden, een gedrag dat met uitsterven wordt bedreigd.

Meestal worden we op oneliners getrakteerd van “wat je niet doodt, maakt je sterker”, “tijd brengt raad” tot “als het leven met tomaten naar je gooit, leer dan tomatensoep maken.” Mooie, goedbedoelde en zelfs inspirerende woorden in tijden van tegenslag (ik zondig me er zelf ook wel eens aan). Het in de praktijk omzetten is vaak minder evident. We missen het recept, struikelen over de bereidingswijze, vinden noch de moed, het geloof, de steun noch de dieptevisie om uit on – zin de zin te puren, en vooral we gaan er vaak verkeerdelijk van uit dat het met positief denken alleen wel zal lukken.

Zingeving is en blijft een eenzaam en vooral persoonlijk proces. In tijden van toenemende empathiemoeheid en betrokkenheidsarmoede verwijs ik naar de kracht van verhalen, omdat zij nog net iets meer kunnen dan oneliners.

Hieronder een illustratief en ook wel inspirerend verhaal uit de Chinese traditie.

“Het kan goed zijn, het kan slecht zijn”

In een dorpje op het Chinese platteland, leefde een boer met zijn zoon.  Naast hun hut en het land was hun enige bezit van enige waarde het paard. Zo konden ze het land bewerken en in alle bescheidenheid rondkomen. Op een dag brak het paard door de omheining en rende weg.

Die avond kwamen de dorpelingen bij de Chinese boer op bezoek om hun medelijden te betuigen.  “Wat vreselijk!” zeiden ze: “Hoe moet het nu met het land? Je paard verloren, wat een ongeluk!”
Maar de boer glimlachte rustig en zei: “Het kan goed zijn, het kan slecht zijn.”

De dag daarna gingen de boer en zijn zoon weer aan het werk op het land en voor enige tijd maakten ze er het beste van. Tot op een dag het paard weer kwam aangelopen. En in zijn kielzog nam hij een kudde van tien wilde paarden mee!

Die avond kwamen de dorpelingen weer bijeen om hun gelukswensen te geven: “Wat een geluk! Wat geweldig! Je bezit zo maar vertienvoudigd!”

Maar de boer glimlachte rustig en zei: “Het kan goed zijn, het kan slecht zijn.” Het enige dat ik weet, is dat mijn paard weer terug is en dat er tien andere paarden bij zijn.”

De volgende dag wilde de zoon proberen of hij de paarden kon temmen en klom op de rug van een wild paard. Deze was hier echter niet van gediend en bokte net zolang totdat de zoon met een flinke smak op de grond belandde en beide benen brak.

Die avond stonden de dorpelingen weer op de stoep: “Wat vreselijk! Je zoon! Beide benen gebroken! Nu kan hij niet helpen op het land! Wat een ongeluk! Hoe moet dat nu?”

Maar de boer glimlachte rustig en zei: “Het kan goed zijn, het kan slecht zijn.” Het enige dat ik weet, is mijn zoon zijn beide benen gebroken heeft.”

De volgende dag kwam er bericht dat er een oorlog was uitgebroken en dat alle jongemannen die daartoe in staat waren zich onmiddellijk moesten melden om een leger te vormen. De zoon van de boer mocht dus gewoon thuis blijven.

En de boer die dacht terug bij zichzelf ….

Zo zie je maar. Het is niet omdat je niet begrijpt wat er gebeurt dat het in se een negatieve situatie hoeft te betekenen. Vermijd daarom wat meer om té snel conclusies te koppelen aan de tegenslagen die je overkomen en stel je open voor de stem van het onbekende (vaak grotere) verhaal, dat je eigen leven tenslotte is, want finaal ‘vormen alle ervaringen des levens zich als puzzelstukjes van een bijzonder eindplaatje, waarvan we vaak de details zijn vergeten.’

– Steve Van Herreweghe –

Het leven is een geschenk dat we vaak vergeten uit te pakken, van het wonder te genieten. Steeds verstrooid en oeverloos zoekend naar het geluk er buiten en veelal moedeloos van een kale reis terugkerend. Tot we het geschenk terug (leren) zien en het licht erin aanvaarden. Ook al is het maar voor even. Gewoontes. Nog al te vaak ‘smet op dieper geluk’…

Velen zijn ziek – en dus ook ‘zoek’ – in fundamentele eigenwaarde en innerlijke vrijheid. Velen filteren te weinig, laten toe wat komt, slikken overmatig, stellen geen grenzen. Velen missen een helder zicht op het eigen prijskaartje, en zich tevreden stellen met wat de ander (niet) biedt, blijft vaak de enige optie. Ze volgen, ze lijden, verglijden, vergeten zelf te leiden, en troosten zich met tal van vervangmiddelen en positief denken.

De ‘zeef’ van eigenwaarde is jouw belangrijkste instrument in werk, relaties en leven om uit te filteren wat voor jou echt telt: geen kaf maar koren; geen overschot maar kwaliteit; geen zilver maar goud; geen beklemming maar stroming; geen oneerlijkheid maar respect! Wie niet zeeft, die zweeft…

Werkelijke vrijheid en waarde – beste mensen – ligt dus niet aan de overkant, noch in het huis of in de agenda van de ander. Neen. Het betreft veeleer een te ontdekken innerlijke schat. Dé ultieme limiet van jouw kennen, jouw kunnen en jouw zijn grenst namelijk aan de omtrek van jouw eigen voorstellingsvermogen en schuilt in de diepte van je eigen bewustzijn en – jawel – goedkeuring.

De volgende analoge denkoefening kan helpen naar ‘heropbouw’ van eigenwaarde. Ze begint met een vraag.

Herinner jij je laatste bezoek aan een chique restaurant nog?

In het bijzijn van één of meerdere geliefden, helemaal uitgedost, welriekend, en met honger uitkijkend naar een kwaliteitsvol kader, waar jij helemaal op je wenken werd bediend. Zalig!

Wel. Die beleving, die atmosfeer, die werkelijkheid … dat is je levensrecht … niet alleen dan … maar ALTIJD!

Beschouw jouw leven, jouw wereld wat meer als een klasserestaurant waar je elke dag heen gaat. Hier volgen 10 richtlijnen.

  1. wacht niet tot één of ander feest om je mooiste kledij aan te trekken, kleed je elke dag op je best, draag parfum, je favoriete sieraden, je nieuw paar schoenen.
  2. maak jezelf mooi elke dag met wat je hebt, vergeet niet te glimlachen in de spiegel voor je wegkijkt, schenk een knipoog aan jezelf.
  3. verras je partner en kinderen onverwachts en regelmatig met een welgemeend compliment omdat zij ook schoonheid (in zich) dragen, en dit horen van een naaste warmt het hart.
  4. kijk verwachtingsvol uit naar wat en wie je zal zien vandaag, te eten en te beleven zult krijgen. Gisteren is voorbij, vandaag wacht en heeft mogelijks van alles voor je in petto.
  5. weet dat jij als klant in het leven koning(in) bent, weet heel goed wat je wilt, zo niet vergelijk en onderzoek. Vraag naar datgene wat jij wenst, kies er intens voor en eis altijd kwaliteit voor je geld.
  6. durf je ook open stellen voor het nieuwe, het onbekende, met ogen, armen en handen open, maak (oog)contact met vreemden, knik alsof het een vriend is, en vooral proef alvorens je mening te geven.
  7. geniet elke dag van gezellig en sfeervol samenzijn, wetend dat het straks misschien voorbij kan zijn, elke keer opnieuw. Zeg wat vaker ‘dank je’ en ‘zie je graag’ en vergeet je geliefden niet te kussen.
  8. praat – net zoals tijdens zo’n diner – elke dag bij met je geliefden, luister naar hun verhalen, maak ruimte voor emoties zonder te oordelen, haal oude herinneringen boven en droom, samen.
  9. socialiseer, wees geïnteresseerd en vriendelijk tegen je buren (aan tafel), vreemden zijn potentiële vrienden, weet ook dat de glimlach steeds de kortste weg is tussen mensen.
  10. deel je opgedane (genots)ervaringen met anderen en schenk hen datzelfde adres, datzelfde geluk, gedeelde smart is halve smart, maar gedeelde vreugde is altijd dubbele vreugde.

Succes!

– Steve Van Herreweghe –